Knack vroeg drie insiders wat ze vinden van het plan Lagae-Van Reeth.
‘Wie heeft er nog tijd om zes uur aan een stuk tv te kijken?’
‘Mijn ideale wieleruitzending ziet er zo uit: je gaat in de ether rond vijf uur, wanneer de mensen van hun werk komen. Eerst krijgen ze de highlights tot dan toe, zoals de start en de aanvallen waarmee de ontsnapping gevormd werd. Daarna volgt een gebalde finale van iets meer dan een uur. Twee uur topkoers waarin er voortdurend iets gebeurt. Minicamera’s op de zadels of de helmen maken het nog spannender. Die beelden moet je wel live tonen, en niet achteraf. Eigenlijk is het te gek voor woorden dat we zulke beelden nu al niet hebben: een groot deel van de actie blijft buiten beeld, terwijl de technologie allang beschikbaar is.’
‘Betere teams werken met professionals’
‘Dat het wielrennen een gesloten wereldje is, zal wel kloppen, maar ik vraag me af of het in andere sporten zo veel beter is. In het atletiek en het tennis zitten toch evengoed veel ex-sporters in bestuursfuncties? Als men licenties wil invoeren voor wielermanagers, dan heb ik daar niks op tegen, maar ik verwacht er ook niet veel heil van. De betere teams hebben sowieso op elk terrein professionals ingezet. Ik, als ex-renner, overzie bij Lotto Soudal het sportieve luik. Naast mij staat een algemeen manager die zich bezighoudt met zaken als het zoeken van sponsors.
Het wielrennen spreekt nooit met één stem, en dat is absoluut een probleem. Vorig jaar konden we elf ploegen samenbrengen in de belangenvereniging Velon, een bescheiden succes. De Franse teams deden niet mee, uit vrees koersorganisator ASO tegen de haren te strijken. Ook Astana en Katusha bleven liever afzijdig. Toch heb je een tegenwicht nodig tegenover de organisatoren, die nu voor het grootste deel bepalen waar de sport naartoe gaat.’
‘Met kleine ploegen vallen te veel renners uit de boot’
‘De grote, belangrijke koersen verlopen inderdaad zeer gesloten. De ploegen schrijven bijna elke keer hetzelfde scenario. Met teams van zes kan niemand nog een wedstrijd controleren. De koersen zouden spannender zijn, want aanvallers krijgen meer ruimte. Nu koersen we in feite allemaal een beetje tegen onze natuur in, want alle renners rijden graag wedstrijden waarbij je het volle pond geeft.
En toch ben ik niet gewonnen voor kleinere teams. Heeft men er wel bij stilgestaan hoeveel jobs dan verloren gaan? Nu al vallen elke winter goeie coureurs uit de boot, wegens geen plaats meer in het peloton. Ik wil niet dat die schifting nog erger wordt.
Veel renners pleiten voor een kleiner peloton omdat ze denken dat het wielrennen daar veiliger door wordt. Ik betwijfel dat. In kleinere wedstrijden vallen we omdat het parcours onveilig is, in grotere omdat iedereen zenuwachtig is en vooraan wil zitten. Teams van zes man veranderen daar niets aan.’