Explosief en absurd Hollywoodvertier.
Te oordelen naar drie grote zomerblockbusters die in deze weken op ons worden losgelaten, is het met de Hollywoodse actiefilm maar povertjes gesteld.
?Batman & Robin? heeft op het eerste zicht alles om een film te zijn waaraan je veel pret beleeft. George Clooney, die de rol overneemt van Val Kilmer en Michael Keaton, is de eerste Batman met charisma. Jammer dat hij zo weinig te doen heeft : Batman is hier bijna bijkomstig geworden, de schurken hebben het roer overgenomen. Schitterend zijn ze wel : Arnold Schwarzenegger is Mr. Freeze, een reusachtige menselijke ijsklomp die zijn vijanden bevriest ; Uma Thurman is Poison Ivy, een femme fatale met giftige lippen, zodat ze al kussend haar aanbidders de dood injaagt.
De decors in duizelingwekkende neo-expressionistische film noir-stijl zijn weergaloos. De accessoires zijn om van te snoepen, en dan heb ik het minder op de SM parafernalia dan op de gestroomlijnde Batmobielen waarmee de vleermuismensen door Gotham City zoeven. Er is dat overheersend gevoel van duisternis en somberheid dat allerlei cinematografische echo’s oproept. Er is de bombastische score van Elliot Goldenthal die bijwijlen een Wagneriaanse allure heeft.
Zo zijn er misschien nog een half dozijn opmerkelijke kwaliteiten. Maar één ding ontbreekt helaas de essentie : een goed regisseur. Het is alsof je een roman zou lezen die de juiste ingrediënten bezit maar zo slecht is geschreven dat je het boek in wanhoop tegen het plafond smakt.
Joel Schumacher die na de twee eerste Batmanfilms het roer overnam van Tim Burton, blikt ook zijn tweede Batman avontuur (na ?Batman Forever?) in als een krakkemikkig stripverhaaltje. Zijn film is een overgeproduceerde verkleedpartij, vol misplaatste camp-humor die de heroïsche dimensie van het verhaal voortdurend ondermijnt. Je zit er verveeld en hooguit wat geamuseerd naar te kijken, zonder ook maar op enige manier betrokken te raken bij de nieuwste Batman-avonturen.
De rode draad door het verhaal is dat Batmans sidekick Robin ( Chris O’Donnell) nu moet leren zijn meester te vertrouwen en vice versa. Gezien de titel en de homo-erotische appetijt van Schumacher, zou je denken dat de prent de troebele zones zal verkennen in de vriendschap tussen het gepantserde duo. Maar daar is niets van aan, al wordt dit dan wel tegengesproken door de fetisjistische manier waarop de camera over hun anatomisch opgewaardeerde zwarte rubberpakken glijdt.
Om alle geruchten over de Batman-Robin vriendschap de kop in te drukken, mag Batgirl ( Alicia Silverstone) een tijdlang een wig drijven tussen de twee. In ?Clueless? was Silverstone nog een charmante verschijning, maar als ze zo blijft aankomen wordt ze binnenkort concurrentie voor Shelley Winters.
DE VLEERMUISMAN
De enige echt gemeende emotie is gereserveerd voor de liefde tussen Bruce Wayne en zijn toegewijde butler Alfred die stervende is. Terminale conditie die door Schumacher schaamteloos wordt uitgemolken alsof hij een vervolg aan het draaien is van zijn tearjerker ?Dying Young?. ?Dying Old? misschien ?
Schumacher is van huize uit etaleur en dat zullen we geweten hebben. Het enige wat deze opsmukker echt stimuleert, is het grillige zilveren karkas van Arnold. Van enige mise en scène is er geen sprake, van zinledig effectbejag en dito videoclip-esthetiek des te meer. Zo kan Schumacher maar niet genoeg krijgen van zijn kantelende camera om een of andere incoherente achtervolging rommelig in beeld te zetten.
De actie is flitsend, hectisch en vooral onbegrijpelijk. Het gaat allemaal razendsnel, een goedkoop foefje, meer en meer in trek om te verhullen dat wat we zien kant noch wal raakt.
