Het brexitreferendum heeft de Britse samenleving geconfronteerd met haar beperkingen. Na maanden van verhit debat nam de kiezer een beslissing die zelfs de winnaars niet hadden gewild, en die de initiatiefnemer zijn carrière kost. Of hoe de Britse politiek de speelbal werd van een paar socialites die een land – en misschien ook een continent – meesleurden in een verhaal dat ze niet hadden zien aankomen.
Het is een wetmatigheid bij grote crisissen: meestal stellen de best geïnformeerde waarnemers zich het meest terughoudend op in hun analyses. Dezer dagen vind je moeilijk een kenner van de Brits-Europese relaties die meer lucide is dan Timoty Garton Ash. Garton Ash is een vermaarde publicist en academicus met Oxford als uitvalsbasis. The day after het brexitreferendum keek hij in zijn lijfblad The Guardian wat meewarig naar de stoet van commentaren van al die lieden die kennelijk veel intelligenter zijn dan hij – toch afgaand op de stelligheid waarmee ze beschreven wat er zich in de hoofden van de Britse kiezers had afgespeeld, en over wiens schuld dat was. Nee, dan is Garton Ash een stuk bescheidener. Hij legt onder meer uit dat het verschil tussen ja en nee niet zo vreselijk groot was. Als de zaken een béétje anders waren verlopen, was er ook een andere uitslag geweest. De onvermijdelijkheid van de brexit stond heus niet in stenen tafelen gebeiteld.
Dat blijkt ook uit de reactie van het Leave-kamp. In de aanloop naar het referendum had de eurovijandige Conservatief Boris Johnson zich geprofileerd als een Britse kloon van Donald Trump. Zowel qua kapsel als qua politieke tactiek zijn Johnson en Trump elkaars lookalikes geworden. Een politiek dier zoals Johnson volgt in dit soort debatten altijd zijn instinct. Het is helemaal niet zeker dat hij ten gronde tegen een Brits lidmaatschap van de Europese Unie is. Net zoals hij persoonlijk weinig redenen heeft om tegen immigratie te zijn – als zijn Britse grootmoeder de Circassisch-Turkse naam van de mannen in de familie niet had veranderd, heette de ex-burgemeester van Londen nu Boris Kemal en had de geschiedenis er misschien anders uitgezien. Uiteindelijk draait het publieke optreden van Johnson rond opportunisme.
Maar wat hij in het brexitdebat deed, is zelfs naar de ruwe Britse zeden ongezien. Johnson moest bekennen dat hij voor de Britse krant The Daily Telegraph twéé columns had geschreven: een waarin hij het Leave-kamp steunde, en een voor het Remain-kamp met de volstrekt omgekeerde argumentatie. De hoofdredactie van The Daily Telegraph weigert die alternatieve tekst vrij te geven, maar het zou al vreemd moeten lopen mocht die nooit boven water komen. Dat zou Johnsons mogelijke kandidatuur voor het premierschap weleens danig kunnen beschadigen.
Het illustreert de stelling van Garton Ash: er waren te veel onzekerheden en toevalligheden in de brexitcampagne om ferme uitspraken te kunnen doen over wat de kiezer wilde. Om nog maar te zwijgen over hoe Europa zal reageren op de Britse stemming.
Plat opportunisme
De man die het voorstel voor een referendum lanceerde, was eerste minister David Cameron. Dat deed hij omdat hij zo zijn eigen partijleiderschap kon versterken: het was een toegift aan de eurosceptici binnen zijn partij. Cameron beloofde hen dat hij in Brussel eerst enkele tegemoetkomingen zou afdwingen, en dat hij daarna de Britten zou vragen of het Verenigd Koninkrijk lid moest blijven van de Europese Unie. De premier maakte een inschattingsfout: hij geloofde dat de kiezers genoeg vertrouwen zouden hebben in zijn staatsmanschap om ‘Remain’ te stemmen.
Dat liep dus even mis. In Westminster zijn politieke allianties veel lossen dan in de Wetstraat. Getuige daarvan de houding van Boris Johnson tegenover David Cameron. Ooit waren ze studiegenoten, in Oxford zaten ze zelfs samen in The Bullingdon Club, een berucht genootschap voor gefortuneerde studenten. Maar in zijn bekende laconiek-choquerende stijl had Johnson zich al eens laten ontvallen: ‘Ik steun David Cameron slechts uit cynisch eigenbelang.’ Wat heet. Het werd duidelijk bij het begin van de brexitcampagne. De Conservatieven besloten om geen standpunt in te nemen, maar verder steunden de meeste Britse partijen ‘Remain’. Het ‘Leave’-kamp was vooral een zaak van de eurosceptici van de UK Independence Party (UKIP) van Nigel Farage, en verder van drie kleinere Noord-Ierse partijtjes, van radicale protestanten tot trotskisten. Maar in februari van dit jaar kregen ze plots het gezelschap van Johnson. Die rook namelijk zijn kans. De man mag dan al gezegd hebben ‘dat de kans groter is dat hij ooit onthoofd wordt door een frisbee dan dat hij eerste minister wordt’, het zag er de voorbije maanden wel degelijk naar uit dat hij het brexitdebat gebruikte om een gooi te kunnen doen naar het leiderschap van de Conservatieve Partij. Met andere woorden: de toekomst van de Europese Unie én van de Britse kiezers is bijzaak. Het echte doel is: Johnsons eer en glorie.
