‘Follow the money’ heet het nieuwe criminaliteitsbeleid van de Rotterdamse justitie. Van mensen die al te nadrukkelijk pronken met bezit of geld, wordt de financiële handel en wandel in het geheim nagetrokken. Met opmerkelijke resultaten. Binnenkort ook bij ons?

Het scenario is de oplettende burger bekend: drie jongeren – dreunende bas, blitse zonnebril en nog een beetje groen achter de oren – rijden door het stadscentrum in een veel te dure auto. ‘Zal wel niet met werken verdiend zijn’, fluisteren giftige tongen. Soms is die opvallende sportwagen inderdaad met drugsgeld betaald. Bij nogal wat goede huisvaders wekt het ergernis dat daar niet tegen opgetreden wordt.

In Rotterdam doen ze dat tegenwoordig dus wél, met een nieuwe onderzoeksmethode. Politiediensten sporen criminelen op via zogenaamde ‘patsers’. Werkloos zijn en rondtoeren in een dure BMW kan voor de Rotterdamse justitie al genoeg zijn om iemand door te lichten. Blijkt na een geheim vooronderzoek dat auto’s of villa’s met crimineel geld werden betaald, dan wordt er ingegrepen. De afgelopen maanden werden zo al twee drugsbendes kaalgeplukt en verrassend snel voor de rechter gebracht. Hun leden kregen celstraffen die opliepen tot acht jaar.

‘Onze nieuwe aanpak vindt zijn oorsprong in de Wet-MOT’, zegt Bart den Hartigh, persofficier van de stad Rotterdam: de wet op de Melding van Ongebruikelijke Transacties. Die verplicht banken, advocaten, notarissen en bijvoorbeeld ook garagehouders er sinds enkele jaren toe om contante stortingen te signaleren als die de 15.000 euro overschrijden. Dankzij die verplichting heeft het Rotterdamse HARM-team ( Hit and Run Money Laundering, nvdr.) al flink wat criminelen kunnen vangen. Vandaar het idee om daar nu verder in te gaan, en onderzoek te doen naar onverklaarbaar bezit in de ruimere zin van het woord.’

Geviseerd wordt het zogenaamde criminele middenkader, een boevencategorie die zich doorgaans moeilijk laat pakken. Concreet kan de wijkagent – die zijn pappenheimers nu eenmaal het beste kent – zaken signaleren die hem in het straatbeeld verdacht lijken. Het geheime vooronderzoek dat daarop volgt, beperkt zich volgens Den Hartigh voornamelijk tot papierwerk, zoals het bekijken van belastingaangifte en strafregister. Ingrijpender middelen als telefoontap zijn uitgesloten. ‘Als uit dat vooronderzoek blijkt dat de ongewoon hoge levensstandaard verklaard kan worden door legitieme dingen zoals bijvoorbeeld een erfenis, dan zal de persoon in kwestie zelfs nooit weten dat hij nagevlooid werd. Komt daarentegen een link met strafbare feiten aan het licht, dan kan de verdachte in verdenking worden gesteld en volgt er een regulier onderzoek. Krijgen we er niet echt een strafrechtelijke vinger achter, dan geven we het dossier soms door aan de belastingdiensten. Vaak kunnen die er dan wél nog iets mee aanvangen.’

Fishing expeditions

In België hoeven bezitters van dure wagens nog niet meteen te vrezen dat ze worden beloerd. ‘Ook bij ons hebben financiële instellingen, notarissen, makelaars in onroerend goed etc… meldingsplicht bij verdachte transacties die wijzen op witwassen’ zegt Philip Traest, hoogleraar Strafrecht en Strafvordering aan de Gentse Universiteit. Fishing expeditions zijn hier echter uitdrukkelijk verboden. Artikel 28bis van het Belgische Wetboek van Strafvordering bepaalt dat er bij proactieve recherche altijd een vermoeden moet zijn van te plegen feiten.’

Moet de wet dan niet veranderd worden, om justitie meer slagkracht te geven? ‘Persoonlijk vind ik dat niet wenselijk’, zegt Traest. ‘Samenwerking tussen parket en fiscus kan onder bepaalde voorwaarden, maar de een moet niet de taak van de ander gaan overnemen.’

