De Vlaming Adriaen Willaert was een van de topcomponisten van de 16e eeuw. Zijn werk moet eindelijk eens helemaal toegankelijk gemaakt worden voor uitvoerders en publiek, vindt de pas opgerichte Adriaen Willaert Foundation.

Info : Concerten: Gent (5/5), Roeselare (8/5), Brussel (9/5): Adriaen Willaert, Gesualdo-Stravinski door Collegium Vocale o.l.v. Paul Hillier. Inleiding door I. Bossuyt (Gent) en K. Schiltz (Roeselare). Alle info: www.collegiumvocale.com Lezing door K. Schiltz ‘Facetten van het muziekleven in het 16e-eeuwse Rome’, muzikaal omlijst door Ensemble Polyfoon: Leuven, Sint-Geertruikerk ( 6/5), Burcht, Sint-Martinuskerk (7/5) Info: www@polyfoon.be

‘Het is stuitend dat een Vlaming die 35 jaar lang aan de San Marco-basiliek in Venetië een topfunctie bekleedde en zoveel waardering kreeg van vorsten en pausen, hier bij ons vrijwel onbekend is. Een pak werken van Willaert ligt nog steeds te wachten op een tekstkritische uitgave.’ Aan het woord is musicologe Katelijne Schiltz die in 2002 bij professor Ignace Bossuyt een doctoraatstitel behaalde op Adriaen Willaert en nu als wetenschappelijk onderzoeker lid is van de vzw Adriaen Willaert Foundation (AWF). Die stichting met standplaats Roeselare – de vermoedelijke geboortestad van Willaert – wil het oeuvre van Willaert promoten, partituren en documentatie verzamelen, een discografie van Willaert opstellen, een infocentrum uitbouwen en evenementen organiseren.

Ensembles hebben de neiging, zegt Katelijne Schiltz, om steeds dezelfde composities van Willaert uit te voeren op concerten: ‘De volkse villanella Vecchie letrose die de draak steekt met een koppel oude wijven ligt bijvoorbeeld goed in de markt. Het is grappig, het zingt gemakkelijk, en de mensen onthouden het. Op cd bestaan er heel wat opnames van. Maar schitterende composities die Willaert groot hebben gemaakt, blijven ondertussen vrijwel onaangeroerd: missen, motetten, madrigalen, dubbelkorige psalmen… Met de concertreeks die op 5 mei start in de Sint-Barbarakerk in Gent geeft Collegium Vocale (o.l.v. Paul Hillier) een duidelijk teken. Er worden 4 motetten gezongen uit Willaerts belangrijkste bundel, Musica Nova. Maar ik hoop in de toekomst ook andere ensembles over de brug te krijgen, of liever nog, dat ze zelf suggesties doen.’

Aanvankelijk ging Adriaen Willaert (1490-1562) rechten studeren in Parijs. Maar door in contact te komen met de belangrijkste Franse componist, Jean Mouton, leerling van de beroemde Josquin Desprez en verbonden aan het Franse koningshof, bekeerde hij zich al snel tot de muziek. Als een volleerd polyfonist trok hij naar Italië, the place to be voor Vlamingen met ambitie. Kunst betekende er prestige. Wie grote kunstenaars aantrok, had aanzien. Er circuleerde veel geld, het mecenaat vierde hoogtij en de concurrentie tussen de hoven was groot. Er bestond een zeer grote waardering voor het metier van de Vlaamse polyfonisten, die het contrapunt tot grote kunst hadden verheven (Dufay, Ockeghem, Desprez…). Daardoor kon Willaert moeiteloos aan de slag in Ferrara, waar de progressieve adellijke familie d’Este al sinds 1250 aan de macht was. Omdat zijn broodheer Ippolito d’Este als kardinaal in Rome verbleef, kon Willaert ook in contact komen met de pauselijke kapel tijdens het pontificaat van Leo X (1513-1521). De paus was een groot bewonderaar van Willaerts motetten, en die werden dan ook vaak uitgevoerd in Rome. In de prachtige Medici-codex, een geschenk van Leo X aan Lorenzo de’ Medici naar aanleiding van diens huwelijk met Madeleine de la Tour d’Auvergne, vinden we al 7 composities van de jonge Willaert! Dat was nog maar het begin.

