Vorige week kreeg de begroting 2009 de instemming van de meerderheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Dat de begroting, gebaseerd op een economische groei van 1,2 procent van het bruto binnenlands product, van geen kant klopt, bleek geen punt. Want de begroting afwijzen zou als gevolg hebben dat een aantal maatregelen, ‘die goed zijn voor de mensen’, onuitvoerbaar wordt.

Eigenlijk zitten we nu al voor 2009 aan te kijken tegen een tekort van 7 miljard euro, dik 280 miljard in oude Belgische frank.

En de begroting 2008 was met een tekort van 0,9 procent of 3,2 miljard euro ook al een misser.

Volgens Daan Killemaes, de analist van Knacks zusterblad Trends, moet premier Herman Van Rompuy tegen 2012 een structurele besparing van minstens 8 miljard euro doorvoeren om de begroting weer op de rails te krijgen. Maar die 8 miljard euro volstaan alleen als de economische crisis binnen de perken blijft en de heropleving, zoals sommige economen hopen, eind dit jaar inzet.

De jongste studie van KBC-econoom Bart Van Craeynest, afgelopen maandag in De Morgen aan het woord, toont dan weer dat 2009 ronduit dramatisch wordt. Rekende het Planbureau in volle bankencrisis met een mogelijk verlies van 35.000 banen, dan zal volgens Van Craeynest, die een begrotingstekort van 3 procent voorspelt, het aantal werklozen in ons land dit jaar met 100.000 toenemen.

Vicepremier en minister van Financiën Didier Reynders (MR) pleitte vorige week plots met grote nadruk voor overleg met de deelstaten om de federale begroting te redden. De noodzaak van zulk overleg staat in de financiële boordtabellen van het federale koninkrijk België geschreven: de Vlaamse Gemeenschap telt 0 euro schulden, terwijl de federale overheid intussen ruim 300 miljard euro bij elkaar heeft gepoft.

De tijd dat België door de Franstalige partijen en de Brusselse zakenwereld in naam van ’s lands eendracht kon worden aangewend als een hefboomfonds dat met geleend geld de gemaakte schulden opslorpte, ligt achter de rug.

Het failliet van de federale staat is het rechtstreekse gevolg van de Bijzondere Financieringswet, die de overdracht van een groot deel van de personenbelasting en de btw naar gemeenschappen en gewesten regelt. Een wet die niet alleen Didier Reynders maar ook Elio Di Rupo (PS) in 2001 met Paars heeft goedgekeurd, daarbij geholpen door Joëlle Milquet van CDH. De ironie hiervan is dat deze verdedigers van de Belgische eenheid met die Bijzondere Financieringswet de betaalbaarheid van de sociale zekerheid, en bijgevolg het voortbestaan van het federale koninkrijk, op de helling zetten.

In hun eerste Vives-beleidsnota Een staatshervorming als reddingsboei voor de overheidsfinanciën besluiten de Leuvense economen Koen Algoed, Dirk Heremans en Theo Peeters dat de federale overheid voor budgettaire verplichtingen staat die zij zonder een ingrijpende hervorming van de Bijzondere Financieringswet en/of een substantiële verhoging van de fiscale en parafiscale druk niet kan honoreren. En dat laatste, een forse verhoging van de fiscale en parafiscale druk, is geen optie. Anders ondergraaft België verder zijn concurrentiepositie en tewerkstellingsgraad, die nu al niet riant zijn.

Blijkbaar stemmen de weigering van Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) om niet in het federale overleg over Brussel-Halle-Vilvoorde te stappen en zijn dreiging om zonodig het communautaire overleg op te blazen, de Franstalige meerderheidspartijen stilaan tot nadenken. Want alleen de Vlaamse Gemeenschap kan de federale overheid finan-cieel bijspringen en zodoende de solidariteit tussen Noord en Zuid financieren.

Het was opvallend dat Senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) het vorige maandag in Le Soir niet langer had over de uitbreiding van Brussel, maar over ‘ een verbetering‘ van het statuut van de faciliteitengemeenten.

En toen gewezen premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) in een dubbelinterview met Philippe Moureaux (PS) in dezelfde krant poneerde dat het nooit tot een communautair vergelijk zou komen zolang de Franstalige Brusselaars de positie van de Franssprekenden in de Rand belangrijker achten dan het lot van het Hoofdstedelijk Gewest, werd hij door Moureaux niet eens tegengesproken.

Geldgebrek blijft de meest doortastende hervormer.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content