Alan Greenspan, Wim Duisenberg en Toshihiko Fukui blijven ondanks alle kritiek het marsorder van de mondiale economie aangeven.
De machtigste drie mensen in de wereld van de economie? De vraag wordt nooit gesteld in de populaire televisiequizzen. Weinigen zouden trouwens weten te antwoorden dat Alan Greenspan, voorzitter van de Federal Reserve, Wim Duisenberg, voorzitter van de Europese Centrale Bank, en Toshihiko Fukui, gouverneur van de Japanse Nippon Ginko, beslissen over welvaart en welzijn van nagenoeg de hele wereld. Dat gaat nogal eenvoudig. Zowel in Amerika, Europa als in Japan beslissen die centrale bankiers, in heel beperkt comité, of de officiële rente omhoog of omlaag gaat, dan wel onveranderd blijft. Hun verdict is als een marsorder voor de economie. Bij lage rente komt ruim geld beschikbaar voor de ondernemingen om te investeren en voor de gezinnen om op krediet te consumeren of om een woninglening aan te gaan. Met een hoge rente gaat het net omgekeerd. Met hun rentebeleid beschermt elk van die centrale bankiers zijn munt. Zij leven permanent op voet van oorlog met de inflatie. Maar met hun haast exclusieve bekommernis voor de stabiliteit van de dollar, de euro of de yen, maken zij het schone dan wel slechte economische weer.
De drie oude mannen – de serieuze wereld van het geld aanvaardt nog dat wijsheid met de jaren toeneemt – zijn niet verkozen en aan niemand verantwoording verschuldigd. Ze zijn onaantastbaar, zolang prijsstijgingen de waarde van het geld niet te veel beschadigen. De dominante invloed van de centrale bankiers op economie en politiek is niet altijd zo groot geweest als in de voorbije decennia. Maar nu de economie maar blijft aanmodderen, lijkt hun prestige te verbleken. Een invloedrijke Amerikaanse economist als Edward N. Luttwak, die nogal wat karweien voor het Witte Huis en het Pentagon opknapt, durft het aan te ontkennen dat centraal bankieren een vak is – en hij is niet de enige die zulke sneren uitdeelt. Het gaat om een soort bijgeloof, betoogt de criticaster, central-bankism, in stand gehouden door een kaste van hogepriesters. Zij worden door de belastingbetaler betaald, maar leggen alleen verantwoording af aan het hoge gezag van de harde munt. Greenspan, Duisenberg en Fukui zijn als het ware de Panoramixen van het Gallische werelddorp en zij houden volkse stamhoofden zoals Abraracourix onder controle. En hun magisch drankje is de rente.
Neemt niet weg dat de hele economische wereld, de financiële markten en de beursspeculanten in de eerste plaats, aan hun lippen hangt. De politici zijn voor hen bevreesd. Alle deuren gaan voor hen open. Ze nemen deel aan topconferenties, zoals die van de G7 van de rijkste industrielanden. Ze lijken alles te weten en veel onder controle te kunnen houden. Ze orakelen als die in Delphi. Kortom, zij zijn de monetaire autoriteit – die onterecht niet wordt gezien als een vierde staatsmacht, naast de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke. Die drie machtigste mannen van de wereldeconomie staan dezer dagen vooraan in het nieuws.
GEORGE W. REDDEN
Alan Greenspan is gecharmeerd dat president George W. Bush hem een nieuwe ambtstermijn aanbiedt. De 77-jarige, die onlangs nog de financiële wereld alarmeerde met een tweede prostaatoperatie, blijft dan tot juni 2008 voorzitter van de Federal Reserve. Hij betrad zijn voorzittersbureau voor het eerst in augustus 1987. Geen van zijn voorgangers zal er zo lang gezeten hebben als hij. Het komt de president goed uit dat Greenspan als een zachte Republikein door het leven gaat – hij werkte al onder Ronald Reagan, maar hij schoot beter op met de Democraat Bill Clinton, met wie hij samen saxofoon had kunnen spelen wegens in jazz geschoold in de beroemde Julliard School. Vader Bush was in Greenspan ontgoocheld – I reappointed him and he disappointed me. De Maestro, zoals Washington Post-journalist Bob Woodward de centrale bankier in een recent boek beschrijft, onthoudt zich dezer dagen evenmin van kritiek op zoon Bush: te groot begrotingstekort, onnodige belastingverlaging…
Maar de president heeft de meester nodig. Als economisch opperbevelhebber, om tijdig voor de verkiezingen in november volgend jaar de door de Irakoorlog erg getroffen economie te reanimeren. Greenspan lijkt wonderen te kunnen verrichten. Hij redde met monetaire ingrepen het financiële stelsel na de beurscrash van oktober 1987, de Aziatische crisis van 1997 en de crisis met het Amerikaanse hefboomfonds LTCM in 1998. Vader Bush miste na het succes van de eerste Golfoorlog zijn herverkiezing juist wegens een sputterende economie. Zijn zoon wil hem dit niet nadoen.
