Volgende week gaat Zuid-Afrika naar de stembus. Het ANC wint, dat staat vast. De vraag is wat de partij met die zege gaat doen. Tien jaar na het afschaffen van de apartheid maakt de oppositie zich zorgen over de al te grote macht van de partij van president Thabo Mbeki.
Het is een vreemde gewaarwording de Zuid-Afrikaanse oppositieleider Tony Leon te zien oreren in een township. Onder luid gejuich wordt hij onthaald, uit duizenden kelen klinkt ‘Tony, Tony, Tony’ en zijn toespraak, waarin hij het African National Congress (ANC) van president Thabo Mbeki aanhoudend de oren wast, moet steeds worden onderbroken voor tussentijds applaus. Stanley Mbambo, een van de dolenthousiaste aanhangers van Leons Democratic Alliance (DA), vindt de grote belangstelling in township Tembisa zo vreemd nog niet. ‘Tot 1994 mochten we niet stemmen en werden we ongevraagd door de witten geregeerd’, zegt Mbambo. ‘Dan is het toch het toppunt van bevrijding om, als je eenmaal wel stemrecht hebt, zelf te beslissen een witte kandidaat te steunen?’
Mbambo heeft misschien gelijk. Maar atypisch is het wel. Want alle verkiezingsstatistieken ademen bij de derde democratische verkiezingen de erfenis van de apartheid, de erfenis van gescheiden werelden. Vooral nu de partijprogramma’s van de grote partijen elkaar inhoudelijk nauwelijks ontlopen – alle partijen beloven de door het openstellen van de economie gigantisch gestegen werkloosheid aan te pakken, de criminaliteit te bestrijden en de armoede te verminderen – zijn kleur, en in mindere mate etniciteit, andermaal de meest bepalende factoren voor de politieke voorkeur.
De uitslag van de parlementsverkiezingen van volgende week woensdag staat dus al goeddeels vast. Het ANC wint en meer dan negentig procent van de stemmen op die partij zal afkomstig zijn van het trouwe potentieel zwarte Zuid-Afrikanen – goed voor driekwart van de totale bevolking. De versnipperde oppositie, die strijdt voor de resterende parlementszetels, poogt met wisselend succes door de oude scheidslijnen heen te breken in de hoop aanhangers uit nieuwe, volksrijkere groepen te mobiliseren. Maar dat lukt, afgaande op de statistieken, nauwelijks. Het ANC is een onneembare vesting.
Het ANC luistert niet
Tony Leon, politiek erfgenaam van de liberale apartheidsoppositie van Helen Suzman, heeft de krachten gebundeld met de Inkatha Freedom Party (IFP) van Mangosuthu Buthelezi. Samen hebben ze, tot onvrede van het ANC, het lakse aidsbeleid van de regering inzet gemaakt van hun campagne. Een ‘menselijke catastrofe’ mag niet ‘gepolitiseerd’ worden, vindt de grootste partij. ‘ Shame on you, mister president’, buldert Leon in de verkiezingstent. ‘Als u eerder naar uw volk had geluisterd, had u miljoenen doden kunnen voorkomen.’
Het ANC luistert niet, vindt Leon. Zoals de partij sowieso lijkt losgezongen van de samenleving. De ‘almacht van het ANC’ is hem een doorn in het oog. Geregeld verwijst hij, als om zijn argumenten kracht bij te zetten, naar het gedesintegreerde buurland Zimbabwe. Niet alleen omdat hij vindt dat het ANC kritischer zou moeten staan tegenover voormalig strijdmakker Robert Mugabe en Mbeki’s ‘stille diplomatie’ geen zoden aan de dijk zet, ook omdat hij weet dat ‘Zimbabwaanse toestanden’ de ultieme angst van veel Zuid-Afrikaanse kiezers is.
‘Ook Zimbabwe begon begin jaren tachtig als een sympathieke meerpartijendemocratie. Nu wordt het land geleid door een repressieve megalomane dictator. Dat is het onvermijdelijke resultaat van één man met één te machtige partij. Daar moeten wij voor waken’, aldus Leon in de marge van de bijeenkomst in Tembisa. Hoewel de Zuid-Afrikaanse democratie een andere dynamiek heeft dan de Zimbabwaanse, erkent ook Leon, begint de heerschappij van het ANC toch nare trekjes te vertonen. ‘Zuid-Afrika verdient beter’ roept het affiche van zijn partij. En op een andere poster waarschuwt Leon de twijfelende achterban om niet per ongeluk op de met het ANC collaborerende Nuwe Nasionale Party, te stemmen. ‘Die NNP is met die ANC’, meldt een andere verkiezingsposter van Leon dreigend.