Toegegeven, Tim Burton toonde zich in ?Batman? (1989) en ?Batman Returns? (1992) ook geen kei in het ensceneren van pure actie, iets wat hem trouwens niet interesseerde. Het was hem om iets anders te doen : om het creëren van een bizarre onderwereld van outcasts en schaduwwezens. De vleermuisman als uiterste consequentie van de lokgroep en de mythe van de verschoppeling, de superbegaafde kierewiet die het daglicht schuwt.
Burtons grandioos Gotische ?Batman? films waren naar Hollywoodnormen behoorlijk somber en neerslachtig. Warner, de producerende studio, had duidelijk geen zin om zijn winstgevende concessie totaal te laten opblazen en in zwartgalligheid te laten ondergaan.
Schumacher werd verondersteld het speelser te maken, wat er in de praktijk op neerkwam dat hij het onnozel maakte. En alles fake overkomt : van de dreiging die van de schurken hoort uit te gaan, de trauma’s van de Bat-drievuldigheid (alle drie weeskindertjes) tot de symbolische accessoires die allerlei visioenen van pijn en wellust oproepen.
Toen de gereputeerde Nederlandse cameraman Jan De Bont voor de bombus-thriller ?Speed? (1994) in de regisseursstoel ging zitten, was het resultaat zo meeslepend, dat meteen het gerucht de ronde deed dat hij vroeger veel meer had gedaan dan alleen maar fotograferen. Hij zou naar eigen zeggen bij het ensceneren van moeilijke actieklussen meermaals de baas geweest zijn op de set. Wie de films ziet die John Mc Tiernan en Paul Verhoeven zonder hem hebben gemaakt (?Die Hard 3?, ?Showgirls?), is geneigd hem te geloven.
?Twister? (1996) was al heel wat minder : dit epos over alles verwoestende tornado’s in het Amerikaanse heartland was alleen een festijn voor meteorologen. Maar van de special effects viel je mond toch wel open.
En dan is er nu ?Speed 2 : Cruise Control?, een film die bewijst dat De Bont ook als hij alleen maar pure actie moet regisseren wel eens een steek laat vallen.
In ?Speed? vormde het gebrek aan verhaal en karakterontwikkeling geen bezwaar : de film was zo’n gestroomlijnde machine van pure vaart en energie, dat het summiere een abstracte kwaliteit kreeg. Het was alsof je naar een tot zijn essentie herleide formule zat te kijken, zo gaaf en sensationeel minimalistisch dat er een forse esthetische kracht van uitging.
ZEEZIEK
De generiek van het logge en veel te trage ?Speed 2? voorspelt al nattigheid : er hebben vier scenaristen op gezwoegd. Maar datgene waarmee ze te voorschijn komen, is erg penibel.
De olijk bedoelde openingsscène waarin Amerika’s sweetheartSandra Bullock haar rijbewijs probeert te halen, is zelfs ronduit beschamend. Om hun spaak lopende verhouding wat op te vijzelen, maken Bullock en haar vriendje Jason Patric een bootreis naar de Caraïben. De scènes aan boord van het luxeschip ?Seabourne Legend? zijn een bedenkelijke kruising tussen in de eerste vervelende fase ?Love Boat? en in de latere, desastreuze fase ?The Poseidon Adventure?.
Het onheil wordt hier niet aangericht door de natuur, maar door een schurk die het schip met explosieven ondermijnt (De Bont heeft duidelijk iets met bommen). Het gaat om een psychotische computertovenaar (gespeeld door Willem Dafoe) die zich op zijn dooie eentje meester maakt van de plezierboot en met een draagbare computer de navigatie en het ontploffingsmechanisme bestuurt. De man die vroeger zelf op een cruiseschip werkte, is gewoon boos omdat hij wegens ziekte werd ontslagen.
Terwijl de boot ondergaat en er slachtoffers vallen, blijft Sandra Bullock maar zeuren dat haar vakantie verknald is. Tenminste als ze niet zelf heroïsch uit de hoek komt en een klein doof meisje redt dat opgesloten zit in een lift. Bullock wordt op haar beurt gered door Jason Patric ; het feit dat hij bij een anti-terreurteam werkzaam is, is natuurlijk aardig meegenomen in zijn strijd tegen de wandelende tijdbom.
Patric is maar een flauwe stand in voor Keanu Reeves, die een actie-ster werd met de eerste ?Speed?. Patric gaat duidelijk gebukt onder al de gefolterde rollen die hij al gespeeld heeft. Je hoort hem luidop denken dat dit toch wel beneden zijn niveau is.