Alan Greenspan zal dus niet genieten van een rustige oude dag. Zo hoopt hij het ook. In maart nog waarschuwde hij de Senaat dat langer werken onvermijdelijk wordt. Omdat het aantal gepensioneerden sneller stijgt dan het aantal werkende mensen glijdt de sociale zekerheid regelrecht naar het faillissement. Als de gezondheid mee wil, is langer werken geen zorg, zei de centrale bankier, die gehuwd is met de veel jongere televisiejournaliste Andrea Mitchell.
VRIENDENDIENST
Ook Wim Duisenberg blijft nog een tijdje in dienst. Een vriendendienst aan Parijs. De voorzitter van de Europese Centrale Bank is geen rancuneus type. De Fransen waren in 1998 niet opgezet met de benoeming van de voormalige minister van Financiën in het socialistisch kabinet-Den Uyl en president van de Nederlandsche Bank als eerste baas van de nieuwe ECB. Enkele jaren geleden, halverwege zijn ambtstermijn, probeerden ze Duisenberg nog uit zijn voorzitterszetel te flikkeren, ten voordele van Jean-Claude Trichet. Maar de gouverneur van de Franse nationale bank heeft dezer dagen meer met rechtbanken dan met banken te maken. Hij wordt verdacht van vervalsingen in de jaarrekeningen bij Crédit Lyonnais, waar hij in de jaren negentig overheidsvertegenwoordiger was. Trichet rekent erop dat hij vrijgesproken wordt op 18 juni, en zo ook zijn politieke vrienden. Maar zelfs dan is er nog enige tijd nodig om hem in Frankfurt op de bovenste verdieping van de ECB-toren te krijgen.
Vandaar het gebaar van Duisenberg: hij zal op 9 juli, zijn 68e verjaardag, niet met pensioen gaan. Hij houdt de plaats voor Trichet warm, tot september alvast. Maar als de uitspraak van de rechtbank tegenvalt… Dan staan twee andere Fransen klaar: Jean Lemierre, de voorzitter van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en Christian Noyer, de voormalige vice-voorzitter van de ECB. Dat is het horrorscenario, want als Trichet sneuvelt, is weer alles mogelijk in de monetaire slangenkuil.
De Europese staatshoofden en regeringsleiders zijn opgetogen met de verlenging die Duisenberg wil spelen. Zij vergeven het eigenzinnige hoofd alle onheuse uitspraken over de politici, klagen er voorlopig niet over dat Frankfurt door de inflatie bezeten is en weinig zin heeft in economische stimulansen en roddelen er even niet over dat Europa’s centrale bank nog geen sterk internationaal prestige kon opbouwen. Duisenberg kan met gerust gemoed honderd procent achter zijn vrouw Gretta blijven staan. Hoewel niet weinigen het niet kunnen waarderen dat de vrouw van een publieke figuur openlijk de Palestijnse strijd steunt – ‘de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden is walgelijk’ – en prominent meeliep in de betogingen van het vredesleger tegen de Amerikaans-Britse oorlog in Irak.
En tussen twee haakjes. De Leuvense professor economie en VLD-senator Paul De Grauwe is kansloos geworden voor een functie in het directiecomité van de Europese Centrale Bank. Alleen België steunt hem – en na de verkiezingen allicht niet meer. Daar wachten de andere lidstaten van de eurozone op. Zij verkiezen de vice-gouverneur van de Oostenrijkse centrale bank, Gertrude Tumpel-Gugerell. Zodat na het vertrek van de Finse Sirkka Hämäläinen, een vrouw een vrouw opvolgt. Maar wellicht belangrijker dan die politiek-correcte genderkeuze is het feit dat de Europese centrale bankiers de ongezouten kritiek van de Belgische hoogleraar-politicus op hun monetair beleid niet erg konden smaken. Vorig jaar greep De Grauwe ook al naast het vice-voorzitterschap van de ECB. Hij krijgt weer ruim tijd voor academisch werk, want hij biedt zich voor de komende verkiezingen niet meer aan.
De Nippin Ginko zit in het verdomhoekje. De Japanse centrale bank krijgt bakken kritiek dat hij de fundamentele economische problemen van deflatie, lage economische groei en hoge schulden niet aanpakt. Toshihiko Fukui kreeg in maart een vergiftigde benoeming. Hij moet als opvolger van de alom verwenste Masaru Hayami als het ware het land redden. Ook Fukui zou rustig kunnen rentenieren, maar de 67-jarige wist dat zijn benoeming er zat aan te komen. Hij zou al eerder monetaire topman zijn geweest als hij niet als vice-voorzitter van de centrale bank ontslag had genomen na de arrestatie van een hoge medewerker wegens omkoperij. Als leider van het onderzoeksinstituut van de elektronicagroep Fujitsu bleef hij in de wachtkamer klaar zitten. Japan verwacht veel, zo niet alles van de nieuwe centrale bankier. Die moet jammer genoeg bekennen dat de monetaire pijpen verstopt zitten. De rente bedraagt nul en de bank is royaal in het verstrekken van liquiditeiten.
Guido Despiegelaere