De tweederde meerderheid die voor het ANC bij de komende verkiezingen zelfs door de voorzichtigste onderzoeksbureaus wordt voorspeld, zou funest zijn voor het democratische proces, vindt Leon. Het zou de regerende partij de macht geven eigenstandig de grondwet te veranderen, bijvoorbeeld om tijdens de komende vijf jaar een derde regeertermijn voor Thabo Mbeki mogelijk te maken. Zelf ontkent het ANC in alle toonaarden de tweederde meerderheid te willen gebruiken. ‘De grondwet is mede door ons gemaakt’, zei de president onlangs. ‘Waarom zouden wij ‘m dan nu al weer willen veranderen?’ Maar Leon vertrouwt het niet.
Het gaat Leon bovendien niet alléén om die grondwet. ‘Door samen te werken met Buthelezi willen we laten zien dat een alternatief model in dit land mogelijk is en de kiezers niet voor altijd in een eenpartijstaat hoeven te leven. Het bestuur in Zuid-Afrika is vrijwel gemonopoliseerd. We hebben genoeg voorbeelden uit de regio om te zien wat voor soort ellende dat kan veroorzaken. Niet alleen in Zimbabwe, overal op het continent. Een meerpartijenstelsel is belangrijk en mag niet alleen op papier bestaan.’
Maar het is toch evengoed democratisch als mensen massaal op het ANC stemmen? Leon: ‘Ja, democratisch is het wel. Maar het gaat het ANC al lang niet meer alleen om controle in het parlement. Het ANC wil ieder radertje van de samenleving in zijn macht krijgen. De partij wil de publieke omroep domineren, de scholen, de grote bedrijven – alles. Dat is klassiek leninisme, totale macht. Voor een jonge democratie als de onze is dat niet goed.’
Krasse taal. Toch weegt Leon de laatste weken zijn woorden, beducht voor weer een sneer van het ANC én beducht zichzelf buitenspel te plaatsen. Het ANC is hypergevoelig voor kritiek op zijn dominante rol in de Zuid-Afrikaanse politiek en trekt snel de ‘raciale kaart’. Tegen het verwijt van white fear – angst van witte Zuid-Afrikanen voor zwarte dominantie – kun je je niet verdedigen, weet Leon.
De strijd tussen de uitgesproken straatvechter Leon en de contemplerende president Mbeki, twee absolute tegenpolen, is de laatste maanden niettemin permanent voorpaginanieuws. Wekelijks worden in webnieuwsbrieven en in de kolommen van kranten de laatste akkefietjes uitgevochten. Zo riep Leon de president aan het begin van de campagne op om met hem voor de nationale televisie in debat te gaan. Een heus verkiezingsdebat, stelde hij zich voor. Maar het ANC weigerde per ommegaande. ‘Het ANC gelooft dat democratie eerst en vooral om mensen gaat, niet over podiums, platforms of ego’s van politici’, repliceerde de partij. En de spindoctor van Mbeki zond er nog een persbericht achteraan. ‘Het is het summum van arrogantie als de leider van de DA zou denken dat het ANC zijn boodschap voor de mensen via hem zou willen vertolken.’
Ontdooide president
Thabo Mbeki, de zonderlinge mensenschuwe aidsdissident in gesprek met het volk? Ja, het kan verkeren. Zuid-Afrika maakt dezer dagen kennis met een volledig ontdooide president. Als herboren spreekt hij zijn aanhangers toe, voert beleefdheidsgesprekjes met ondernemers en herstelt met verzoeningsretoriek à la Mandela de banden met alle groepen in de samenleving die hij de laatste vijf jaar van zich vervreemd heeft. De campagne voor zijn onbetwistbare herverkiezing maakt het beste in hem los, schrijven verbaasde commentatoren in Zuid-Afrikaanse kranten.
De campagne van de regeringspartij sluit naadloos aan op de viering van tien jaar democratie. Iedere dag wordt op radio en televisie het euforische gevoel van 1994 in herinnering geroepen. Handig gebruikt Mbeki de ANC-victorie op het apartheidsregime. ‘Vele jaren geleden beloofden wij dat Zuid-Afrika vrij zou worden. En nu ís Zuid-Afrika vrij. Als wij dan vandaag beloven dat er een dag komt dat jullie niet meer zuchten onder armoede, dan moeten jullie ons geloven’, hield de president eind maart een menigte aanhangers in een arme wijk bij de stad Rustenburg voor.