De Bont probeert het ontbreken van verhaal, karaktertekening, zinnige motivatie maar ook visuele energie te compenseren door stunts te water en in de lucht. Soms lijkt het erop alsof hij de absurde acrobatieën van de James Bond-films de loef wil afsteken. Waardoor de film helemaal lachtwekkend wordt.
Het rare aan ?Speed 2 : Cruise Control? is dat zelfs de actie niet bijster goed is geregisseerd. De hele film lang bezondigt De Bont zich aan een nerveus bewegende camera, je zou van minder zeeziek worden. Het eerste grote actietafereel een volgestouwde reddingssloep die terwijl ze te water wordt gelaten vervaarlijk aan het kantelen gaat, met passagiers die uit de boot vallen is verwarrend en onduidelijk in beeld gezet. Er zijn veel te veel close-ups en te weinig totalen die ons een overzicht geven op de hele situatie. Dit is precies waar het schoentje knelt in de huidige actietrend. We worden gebombardeerd door shots en effecten, maar de essentiële beelden die een scène in elkaar doen passen, ontbreken.
Naar het eind toe herpakt De Bont zich : de film wordt pas het laatste half uur spannend, als het om pure verwoestende actie en keihard stuntwerk gaat.
EEN RATATOUILLE
Het cruiseschip stevent eerst af op een olietanker en als dat gevaar op het laatste nippertje kan worden afgewend, ramt de boot een Caraïbisch havenstadje. Dit keer geeft De Bont de toeschouwer waar voor zijn geld en krijgen we de grote verwoesting waarvoor we gekomen zijn. Het hele stadje wordt door de boot aan stukken gereten nee geen decor maar een echt nagebouwd stadje, goed voor 25 miljoen dollar van het budget. En wij die dachten dat film de kunst van de illusie was !
Anders dan ?Speed 2? en ?Batman & Robin? is ?Con Air? geen sequel niet letterlijk tenminste, want in het huidige Hollywood is elke would be succesfilm in hoge mate een vervolg. In dit geval een ratatouille van een heleboel films die hun dienstbaarheid hebben bewezen. ?Con Air? is een bont allegaartje van de ?Airport?-serie, ?The Dirty Dozen?, een vleugje ?The Silence of the Lambs? en ga zo maar door. Om de formule compleet te maken, wordt er ook nog een drag queen bij gesleurd.
De premisse is even kordaat als absurd. De gevaarlijkste criminelen van Amerika worden per vliegtuig naar een scherp bewaakte gevangenis gebracht, een bont assortiment van massamoordenaars, verkrachters, drugsdealers en zelfs de Hannibal Lecter van dienst (gespeeld door Steve Buscemi). Tijdens de vlucht slaagt de super engerd van het gezelschap, Cyrus the Virus ( John Malkovich), er in om de gehate bewakers uit te schakelen en het vliegtuig te kapen. Gelukkig bevindt zich aan boord de onschuldig veroordeelde Poe ( Nicolas Cage) die na acht jaar cel voorwaardelijk vrijkomt. Poe krijgt de kans om tijdens een tussenlanding uit het vliegtuig te stappen, maar hij vertikt het een diabetische gevangene en een bedreigde bewaakster achter te laten. Deze ex-U.S. Ranger weet wat hem te doen staat : op zijn eentje en aanvankelijk in het geheim de strijd aanbinden tegen het knotsgekke geboefte.
Het eerste deel van de high tech-actieprent, de kaping en het omleiden van het vliegtuig, kan er nog mee door, maar zodra het vliegtuig in de woestijn van Nevada strandt, krijgen we een rapsodie van explosies en verwoestingen, culminerend in een noodlanding in het neon-hartje van Las Vegas, waarbij één van die superkitsch hotels er moet aan geloven.
Ergerlijk is de extreem sentimentele ondertoon van dit extreem gewelddadig testosteron-feest : Cage wil gewoon heelhuids terug naar huis bij zijn lief vrouwtje en nog lieftalliger dochtertje voor wie hij zowaar een speelgoedkonijntje heeft meegebracht.
Er lopen bekwame acteurs in rond. Nicolas Cage wiens mismoedige blik meer en meer op Droopy gelijkt is een geloofwaardige actieheld. Hij wordt hoe langer hoe meer getipt als de troonopvolger van Schwarzenegger, Stallone en Harrison Ford, vijftigers die zo zoetjesaan te oud en te stram worden voor de fysieke beproevingen.
