Flahaut bewijst machtshonger met nieuwe benoemingen.
Gemor in de rangen zal minister van Defensie André Flahaut (PS) er niet van weerhouden het leger verder te ‘dynamiseren’. Begin 2004 verving hij bijna de hele legerleiding: ook geneesheer-generaal-majoor Roger Van Hoof, de chef van de ‘Medische Component’, wat vroeger gewoon de Medische Dienst heette. Flahaut heeft graag zijn eigen mannetjes aan de top, zoals elke machthebber. Daarom ook is de verontwaardiging van enkele VLD- en CD&V-kwetteraars over die benoemingen zo hypocriet. Bovendien begon de PS zijn offensief niet met de benoeming vorige maand van geneesheer-kolonel Alain Vilet aan het hoofd van de Medische Component én tegelijk van het Hospitaal Centrum van de Basis Koningin Astrid in Neder-Over-Heembeek.
Al in de vorige regering was Vilet op het Sécrétariat Administratif et Technique (SAT-7) van minister Flahaut belast met het toezicht op alle medische legerafdelingen. Kolonel Vilet, een paracommando in hart en nieren, had het er geregeld aan de stok met generaal-majoor Van Hoof. Uiteindelijk negeerde hij de generaal gewoon en zei hij zelf hoe het moest. Zo werd onder anderen geneesheer-kolonel Jean-Paul Mullier als baas van het hospitaal in Neder-Over-Heembeek weggestuurd. Zijn opvolger, ziekenhuisbeheerder kolonel Marc Van Torre, moet nu plaatsmaken voor Vilet zelf. Ook anderen willen afrekenen met Van Hoof, die een CD&V-label heeft.
Vilets naaste medewerker wordt Jean-Pierre Arnould, een burger-verpleger die in januari ontslagen werd als directeur van de Franstalige humanitaire diensten van het Belgische Rode Kruis. Lang voor Mullier de leiding kreeg van het militair hospitaal, had de bekwame en ambitieuze Arnould er al de touwtjes in handen. Hij gaf ook het Brandwondencentrum de uitstraling die het verdient. Dat wordt nu geleid door geneesheer-kolonel Jean Pirson, een tirannieke paracommando, die alweer goede maatjes is met Flahaut en Vilet. Zij zouden Pirson zelfs aan het hoofd van het overkoepelende Hospitaal Centrum durven plaatsen. Niettegenstaande de kritiek van een aantal chirurgen in het Brandwondencentrum en van enkele vakbondsafgevaardigden.
Maar kolonel Vilet kan moeilijk tegelijkertijd het Hospitaal Centrum leiden én de hele Medische Component dirigeren. Die omvat zowel het hospitaal als de medische modules die bij militaire interventies ontplooid worden, alsook het selectiecentrum dat bij de vernieuwing van het leger alsmaar aan belang wint. Op lagere echelons kan ongeschiktheid voor de job immers moeilijk verdoezeld worden door partijpolitieke zetten.
Frank De Moor