Zo’n verwijzing naar het verleden werkt, zegt Allister Sparks, de nestor van de Zuid-Afrikaanse journalistiek. ‘Bevrijdingspartijen hebben jarenlang krediet. Daarvan zijn in Afrika talloze voorbeelden te noemen. Oppositiepartijen kunnen daar meestal weinig vat op krijgen.’ Sparks, chroniqueur van de apartheidsjaren en nog altijd een van de beste ingevoerde Zuid-Afrikaanse reporters, publiceerde vorig jaar een boek waarin hij de balans opmaakt van tien jaar democratie. Het verscheen onlangs in Nederlandse vertaling onder de titel Het wonder voorbij; een geschiedenis van het moderne Zuid-Afrika (Uitgeverij Anthos). Zuid-Afrika, het land van twee snelheden, het land waarin Eerste Wereld en Derde Wereld zo dicht bij elkaar liggen en waar de regering niet de elite, maar de onderontwikkelde massa vertegenwoordigt, is volgens hem niet minder dan een ’testcase voor een nieuwe wereldordening’. Als het in Zuid-Afrika niet lukt de welvaart te verdelen, dan zal het nergens lukken.
Maar, constateert Sparks, het land is op de goede weg. Er is de afgelopen tien jaar bijzonder veel gedaan om ‘derdewereldgebieden’ van eerste levensbehoeften te voorzien. Bijna negentig procent van de mensen heeft inmiddels toegang tot schoon drinkwater, zowat driekwart heeft de beschikking over elektriciteit en er zijn duizenden huizen, klinieken en scholen gebouwd. Daarnaast is de failliete boedel die de regering in 1994 van het apartheidsregime erfde weer aangezwengeld. Zonder de socialistische blauwdrukken van het ANC in ballingschap, maar met een ultraliberaal beleid dat investeerders aantrok en, vooral, lokale ondernemers geruststelde, is ondanks de recessie ook de laatste jaren nog een bescheiden economische groei genoteerd. De Zuid-Afrikaanse rand is ondertussen een van de best presterende munten in de wereld. Niet handig voor de export, wel een goede indicator voor het vertrouwen in de Zuid-Afrikaanse toekomst.
De almacht van het ANC wordt volgens Allister Sparks zwaar overdreven. Er is wel degelijk oppositie, zegt hij, alleen is die niet terug te vinden in het parlement maar in de ANC-alliantie zelf. ‘Alle parlementaire oppositiepartijen staan rechts van de regering en fungeren slechts als een soort waakhond. Ze stellen goede vragen, maar invloed hebben ze niet. Laat staan dat ze een alternatief voor de toekomst bieden’, meent Sparks. ‘De ANC-alliantie kwam ooit samen met slechts één duidelijk doel: het omverwerpen van de apartheid. Maar de alliantie bestaat nog steeds en vertegenwoordigt vandaag de dag alle mogelijke zienswijzen. De vakbond Cosatu (die samen met de communistische partij deel uitmaakt van de ANC-alliantie, nvdr) is bepaald ongelukkig met het regeringsbeleid ten opzichte van Zimbabwe en zal zich op termijn ook harder opstellen bij het privatiseringsbeleid of de minimumlonen. Op een gegeven moment klapt die alliantie dus uit elkaar. Dat is het moment voor werkelijk alternatieve machtspartijen. Wanneer? Na de volgende verkiezingen, gok ik. Over nog eens tien jaar dus.’
De opvolgingskwestie wordt dan echt interessant. ‘Toen Mandela president was, wist iedereen dat Mbeki de volgende president zou worden. Nu ligt het volstrekt open en bestaat de kans dat de alliantie uit elkaar valt. Met een opvolgingsstrijd binnen een partij creeer je vijanden en tegenstellingen.’