Dat dit referendum voor Johnson en Cameron bovenal een oefening in opportunisme was, wordt nog het best geïllustreerd door wat zij deden zodra de uitslag bekend was. Cameron stelde zijn ontslag als premier, maar diende het niet meteen in. Hij verklaarde wel dat het nu aan de protagonisten van het Leave-kamp is om onderhandelingen op te starten met de EU. Boris Johnson liet dan weer weten dat er geen haast is om halsoverkop uit de EU te stappen, easy does it. Hij heeft andere prioriteiten. Plots wil de man die als geen ander (Donald Trump daargelaten) zijn tegenstrevers durft te beledigen dringend de hand reiken aan de 16 miljoen ‘Remain’-kiezers, en zegt hij alle Britten te willen verenigen.
Institutionele atoombom
De week na het referendum ziet het er al naar uit dat de Britten de patriottische tearjerker van Vera Lynn nog eens zullen zingen: We’ll Meet Again. Het was een van de populairste liedjes tijdens de Tweede Wereldoorlog, troost voor wie achterbleef in Engeland, hoop voor wie vertrok naar een slagveld verderop in Europa: ‘We’ll meet again/ Don’t know where/ Don’t know when/ But we’ll meet again/ Some sunny day’. Zelfs tijdens de Koude Oorlog bewaarde de BBC een opname van de klassieker in haar ondergrondse studio’s, om na een nucleaire aanval de eilandbewoners moed in te pompen.
Want het Britse referendum is wel degelijk een ‘institutionele atoombom’ gebleken, zoals PS’er Philippe Moureaux de volksraadpleging noemde. Het is moeilijk in te schatten hoe groot de fall-out zal zijn van deze slecht gemanagede promotiecampagne. Of het nu in het voor- of het tegenkamp is, in de Londense City of in de uithoeken van Noord-Ierland, Wales en Schotland: alles en iedereen is aangetast door de uitslag.
Bij Labour wordt het verlies van ‘Remain’ een sterk argument in de machtsstrijd tegen de zeer linkse partijleider Anthony Corbyn. Hij krijgt het verwijt dat hij te weinig enthousiasme toonde voor de Europese gedachte. Daar valt wat voor te zeggen: Corbyn vindt al langer dat de Europese Commissie en de Brusselse ambtenarij een te rechts-liberale sociaaleconomische agenda opleggen aan de lidstaten. Ook de Scottish National Party (SNP) zit in het verliezende kamp, maar ze voelt zich een morele winnaar. De Schotten stemden massaal ‘Remain’, maar ze kunnen hun geluk niet op dat de meeste Britten anders stemden: het geeft de SNP de legitimiteit om nu al te pleiten voor een tweede referendum over Schotse onafhankelijkheid. En hoe loyaal blijft Noord-Ierland (ook in meerderheid pro-Europees)? De vrede in het getroebleerde gebied is plots wankel. Kortom, David Cameron dreigt de premier te worden die, in een poging om zijn eigen positie te versterken, de doodsklok heeft geluid over het Verenigd Koninkrijk.
De dood van het VK? Dat hadden zelfs Boris Johnson en Nigel Farage niet op het oog. Het begint de Britse publieke opinie nu pas te dagen dat hun politieke leiders zich in een positie hebben gemanoeuvreerd die ze nooit gewild hebben.
Er zijn intrigerende parallellen met het plot van Sleepwalkers, Christopher Clarks historische feitenrelaas van het oorlogsjaar 1914. De auteur verdedigt in het boek de stelling dat geen enkele oorlogvoerende partij de Eerste Wereldoorlog echt wilde, maar dat iedereen verblind was door eigenbelang, en in kleine stapjes reageerde op de tegenpartij. Zo leidden kleine gebeurtenissen tot de Grote Oorlog. De vernietiging van de oude Europese samenleving was echt niet het plan geweest. Maar het gebeurde toch. Een eeuw later heeft de politieke elite van het Verenigd Koninkrijk zelf een evolutie in gang gezet waarbij de kans bestaat dat het land zichzelf zal ontbinden.
In 1984 beschreef een andere historica, Barbara Tuchman, de wetmatigheden achter zulke politieke beslissingen in haar boek March of The Folly (‘De Mars der Dwaasheid: bestuurlijk onvermogen van Troje tot Vietnam’). Daarin ontleedt ze een mechanisme dat heersers dwaze beslissingen doet nemen, tegen hun eigen belang en dat van hun volk in. Ze definieerde ‘dwaasheden’ als beslissingen waarvoor andere tijdgenoten waarschuwden dat ze rampzalig zouden zijn, en waarvan iedereen wist dat er goede alternatieven voor bestonden – in het geval van de Europese exit is aan die twee voorwaarden ruim voldaan. En toch stemden sommige Britten zichzelf vorige week in de problemen. Een van de regio’s met het grootste aantal ‘Leave’-stemmers is het zuidelijke Cornwall, een arme streek van boeren en vissers. De streek werd buitengewoon gul bedeeld met Europese subsidies. Straks kan Cornwall naar die Brusselse centen fluiten. Vandaar dat het county-bestuur van Cornwall alvast zelf alarm slaat: ‘London, we have a problem.’
Zestig jaar na de slag bij de Somme ziet het ernaar uit dat de Britten zich opnieuw in een offensief hebben gestort waarbij ze vooral zelf zwaar zullen bloeden, en waarbij historici zich weer vragen zullen stellen bij de zin en de onzin van die loopgravenoorlog. De bloementuilen waarmee Nigel Farage en Boris Johnson vorige donderdag stonden te zwaaien, bestonden blijkbaar uit klaprozen.
DOOR WALTER PAULI
De onvermijdelijkheid van de brexit stond heus niet in stenen tafelen gebeiteld.
De arme streek Cornwall kreeg buitengewoon veel Europese subsidies. Ze stemde tegen de EU.
De dood van het VK? Dat hadden zelfs Boris Johnson en Nigel Farage niet op het oog.
De toekomst van de EU én van de Britse kiezers is bijzaak. Het echte doel is: Johnsons eer en glorie.