De splitsing van de tweetalige kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is een extreem gevoelige en ingewikkelde materie.
N-VA-topman Geert Bourgeois staat in de Wetstraat niet als een praatjesmaker bekend, maar beweren dat – ‘als de Vlamingen het echt willen’ – de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde in een handomdraai kan worden geregeld, was toch meer dan een tikkeltje overhaast. De Vlaamse regering, waarvan Bourgeois deel uitmaakt, eist in haar regeerakkoord weliswaar de ‘onverwijlde’ splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Ze zal daartoe binnenkort ook een eigen wetsvoorstel indienen in de Kamer, dat met een gewone – lees Vlaamse – meerderheid kan worden goedgekeurd. Maar wil de splitsing ook echt kans op slagen hebben, dan zullen er andere politieke wegen moeten worden bewandeld.
Want bij eenzijdige goedkeuring door de Vlamingen zetten de Franstaligen à la minute de alarmbelprocedure in gang, waardoor het dossier naar het niveau van de federale regering verhuist. De Franstalige meerderheidspartijen voorspellen in dat geval zware heibel, misschien zelfs de val van de regering. Van splitsen komt op die wijze in ieder geval niets in huis, daarover hoeft Vlaanderen zich geen illusies te maken.
Tegelijk probeert ook premier Guy Verhofstadt (VLD), via discreet overleg met alle federale regeringspartijen, de splitsing van de kieskring voor elkaar te krijgen. De premier heeft tijdens zijn vakantie in Italië zijn beroemde optimisme teruggevonden. Hij rekent op een doorbraak nog vóór zijn geplande beleidsverklaring van 21 september. Maar ook al gaan de informele gesprekken deze week verder, een akkoord is nog niet binnen bereik. Zelfs de contouren van een mogelijke oplossing zijn nog voor niemand zichtbaar. ‘Maar er wordt gepraat, dat is al iets’, zegt een onderhandelaar die voor het overige een onderhandelingsproces vol doornen en distels verwacht. Toch, wordt gezegd, is de sfeer tussen vice-premiers en partijvoorzitters goed. En ook de pasta die Elio Di Rupo (PS) vorige week in Bergen serveerde, was naar het schijnt uitstekend.
Maar er zal nog veel pasta moeten worden gegeten voor de lucht opklaart. De asymmetrische samenstelling van de verschillende regeringen in het land – met CD&V en N-VA wel in de Vlaamse, maar niet in de federale regering; en de MR wel in de federale, maar niet in de Brusselse en Waalse regering – maakt een brede consensus tussen álle politieke partijen uit álle regeringen noodzakelijk. Een oplossing die uitsluitend vertrekt vanuit de deelstaten of de federale regering is niet levensvatbaar, beseffen de toponderhandelaars. Iedereen moet mee in het bad.
Federaal is de MR – met het militant francofone FDF – uiteraard de onstabiele factor. Nieuwe sterke man Didier Reynders bekwaamt zich snel in de kunst van het schipperen, nu hij simultaan de rol van federaal vice-premier, partijvoorzitter en regionaal oppositieleider moet vervullen. Maar of dat ook zal volstaan om de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde aan zijn achterban te slijten, is erg onzeker. De Luikenaar mag dan niet zo’n communautaire hardliner zijn als de Waals-Brabander Louis Michel, zijn partij telt heel wat mandatarissen wier politieke toekomst onlosmakelijk met het behoud van de tweetalige kieskring is verbonden.
De Vlamingen moeten dan weer rekening houden met de scherpe communautaire opstelling van CD&V en kartelpartner N-VA. Tot nu toe wist Yves Leterme het ongeduld van mensen als Eric Van Rompuy (CD&V) of Bart De Wever (N-VA) min of meer onder controle te houden, maar veel getalm kan de Vlaamse minister-president zich op grond van zijn regeerakkoord ook niet veroorloven. Als er dus niet snel iets wordt geforceerd, moet hij wel in actie komen.