Tony Leons vrees dat het ANC uiteindelijk zijn machtspositie gebruikt om de grondwet te wijzigen en een derde regeringstermijn van Mbeki mogelijk te maken, lijkt Sparks ongegrond. De partij heeft door overgelopen parlementsleden nu ook een tweederde meerderheid in het parlement, en heeft daar toch geen gebruik van gemaakt. ‘Dus what’s new? De partijen die vrezen dat het ANC de grondwet wil veranderen, willen hierin zélf grootscheepse wijzigingen doorvoeren. Ze pleiten immers voor de doodstraf.’ Bovendien, zegt Sparks, die zich voor zijn boek ingroef in de psyche van de president, hoeft het voor Mbeki allemaal niet zo nodig. ‘Hij ziet zichzelf als een woordvoerder van de zich ontwikkelende wereld, als een nieuwe Nehru. Hij heeft een mondiale visie op het verdelingsvraagstuk en hij denkt dat hij de onderontwikkelde landen in overlegorganen van de ontwikkelde landen, zoals de G8, een stem kan geven. Daarvoor wil hij de African Union en al die andere structuren die hij zelf heeft gecreëerd gaan gebruiken. Voor het presidentschap van Zuid-Afrika heeft hij dan geen tijd meer.’
Tegenmachten
Dus Zuid-Afrika gaat niet naar de verdoemenis? ‘Dat lijkt me niet’, zegt Sparks. ‘Dit land stond in 1994 op de rand van oorlog. Nu is het overal rustig, nota bene in verkiezingstijd. Dat is een prestatie. De westerse wereld is enkel en alleen pessimistisch omdat ons land in Afrika ligt. Maar bijna alle vergelijkingen met Zimbabwe gaan mank.’
Politiek analist Moeletsi Mbeki vindt het ‘waanzin’ om Zuid-Afrika überhaupt te vergelijken met andere landen in Afrika. ‘Zuid-Afrika is geen bananenrepubliek’, zegt de kritische broer van de president verontwaardigd. Mbeki is bestuursvoorzitter van Endemol Zuid-Afrika en wegens zijn scherpe kritiek op de regering veelgevraagd commentator op radio en televisie. De laatste tijd wordt hij vaak uitgenodigd voor commentaar op het regeringsstandpunt ten aanzien van Zimbabwe. Vroeger werkte hij daar als journalist.
Moeletsi Mbeki : ‘Er is in heel Afrika maar één land dat een hoger bnp heeft dan onze provincie Gauteng (waarin Johannesburg en Pretoria liggen, pv). Dat is Egypte. En er wonen maar acht miljoen mensen in Gauteng. Vergelijk ons met Brazilië of Chili. De meerderheid van de Zuid-Afrikanen is niet afhankelijk van de overheid. Dat is in veel andere Afrikaanse landen wel anders. In landen als Tanzania is de overheid zelfs een van de grootste werkgevers van het land. In Zuid-Afrika draait alles om de private sector en de non-profitsector. Daardoor is de regering een aanzienlijk zwakkere institutie dan in de rest van Afrika.’
Het is een zegen voor het land dat economische belangen zo doorslaggevend zijn, vindt Mbeki. De ‘feitelijke macht’ berust volgens hem bij het bedrijfsleven en de civil society. ‘Er zijn zoveel tegenmachten waarmee rekening gehouden moet worden: de burgerorganisaties, de private sector, de kerken en de vakbonden. Het ANC kan nog zoveel proberen te controleren, maar op de civil society hebben ze geen vat. Dat maakt het ANC een relatief zwakke partij. De partij is voor een groot deel van het electoraat afhankelijk van de civil society, van de vakbonden en de kerken. Als bisschop Desmond Tutu zich kritisch uitlaat over het aidsstandpunt van het ANC, dan wordt daar binnen de partij zeer serieus rekening mee gehouden. De kerken staan garant voor enorme massa’s kiezers.’
De machtige civil society heeft uiteindelijk geleid tot een ommekeer in het aidsbeleid, waardoor sinds deze maand antiretrovirale medicijnen worden verstrekt. Moeletsi Mbeki : ‘De regering, één bewindspersoon in het bijzonder die ik niet bij name zal noemen, heeft om mij volstrekt onduidelijke en nog altijd onverklaarbare redenen een dissident standpunt ingenomen. Het is volledig te danken aan de Treatment Action Campaign, de kerken en de private sector dat dit standpunt is aangepast. Nogal laat natuurlijk, en we gaan een enorme ramp tegemoet, maar het is mooi te zien dat de regering door de bevolking gedwongen wordt haar standpunt te veranderen en nu antiretrovirale medicijnen verstrekt. Zoiets zou in Zimbabwe volstrekt onmogelijk zijn. Wat Tony Leon ook mag denken.’
Door Peter Vermaas
Het ANC is hypergevoelig voor kritiek op zijn dominante rol en trekt snel de raciale kaart.