Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

‘Ineens dacht ik aan een cavia die op kantoor werkt.’ Cabaretière en schrijfster Paulien Cornelisse vond het even een onzinnig idee, maar de cavia wilde niet uit haar hoofd. Dus voerde ze Cavia de cavia op in een columnreeks in NRC Handelsblad, én nu in het boek De verwarde cavia.

In uw show Hallo Aarde (2011) had u het over pratende konijnen. Nu over een cavia. Wat hebt u met knaagdieren?

PAULIEN CORNELISSE: (lacht) Cavia’s zijn schrikachtige wezens met een vormeloos lijfje. Die eigenschappen kun je ook aan kantoormensen toeschrijven. Ik beweer níét dat alle bedienden lamlendige wezens zijn, maar op kantoor hangt er vaak een sfeer die mensen kan uitblussen. Ik werkte een poosje op een redactie. Daar constateerde ik dat ik mijn dagen vooral liggend op de oefenbal doorbracht en soms amper aan schrijven toekwam. Kantoren zijn beschermde micromaatschappijen, baarmoeders van bureaumateriaal. Het zijn veilige, duidelijke, prettige plekken waar mensen naartoe gaan zoals ze naar de basisschool trokken. Ze weten wat hen de komende uren te doen staat, en hoeven geen keuzes te maken. Ze moeten uitvoeren. Dat biedt inspiratie om korte scènes over de ‘kantoormores’ te schrijven.

En over de pijnlijke darmen van Cavia.

CORNELISSE: De meeste scènes zijn verzonnen, maar de scène over Cavia’s endoscopisch onderzoek plukte ik uit mijn leven. Ik heb geen endoscopisch onderzoek ondergaan, maar het gesprek over constipatie en obstipatie voerde ik wél met een verpleegkundige toen ik geopereerd moest worden. Het was te grappig om het niet te gebruiken.

Is Cavia uw alter ego?

CORNELISSE: Nee, Cavia is een echte cavia, wat op en buiten kantoor tot veel gênante situaties en misplaatste grapjes leidt. Al wordt ze wel aanvaard door haar menselijke collega’s. Ze is ook passiever dan ik. Maar we zijn allebei verzot op kantoorspulletjes. Als ik een kantoorwarenhandel passeer, loop ik altijd even binnen. Ik hou van de schriftjes, de balpennen en van de orde die er heerst. De onbereikbare orde waar we allemaal naar verlangen.

Dat verlangen naar orde en rust delen we vandaag meer dan ooit. Schreef u dit boek om aan de dagelijkse chaos te ontsnappen?

CORNELISSE: Misschien is escapisme een van de redenen. Al schreef ik het vooral om over die heerlijke kantoorwereld te fantaseren. Cavia wordt omringd door typische kantoortypes die elk een eigen taal spreken. De ‘kantoorlul’ Ruud, bijvoorbeeld, gebruikt verhaspelde uitdrukkingen zoals ‘We gaan met z’n allen wat punten op de horizon zetten’. En de leidinggevenden koketteren met Engels vakjargon. Met zulke lui kun je een vrolijk, licht melancholisch boek opbouwen dat herkenbaar is en dat je meeneemt naar die andere wereld.

Waarom wilde u De verwarde cavia per se zelf uitgeven?

CORNELISSE: Het boek heeft een prachtige, luxueuze cover. Als een reguliere uitgever het had uitgegeven, was er een lastig gesprek nodig geweest om die extra kosten voor die extra chique cover te maken. Ik hou niet van zulke gesprekken. Ik ben geen sociaal dier – nog een overeenkomst met de cavia – en daarom was zelf uitgeven, ondanks het vele werk, een verademing.

Ontmoeten we Cavia straks in het theater?

CORNELISSE: Ik speel het liefst alleen, maar ik kan in mijn eentje geen kantoor spelen. Er schuilt wél een luisterspel in De verwarde cavia. Tijdens de boekpresentatie lees ik voor en spelen acteurs enkele scènes na. Het wordt een avond die, net als het boek, de mensen aan het lachen wil brengen én hen op het hart wil drukken dat we nooit mogen vergeten, zeker nu niet, dat au fond alle mensen – en alle cavia’s – gewoon goede wezens zijn.

De verwarde cavia ligt vanaf 13/04 in de boekhandel. Info: www.pauliencornelisse.nl

Els Van Steenberghe

‘Ik kan hier geen voorstelling van maken. Ik kan in mijn eentje geen kantoor spelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content