Malkovich voert een satanisch nummertje op dat hij met zijn ogen dicht zou kunnen spelen (misschien doet hij dit ook wel). John Cusack maakt het beste van zijn wat passieve rol van de integere, hyperrationele politieman die vanop de begane grond het zaakje probeert te redden en niet meteen klaar staat (zoals zijn collega’s van het FBI) om het vliegtuig uit het luchtruim te knallen.
CHAOTISCHE ACTIE
?Con Air? is de eerste lange speelfilm van de Brit Simon West, maker van reclamespotjes en videoclips, maar de auteur is duidelijk de producer Jerry Bruckheimer (?Top Gun?, ?Bad Boys?, ?The Rock?). Het is zijn eerste soloproductie sinds zijn partner Don Simpson aan een overdosis bezweek niet van slechte actiefilms maar van drugs.
Bruckheimer drukt meteen zijn stempel op deze productie : naast het schaamteloos jatten uit vroegere hitfilms is er de reclamespotstijl met wazige telelenseffecten, ultrakorte shots, het verknippen van mensen tot objecten in super close ups. Je weet ook niet wat nu de grootste aanslag op onze trommelvliezen betekent : de explosies of de beukende rockscore. De opwinding moet komen van pure audio-visuele agressies en zeker niet, god beware ons, van logisch drama. Een dramatische spanningsboog is iets waar Simon West nog nooit van heeft gehoord. Hij raast van de ene luidruchtige climax naar de andere. Aangezien er niets wordt opgebouwd, zitten we er algauw murw geslagen naar te kijken machteloze bioscoopratten in een uit de hand gelopen Pavlov-experiment.
Wie op verwoestingen uit is, krijgt waar voor zijn geld. Maar ook hier ontbreekt de essentie van een goede actiefilm : een regisseur die de toeschouwer wegwijs maakt door de chaotische actie. In plaats daarvan krijgen we een flitsend vuurwerk, we begrijpen niet wat er gebeurt, wie zich waar bevindt, wie op wie schiet. Het kan ons bijgevolg ook gene moer schelen.
Het falen van deze drie films op puur vakkundige gronden is geen toeval, maar is symptomatisch voor een grotere malaise. Het zijn triomfantelijke exemplaren van films die in elkaar geflanst zijn met een cynische minachting voor de klassieke waarden van de verhalende cinema : opbouw, logica, zingeving, motivering, karaktertekening.
Big budget cartoons als ?Con Air?, ?Batman & Robin? en ?Speed 2? tonen ook de negatieve nevenverschijnselen van de digitale montage. Bijna een eeuw lang werden films op dezelfde manier gemonteerd : aan een montagetafel met echte pellicule. Een cut was het resultaat van veel heen en weer schuiven van de pellicule op de Moviola, letterlijk van knip- en plakwerk. De cutter moest zich ook letterlijk een weg banen door een onoverzichtelijke berg filmstrookjes. Nu gebeurt het monteren van dure Hollywoodfilms digitaal, op een Avid of Lightworks computer. Honderden kilometers film wordt opgeslagen in het computergeheugen. Met het klikken van de muis kan de monteur ogenblikkelijk elk stukje visuele of auditieve informatie te voorschijn toveren.
Nu er dus gesneden kan worden met de druk op de knop, wordt er inderdaad gehakt, geflitst en gebombardeerd dat het een lust is. De grens tussen montage en special effects vervaagt. De shots lijken niet langer op een logische of dramatische manier aan elkaar gehecht, maar worden vaak als louter visuele stimuli op het doek gegooid. De orde waarin ze op het netvlies van de toeschouwer branden, doet er niet echt toe.
Het helpt allemaal mee aan de aftakeling van de actiefilm tot een absurdistisch medium voor adolescente fantasieën. En intussen blijft de kassa luid rinkelen.
Patrick Duynslaegher
?Batman & Robin? van Joel Schumacher. (vanaf 16/7 in de bioscoop)?Speed 2 : Cruise Control? van Jan De Bont. (vanaf 23/7)?Con Air? van Simon West (vanaf 9/7).
Schwarzenegger in Batman & Robin : reusachtige ijsklomp.
Cage in Con Air : testosteron-feest.