In 1527 – hij was nog steeds geen 40 – werd hem de titel van kapelmeester aan de San Marco-basiliek in Venetië aangeboden, een absolute topfunctie die hij tot zijn dood in 1562 zou bekleden. ‘Daar’, zegt Katelijne Schiltz, ‘had hij de allerbeste zangers en instrumentalisten ter beschikking. Velen waren zelf componist: de Rore, Porta, Cambio, Vicentino, Parabosco… Willaert componeerde missen en motetten voor de erediensten, en bracht zijn musici de finesses van het contrapunt bij. Zijn loon was onwaarschijnlijk hoog in vergelijking met dat van andere topfunctionarissen. Toen hij terug naar Vlaanderen wou, mocht hij enkel vertrekken op voorwaarde dat hij zeker naar Venetië zou terugkeren. Toen ging zijn loon weer de hoogte in. Hij had heel veel aanzien, en in gedichten en composities werd hij z’n leven lang gelauwerd voor zijn perfecte stijl.’

Eens zo verwonderlijk is het, dat Willaert vrij snel na zijn dood in Italië in de vergetelheid raakte. ‘Dat kunnen we afleiden uit het feit dat er begin jaren ’70 bijna geen werk van hem meer terug te vinden is in verzamelbundels’, legt Schiltz uit. ‘Dat is op het eerste gezicht merkwaardig. Na de dood van Josquin Desprez en Lassus was dat wel anders. Maar hier moeten we rekening houden met het tijdstip van Willaerts overlijden. Dat viel samen met de pauselijke afkondiging in Rome van de decreten van het Concilie van Trente (1562-1563) waarin stond dat profane invloeden uit de muziek moesten verdwijnen. De geestelijke muziek moest worden gezuiverd van een overdadig contrapunt zodat de tekst weer helemaal verstaanbaar werd. Mogelijk werd Willaerts muziek hierdoor “onbruikbaar”. Hoe Venetië aankeek tegen deze maatregelen kunnen we niet helemaal nagaan. In de 17e eeuw zijn talloze manuscripten in een grote brand verloren gegaan. We zien na Willaert nog even de vooruitstrevende leerling van Willaert, Cipriano de Rore, aantreden, maar daarna komt de theoreticus en brave polyfonist Gioseffo Zarlino de dogestad muzikaal aanvoeren. Van toen af ging het er heel gewoontjes toe. Geen Vlamingen meer. Als je nu een eredienst bijwoont in San Marco, zul je ook nooit Willaert horen. Alleen Italianen, op een enkele compositie van Orlandus Lassus na misschien.’

Musica nova

Het heeft eeuwen geduurd vooraleer Willaert weer werd opgevist. ‘In de jaren ’50 is The American Institute of Musicology gestart met de uitgave van de opera omnia van Willaert in de reeks Corpus Mensurabilis Musicae’, vervolgt Schiltz. ‘Helaas is die na 20 jaar stilgevallen, gewoon omdat de mensen die verantwoordelijk waren voor die moderne transcripties zijn overleden en er daarna geen serieuze stappen meer ondernomen zijn. Maar nu komt er weer schot in de zaak. In juni van vorig jaar zijn de rechten overgekocht door het Amerikaanse A.R. Editions. Die beloven er nu werk van te maken. In Italië is er recent ook iets soortgelijks gestart, maar dat project staat nog in de kinderschoenen.’

Katelijne Schiltz richtte zich voor haar doctoraat op de tekstkritische uitgave van Willaerts magnum opus, de bundel Musica Nova met daarin 25 motetten en 27 madrigalen voor 4 tot 7 stemmen. De opdracht dateert van 1558 en is gericht aan Alfonso d’Este van Ferrara. De bundel werd gedrukt anno 1559, maar de stukken zijn zo goed als zeker ontstaan in de late jaren ’30, vroege jaren ’40. De tessituur van de eerste motetten is opvallend laag. Schiltz: ‘Misschien hield deze diepe tessituur verband met de politieke context waarin ze ontstonden, namelijk in de zeer elitaire, gesloten kring van Florentijnse fuorusciti. Dat waren adellijken uit Firenze die de stad moesten verlaten omdat ze met hun liberale idealen tegen de kar reden van het Medici-regime. Ze moesten uitwijken naar progressieve steden als Venetië, Napels, Lyon… Misschien is die diepe tessituur dus toe te schrijven aan de politieke situatie.’

Of we Willaert als een vernieuwer moeten zien? ‘Dat zou ik niet zeggen’, aldus Schiltz. ‘Hij is alleszins niet de uitvinder van de dubbelkorigheid, zoals lang beweerd werd. En zijn stijl is introvert in plaats van exuberant, ook al gebruikte hij vooral in zijn vroege werken veel chromatiek. Zijn grootste verdienste ligt ongetwijfeld in het grote belang dat hij hechtte aan de relatie tekst-muziek. Hij heeft schitterende madrigalen geschreven op tekst van Petrarca en hij was een lichtend voorbeeld voor talrijke componisten na hem, onder wie Monteverdi. Ik beschouw het echt als een noodzaak dat er werk gemaakt wordt van opnames en concerten, zodat zijn muziek weer tot leven kan komen.’

Greet Van ’t veld

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content