Kunst, antiek, boeken, oude munten of historische documenten: meestal zijn het verzamelaars die er hartstochtelijk naar speuren. Het moet mooi zijn, of toch zeker speciaal. Dat het later nog iets opbrengt, is mooi meegenomen.
Beleggen in kunstobjecten valt misschien het best te vergelijken met investeren in vastgoed: een huis koop je in de eerste plaats om erin te wonen, maar een stuk grond wordt al eens gekocht uit speculatieve overwegingen. Misschien komt er wel een bouwvergunning voor, en valt er nog een flinke duit mee te verdienen? Als het er echt op aankomt, hoopt élke huiseigenaar dat zijn woning in waarde zal stijgen – wat niet altijd het geval is. Niet alles brengt geld op, zo is dat in de vastgoedsector, met aandelen, en ook met kunstwerken.
Toch is een artistieke belegger meer dan de gewone belegger een ‘believer’. Hij koopt kunstwerken, niet alleen omdat hij ze zélf mooi vindt, maar omdat hij denkt dat binnenkort veel meer mensen ervan zullen houden. Een passie met verschillende dimensies dus, terwijl het bij de aandelenbelegger gaat om de financiële appreciatie van zijn effecten.
Dat is meteen een van de redenen waarom artistieke beleggers zich ophouden in een nogal kleine wereld van veilinghuizen, kunsthandelaars en antiekbeurzen. ‘Van alle Belgen verzamelt twee procent kunst, en daarvan koopt 95 procent uit smaak, uit overtuiging en uit belangstelling’, schat Jan de Maere. Hij is voorzitter van de Unie van de Belgisch-Luxemburgse Kunstmarkt (Ubema), en vicepresident van Cinoa, een internationale confederatie die meer dan 5000 kunsthandelaars vertegenwoordigt.
Of u zo rijk moet zijn als de zee diep is om te kunnen beleggen in kunst? Bij het horen van de astronomische bedragen die tegenwoordig neergeteld worden voor een Picasso, of voor bijvoorbeeld recenter werk van Luc Tuymans, gaan mensen spontaan fluisteren. ‘Met een bescheiden bedrag kun je eveneens aan de slag’, vindt Jan de Maere. ‘Vijf jaar geleden bijvoorbeeld, in het geval van Tuymans, want toen was er van de hype nog geen sprake.’
Het is dus een kwestie van gedegen marktinzicht, en dat krijgt u niet cadeau. Het juiste advies kopen, is de sleutel bij elke vorm van beleggen – en nog meer als u belegt in kunst, vat De Maere samen. Drie belangrijke begrippen bij artistiek beleggen zijn authenticiteit, kwaliteit en toekomstmogelijkheden. Is het werk dat u koopt echt? Zal er binnen twintig jaar – een gemiddelde beleggingstermijn – nog interesse voor bestaan? En van wie?
CHINEZEN
Een voorbeeld: Wim wil 25.000 euro beleggen in kunst, op een termijn van tien jaar. Wil hij de markt vóór zijn, dan is het niet oninteressant om te overwegen daarmee Chinees porselein te kopen. Niet het Chinese porselein dat bestemd is voor export, maar wel de kunstvoorwerpen die ooit gebruikt werden door de Chinese keizers zelf. Waarom? China is een groeimarkt, er zijn veel nieuwe rijken, en hun aantal zal alleen maar toenemen, met een grote interesse voor waardevol Chinees porselein. Wim zal zijn belegging met een flinke winst kunnen doorverkopen.
Een gedegen marktinzicht is niet genoeg. Als artistiek belegger moet u ook oog hebben voor de macro-economische situatie waarin we verkeren, én in staat zijn daarbij de juiste prognoses te maken. Jan de Maere: ‘Nieuwe rijken zijn altijd de beste markt, want ze hebben de grootste behoefte aan sociaal prestige, en de minste kennis over wat ze verwerven. Voor hen is kunst een sociaal geldingsobject.’
Chinees porselein is geen must natuurlijk. In elk deeldomein van de kunst zijn er nichemarkten waarvan je met wat inzicht kunt zeggen dat ze momenteel ondergewaardeerd worden. Denk aan de toekomstige mogelijkheden. Een weloverwogen keuze kan over enkele jaren een grote meerwaarde betekenen, hoewel het altijd een gok blijft.
