Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In ‘De Kroonraad’ geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Hugo Schiltz over het proces-Cools, de sociale zekerheid, de gijzeling van bedrijfsdirecties, de Europese top in Brussel, en de sociologische balans in steden als Rotterdam.

nMijnheer Schiltz, het proces-Cools sleept zich, twaalf jaar na de feiten, verder met elkaar tegensprekende getuigenissen en tal van procedure-incidenten.

HUGO SCHILTZ: Ik volg dit proces met speciale aandacht omdat André Cools een goede persoonlijke vriend is geweest, onder meer in de woelige politieke periode van het Egmontpact. Deze moord paste in de verregaande verloedering van een bepaalde politieke klasse. Hoe hebben de partijvoorzitter en de eerste minister kunnen toelaten dat een ministerieel kabinet zozeer in de greep van maffiose figuren kwam?

De gang van dit proces is niet goed voor het al zo geschonden imago van de justitie in dit land. Het gaat toch over een uitzonderlijke misdaad: een moord op een vooraanstaand politiek personage, gepland en uitgevoerd vanuit zijn directe politieke omgeving. Dat het dan meer dan twaalf jaar heeft geduurd vooraleer het onderzoek werd afgerond en het proces kon beginnen, is onaanvaardbaar. Maar als advocaat maak ik dat voortdurend mee, ook in burgerlijke zaken waar soms grote belangen mee gemoeid zijn. De Belgische staat is er niet in geslaagd zijn gerechtelijk apparaat op niveau te houden. De procedureslagen die nu in Luik worden gevoerd ergeren de burger, vooral omdat hij aanvoelt dat we de waarheid ook na dit proces niet zullen kennen. Zelfs mocht Richard Taxquet schuldig worden bevonden, zal men blijven veronderstellen dat er meer achter zat.

Een slecht voorteken voor het proces-Dutroux?

SCHILTZ: Daar houd ik mijn hart voor vast. Ik vrees dat ook dat een circus zonder einde wordt, waardoor de helende werking ervan op de samenleving verloren gaat. Ook in die zaak zal men de procedureslag tot het uiterste drijven. In feite is de strafprocedure zo uitgebreid en misschien ook zo ingewikkeld, ter bescherming van de beschuldigde. Dus moet men goed opletten om het kind niet met het badwater weg te gooien. Maar de overheid mag ook niet toestaan dat de procedure op onredelijke wijze wordt misbruikt. Door advocaten, of door mensen die op geen enkele manier rechthebbende betrokkene zijn.

Minister van Werk en Pensioenen Frank Vandenbroucke (SP.A) luidt nu ook officieel de alarmbel over de financiering van de sociale zekerheid.

SCHILTZ: Het probleem is al lang bekend. Toen ik in de laatste regering-Martens minister van Begroting was, werden wij geconfronteerd met de rentesneeuwbal. Die was er gekomen omdat men tijdens en na de eerste petroleumcrisis de sociale zekerheid was gaan financieren met geleend geld. Dat heeft een verderfelijke schuldenspiraal in werking gesteld die uiteindelijk zelfs heeft geleid tot de devaluatie van de frank. Na vele jaren is die rentesneeuwbal min of meer bedwongen, maar de petroleumschok wordt nu opgevolgd door een demografische schok. Wij hebben onze sociale zekerheid zozeer verfijnd en uitgebreid tot bijna de uiterste welzijnsbekommernis van de burger, dat het hele systeem niet meer houdbaar is. Iedere ingewijde weet dat. Maar pas nu durft een minister er eindelijk schuchter een allusie op te maken.

In Duitsland heeft Gerhard Schröder met loden voeten het terrein betreden, en hij lijkt erin te slagen om al minstens de politieke klasse te overtuigen van de ernst van de situatie. Jan Peter Balkenende doet in Nederland hetzelfde. Of we het graag hebben of niet, het zal ook bij ons moeten gebeuren. De politieke klasse zal de moed moeten opbrengen om boven de tegenstelling meerderheid-oppositie te werken aan een ‘masterplan’. Sommige zeer ruime mechanismen moeten worden teruggeschroefd, en de financiering via bijdragen op arbeid moet worden herzien. Dat is het minimum als we niet met het hele stelsel willen kapseizen.

Kan een selectieve immigratie een oplossing bieden?

SCHILTZ: Nee. Alle demografen en economen weten dat binnen dit en tien jaar de immigratie een noodzaak zal zijn. Het is een paradox voor onze politiek, die voor een deel geobsedeerd en behekst is door problemen die met migratie samengaan. Maar of het nu allochtonen of autochtonen zijn die werk hebben, het structurele probleem van de sociale zekerheid blijft hetzelfde. Tenzij we zoals de Zwitsers tegen de migranten zeggen: ‘Je mag komen om hier een tijdje te werken, en daarna moet je weer vertrekken.’ Maar voor zo een onethische en inhumane houding pas ik.

In Wallonië hebben na de werknemers van Sigma Coatings in Manage nu ook die van Alstom in Beyne de directie van hun bedrijf korte tijd gegijzeld. De vakbonden nemen afstand van die manier van actie voeren.

SCHILTZ: De sociale conflicten in Wallonië worden steeds bitterder, en veel werknemers balanceren op de rand van een psychologische crisis. In Vlaanderen raakt wie ontslagen wordt doorgaans wel aan een nieuwe job, maar in Wallonië is er veel minder beweging op de arbeidsmarkt. Als daar een bedrijf sluit, wordt het verlies aan werkgelegenheid niet elders gecompenseerd. Dat mensen dan vertwijfeld reageren, is begrijpelijk. Maar de overheid mag nooit tolereren dat daarbij fundamentele rechtsregels geschonden worden. Anders wordt de algemene rechtszekerheid ondermijnd. Als bij een staking alles mag, waarom dan bij andere conflicten niet?

