De doodsreutel van een ster

SUPERNOVA Door magnetische instabiliteit wordt de energie in een stervende ster aan de polen geconcentreerd. © Science Photo Library

Superzonnevlammen kunnen de energiesystemen op aarde doen uitvallen. Maar ze zijn klein bier in vergelijking met de finale explosie van een ster.

Onze zon laat voortdurend een gasachtige substantie in de ruimte los, verpakt als de zonnewind of als uitbarstingen bekend als zonnevlammen. Die kunnen tot een verstoring van de draadloze communicatiesystemen op aarde leiden. Die vrees wordt extra leven ingeblazen door de publicatie in The Astrophysical Journal Letters van de ontdekking dat een ster elders in onze Melkweg extreem krachtige superzonnevlammen kan produceren.

Als een doorsnee zonnevlam een hoeveelheid energie loslaat vergelijkbaar met die van 100 miljoen bommen met elk een kracht van een megaton, dan zou een superzonnevlam de energie van een miljard van zulke bommen bevatten. Als de zon zo’n superzonnevlam zou produceren, vallen alle energiesystemen op aarde uit. Gelukkig is de kans op zo’n catastrofe klein. Maar ze is niet onbestaande, want er zou niet veel verschil bestaan tussen de manier waarop een gewone zonnevlam en een superzonnevlam gevormd worden.

De energieproductie van een superzonnevlam is klein bier in vergelijking met wat er gebeurt als een ster sterft. De finale explosie van een stervende ster – een supernova – is zo krachtig dat de gevolgen ervan in het hele sterrenstelsel waarin ze hing te zien zijn. Energie en materie worden met bijna de snelheid van het licht over grote afstanden uitgespuwd. Dikwijls gebeurt dat niet evenredig in alle richtingen, maar geconcentreerd in twee bundels die in tegengestelde richting de ruimte in schieten.

In Nature wordt aan de hand van simulaties op een van de sterkste supercomputers ter wereld uitgelegd hoe die stralenbundels gevormd worden. Alles vertrekt van een interne aandrijving in een uiterst turbulente zone van de terminale ster die steeds chaotischer wordt, onder meer omdat haar magnetisch veld instabiel wordt. Uiteindelijk leidt de instabiliteit ertoe dat magnetische energie geconcentreerd raakt aan beide polen van de ster, van waaruit ze in een ultieme doodsreutel met grote kracht de ruimte in geblazen wordt.

De studie van supernova’s is om meerdere redenen belangrijk. ‘De ene zijn dood is de andere zijn brood’ gaat ook op in de ruimte: onze zon zou een restant zijn van een supernova.

Nature beschreef ook hoe zwarte gaten door hun enorme zwaartekracht in staat zijn sterren aan stukken te scheuren als ze te dicht in hun buurt komen. Ze kunnen stukken van de onfortuinlijke sterren eindeloos ver in het heelal slingeren. In het centrum van onze Melkweg schuilt zo’n zwart gat, maar gelukkig ligt het ver genoeg om te vermijden dat het onze zon (en onze aarde) aan flarden trekt.

DOOR DIRK DRAULANS

Een superzonnevlam bevat een hoeveelheid energie vergelijkbaar met die van een miljard bommen van een megaton.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content