Actuele kunst houdt een groter risico in dan oude kunst. ‘Niemand kan de toekomst voorspellen’, weet Jan de Maere. ‘Maar nu staat al vast dat een Rubens over twintig jaar nog altijd een Rubens zal zijn. In het geval van een Luc Tuymans is dat veel minder zeker. Zal Tuymans ooit behoren tot de categorie van de grote internationale toppers? Dat is koffiedik kijken.’
ARTISTIEKE INDEX
Verstandig kiezen voor oude waarden dus als u niet houdt van buitensporige risico’s. Actuele kunst is een grillig gegeven, want de hypes in die sector komen en gaan. Negentig procent van de beleggingen in actuele kunst wordt dan ook waardeloos. De tien procent waarmee het wél iets wordt, vermeerdert spectaculair in waarde. Panamarenko bijvoorbeeld, die kan het al opnemen tegen Rubens.
Hoe zit het trouwens met de algemene financiële return bij artistiek beleggen? Beleggen in kunst is duur en niet efficiënt, zegt een recent onderzoek van Iris, het onderzoeksinstituut van de Nederlandse Rabobank. Niet objectief, vindt Jan de Maere. Hij verwijst naar studies van professor Victor Ginsburgh, verbonden aan onder meer de ULB. Uit zijn onderzoek blijkt dat vakkundig beleggen in kunst op zijn minst dezelfde return heeft als beleggen in aandelen of in vastgoed.
Met aandelen hebt u natuurlijk wel het voordeel dat elk aandeel van bijvoorbeeld Philips evenveel waard is. Met kunstwerken van een en dezelfde kunstenaar is dat nooit het geval. Moeilijk te zeggen dus wat nu precies verwacht kan worden als artistieke return. Toch slaagden de Amerikanen Michael Moses en Jianping Mei erin om een soort artistieke index op te stellen. Hun besluit? Gedurende de laatste vijftig jaar leverde een belegging in kunst een jaarlijkse return van 10,9 % op, vergeleken met 10,5 % voor aandelen die deel uitmaken van de belangrijke Amerikaanse S&P 500-index.
Dat wil echter niet zeggen dat u een volledig vermogen kunt investeren in kunstwerken. Ook hier is diversifiëren de boodschap. Jan de Maere: ‘Tien procent van je portefeuille vullen met kunst is zeker verantwoord. Meer dan een derde van je vermogen in kunst investeren: dat zou ik niet aanraden.’
Artistiek beleggen is dus het overwegen waard. Potentieel is er een grote meerwaardefactor, en het is eens iets anders dan de eerder zielloze investeringen in aandelen of obligaties – die u overigens niet aan de muur kunt hangen. Iets van kunst kennen, is enorm aan te raden.
‘The second best is not good enough’, is het credo van Jan de Maere. Waar kunt u als beginnende artistieke belegger terecht voor degelijk advies? ‘Niet op een open markt’, geeft De Maere toe. Hij zelf geeft regelmatig advies aan cliënten van een handvol privatebankinggroepen. Een relatief kleine wereld van grote vermogens, en de beste kunstexperts zijn ‘mensen die je moet kennen’.
Beleggen in kunst doe je best met een stevige spaarpot of met een uitstekende intuïtie, of met een combinatie van die twee. Aan het verhandelen van kunst zijn overigens nogal wat kosten verbonden. Als u kunst koopt op een veiling, bedraagt de commissie die u bovenop de hamerprijs betaalt minstens 20 %. Ter vergelijking: de kosten bij de aan- en verkoop van een aandeel bedragen 1 % of minder.
Wie kunst in huis haalt, mag niet vergeten dat er extra verzekeringen nodig zijn. Beveiliging is evenmin gratis, maar wel noodzakelijk. Bovendien bestaat ook op de kunstmarkt het risico op een zeepbeleffect, waarbij de prijzen eerst onderhevig zijn aan irrationele overdrijvingen, om nadien in te storten. De laatste keer spatte de artistieke zeepbel uit elkaar in 1990, nadat Japanse kopers de prijzen van vooral impressionisten de hoogte in hadden gejaagd. Op de kunstmarkt staat niet meteen een nieuwe zeepbel op springen, zegt Jan de Maere. En toch. Caveat emptor, besluit hij. De koper zij op zijn hoede, maar dat geldt voor élke vorm van beleggen.
DOOR CELINE DE COSTER