Er komen steeds meer sluitingen en delokalisaties van kleinere bedrijfjes. De beslissingen daartoe worden anoniem in een ver buitenland genomen.

SCHILTZ: Dat is een van de kernproblemen van onze tijd. De vervreemding, de aliënatie zouden de marxisten zeggen, die met de globalisering gepaard gaat, is een gevaar voor onze samenleving. De mensen verliezen ieder houvast en hebben het gevoel dat ze de controle kwijt zijn op wat morgen en overmorgen gebeurt. Dat verklaart de onvrede van een groot deel van onze bevolking, hoewel wij Vlamingen de best verzorgde burgers ter wereld zijn. Voor het kapitaal zijn er geen territoriale beperkingen, maar er is geen internationale tegenmacht, noch van de vakbonden noch van de politiek. Bekijk de poespas bij de uitbreiding van de Europese Unie, als dat de counterpower tegen de macht van de multinationals moet worden, staan onze kinderen en kleinkinderen bange dagen te wachten. Ook het intellectuele debat staat nog maar in de kinderschoenen. Er worden aan universiteiten pogingen gedaan om een nieuwe samenhangende maatschappij-opvatting van internationale dimensie te ontwerpen, maar ver staat men daarmee niet. Een gevaarlijke situatie waarbij uiterst-rechts en uiterst-links garen spinnen.

Eind deze week komt de top van Europese regeringsleiders in Brussel bijeen om te praten over de Europese grondwet. Veel hoop op een goede afloop is er niet.

SCHILTZ: Nee, en de manier waarop grote landen als Duitsland en Frankrijk net een loopje hebben genomen met het Stabiliteitspact vergroot het pessimisme over de EU. Nu heb ik bij dat pact zelf wel heel wat bedenkingen. Geen schulden maken, is niet noodzakelijk positief. Het kan ook wijzen op een gebrek aan ondernemingszin en investeringen. Maar áls men uit vrije wil een norm afspreekt, kan het niet dat grote landen hun macht misbruiken om eraan te ontsnappen. Dat is wel een zeer slecht signaal, ook aan de nieuwe leden.

Ik heb altijd gezegd dat men in de EU meer naar verdieping dan naar verbreding moest streven. Maar men heeft zich beroesd aan de uitbreiding, zonder dat het kern-Europa voldoende geïntegreerd was. In plaats van eerst een grondwet op te stellen en dan wie ermee akkoord gaat welkom te heten, heeft men het omgekeerde gedaan. Men heeft eerst Polen en andere landen binnengehaald, en het eerste wat die doen, is de Conventie uit haar hengsels lichten. Je hoeft geen genie te zijn om in te zien dat dit een heel slechte strategie is geweest.

Er komt bijna zeker een Europa met twee snelheden, met België samen met Duitsland en Frankrijk in de kern.

SCHILTZ: Zal dat succes hebben? Amerika kan rekenen op Engeland, Italië, Polen, en wie is nog omkoopbaar? Dan heb je de neutralen: Finland, Zweden, Oostenrijk en dergelijke. Wie blijft nog over voor een avant-garde? Frankrijk, Duitsland en de Benelux, waarbij Nederland ook al anglofiel denkt? Dat is niet voldoende. Ik ben voor een kern-Europa, maar ik vraag me af of het niet te laat is. En als het Europa met de twee snelheden niet lukt, belanden we in een impasse.

Kan de euro de motor zijn voor een meer geïntegreerd kern-Europa?

SCHILTZ: In theorie wel, maar een sterke eenheidsmunt veronderstelt dat de monetaire politiek van de deelnemende landen binnen dezelfde marges blijft. Zoals met de Amerikaanse dollar. Dat kan niet als ieder land opnieuw zijn geldvolume autonoom en soeverein gaat beïnvloeden.

In Nederland wil het stadsbestuur van Rotterdam een betere sociale balans verkrijgen door inkomensnormen te stellen aan nieuwkomers, en door het aantal asielzoekers te beperken. Sommigen vinden dergelijke maatregelen ook nodig voor Antwerpen.

SCHILTZ: In België is zoiets in strijd met de discriminatiebepalingen in de grondwet. Nederland heeft in meerdere domeinen lange tijd een te laks beleid gevoerd, maar ziet nu in dat er nood is aan behoedzaamheid en regulering. De alledaagse werkelijkheid van de menselijke samenleving beantwoordt niet steeds aan de theoretische schema’s. In feite moet de sociale mix van allerlei bevolkingsgroepen in een stad spontaan ontstaan. Je kan dat niet opleggen. Het grote probleem is de stadsvlucht, de meer gegoede klasse gaat buiten de stad wonen. Met dat fenomeen kampt ook Antwerpen, zij het dat de gevolgen daarvan minder zwaar doorwegen dan in Rotterdam. Antwerpen heeft ook probleemwijken, maar we mogen niet overdrijven: er is geen Harlem of geen Bronx. En de toestand is aan het keren. Renovatie van de infrastructuur en een bruisend socio-cultureel leven gaan op de duur toch weer aantrekkingskracht op de middenklasse uitoefenen. En het mobiliteitsprobleem draagt ook een steentje bij. Wie in de stad werkt, heeft er alle belang bij om er ook te wonen, op loop- of fietsafstand van zijn job. Dat spaart per dag twee uren aanschuiven in de auto uit. De scheiding van wonen en werken, die twintig jaar geleden opgeld maakte, is een planologische flater geweest. Men komt daar van terug, en daar kunnen grote steden van profiteren.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content