Francis Desterbeck, de advocaat-generaal bij het hof van beroep te Gent die zich met financiële delinquentie bezighoudt, geeft ruiterlijk toe dat hij de nieuwe Nederlandse methode nog niet kent. ‘Maar zo op het eerste gezicht ben ik er geen grote voorstander van’, zegt hij. ‘Als een persoon niet verdacht wordt van een misdrijf, moet je hem strafrechtelijk met rust laten. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk dat hij in het zwart bijklust. Zoiets moet niet door het parket worden aangepakt, maar door de fiscus. In de praktijk is die overbelast, hoor ik u zeggen, en terecht. Maar het parket is óók overbelast.’

Toch vindt Desterbeck dat de nieuwe manier van rechercheren perspectieven biedt: ‘Financiële delicten komen, door het vele papierwerk dat ze vragen, automatisch op het tweede plan. De lokale politie zou daar meer gesensibiliseerd voor moeten worden. De toestanden die u opnoemt, schaden op hun manier immers het veiligheidsgevoel van de burger. Ze werken – om er een populair woord op te plakken – de verzuring in de hand. Je moet de mensen niet proberen wijs te maken dat dat maar roddels of geruchten zijn, want ze zien het in het straatbeeld. Dat wekt onbehagen op en wrevel. Daar moet dus naar gekeken worden.’

Politiestaat

‘We krijgen soms van die meldingen binnen, ook van particulieren’, zegt Johan Denolf, directeur van Ecofin bij de federale politie: ‘”Meneer x rijdt met zo’n auto en dan gaat hij ook nog eens drie keer per jaar op reis”: niet zelden zijn dat afrekeningen tussen buren.’

Ook Denolf staat veeleer huiverachtig tegenover de nieuwe Nederlandse aanpak. ‘Het wordt een beetje delicaat als je iedereen op elk moment van de dag kunt lastigvallen. Dat ruikt verdacht veel naar een politiestaat. Ik word ook niet graag gecontroleerd zodra ik buitenkom. Probate middelen vinden we altijd goed voor ánderen, zolang ze maar niet op ons worden toegepast. De mensen zeggen vlug: doe dit, pak dat aan. Maar als het zover is, keert zich dat tegen de politie en de politiek. Dat is mijn persoonlijke mening. De dag dat de politiek mij echter opdracht geeft om fishing expeditions te organiseren, zal ik dat als uitvoerder van het beleid zonder meer doen. Als politieman wil je zoveel mogelijk middelen. Dat is een natuurlijke reflex.’

In Rotterdam zijn ze de laatste tijd niet vies van kordate maatregelen. Zo werkte de stad zich vorige week nog in het nieuws met de beslissing om vluchtelingen met een inkomen lager dan 120 procent van het minimumloon te weren uit achterstandswijken. ‘Wellicht is de situatie in Rotterdam urgenter dan bij ons’, zegt de directeur van Ecofin, die de patseraanpak een ultieme remedie vindt. ‘In de jaren ’90 heb ik daar zelf gewerkt, en raar opgekeken toen ik vernam dat in een bepaalde wijk in Rotterdam-West wel 33 verschillende nationaliteiten samenleven op één vierkante kilometer. Bij ons zou een dergelijke aanpak volgens mij momenteel overdreven zijn. We hebben nog andere middelen. En dringender noden. Als ze mij morgen honderd man extra geven, dan ga ik daar geen antipatserteams mee oprichten. Dan vergroot ik liever de slagkracht van een andere dienst die onder mij ressorteert: de Federal Computer Crime Unit. De markt van ICT-crime explodeert momenteel gewoon. Dat is een veel ernstiger bedreiging.’

Voorlopig blijft de interessante follow the money-aanpak dus beperkt tot Rotterdam en Amersfoort, waar een soortgelijk proefproject loopt. Dat de methode op veel weerstand botst, vindt persofficier Bart den Hartigh niet meer dan normaal. ‘Hoewel deze manier van rechercheren voor de hand lijkt te liggen, vormt ze een complete trendbreuk’, zegt hij. ‘Vanzelfsprekend komt daar kritiek op. Toch is het voor mij duidelijk dat deze methode in de toekomst steeds vaker zal worden toegepast, zeker nu de arrondissementsrechtbank van Rotterdam tot twee keer toe besliste dat ze legitiem is. Soms is het gewoon de enige mogelijkheid. Je mag niet vergeten dat ze Al Capone destijds, na veel mislukte pogingen, uiteindelijk ook op belastingfraude hebben gepakt.’

Jean-Paul Mulders

Werkloos zijn en met een dure BMW rondrijden kan al voldoende zijn om iemand door te lichten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content