Bovendien hoeven de Vlamingen volgens de in Vlaanderen gangbare communautaire retoriek geen prijs te betalen voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Dat betekent dat een vergelijk over de splitsing nooit als een ordinaire ruiloperatie mag overkomen.
‘Betonneren’
Brussel-Halle-Vilvoorde is dus een dossier met veel haken en ogen aan, zowel voor de politici als voor de technici die een eventuele splitsing in een werkbare regeling moeten omzetten. ‘Het ligt allemaal zeer gevoelig en het is bovendien oneindig veel complexer dan Voeren destijds’, zegt professor Els Witte, voormalige rector van de Vrije Universiteit Brussel. ‘Om te beginnen is het een heel concreet vraagstuk, want het gaat over electorale krachtverhoudingen. Zeker voor de MR en de CDH staat er in de Brusselse Rand veel op het spel. Maar tegelijk raakt dit de kern van ons federale model. Een splitsing impliceert immers dat de banden tussen Franstalige Brusselaars en Vlaams-Brabant voorgoed worden doorgesneden.’
Daardoor zouden Franstalige Brusselse kandidaten bij de federale en Europese verkiezingen niet langer stemmen kunnen ronselen in de 35 Vlaamse gemeenten van Halle-Vilvoorde, waar gemiddeld twintig procent van de kiezers op Franstalige lijsten stemt. Maar Witte gelooft niet in een snelle splitsing. ‘Het wordt aartsmoeilijk’, zegt ze. Voeg daarbij het probleem van de Brusselse Vlamingen, die op eigen kracht in Brussel geen enkele zetel meer halen, en waarvoor er dus een speciale regeling zou moeten worden uitgedokterd. Maar, zegt een federaal onderhandelaar, ‘waarom zouden de Franstaligen daar ook nog eens akkoord mee gaan?’
De premier heeft alvast een lijstje laten circuleren met oude communautaire knelpunten die in het overleg kunnen worden meegenomen, zoals het faciliteitenregime in de zes gemeenten van de Brusselse Rand. Maar het idee van de premier om de faciliteiten in ruil voor de splitsing in de grondwet te ‘betonneren’, vinden de meeste waarnemers onzinnig.
‘Niet ernstig’, zegt ook Francis Delpérée, vooraanstaand grondwetsspecialist en CDH-politicus. ‘Ik behoorde zelf tot de groep experts die in 1988 aan Jean-Luc Dehaene (CD&V) heeft voorgesteld de faciliteiten in de grondwet te laten opnemen.’ Sindsdien kunnen de faciliteiten nog slechts met een bijzondere meerderheid, en dus heel moeilijk, worden gewijzigd. Die grondwettelijke verankering moest de Franstaligen compenseren voor het feit dat Voeren en de zes Brusselse randgemeenten tot Vlaanderen bleven behoren. ‘En nu wil Verhofstadt het beton betonneren, maar dan alleen voor diegenen die op dit moment al in de faciliteitengemeenten wonen. Hij wil ons dus eigenlijk twee keer een loer draaien’, vindt Delpérée.
Maar misschien dacht Verhofstadt wel aan iets anders toen hij voorstelde de faciliteiten in de grondwet te verankeren. ‘Verhofstadt is geen uil’, zegt KUL-hoogleraar publiek recht Paul Van Orshoven. ‘De faciliteiten zelf zijn misschien wel vergrendeld, maar niet de interpretatie ervan.’
Over die interpretatie verschillen Vlamingen en Franstaligen fundamenteel van mening. Voor veel Vlamingen zijn de faciliteiten slechts tijdelijk, en sinds de rondzendbrief uit 1997 van toenmalig Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Leo Peeters (SP.A) moeten inwoners van faciliteitengemeenten die hun overheidsdocumenten in het Frans willen ontvangen, dat dan ook telkens opnieuw aanvragen. Achterliggende gedachte is dat de Franstaligen in die gemeenten na verloop van tijd genoeg Nederlands moeten kennen om vertaling overbodig te maken. Tegen die interpretatie dienden de Franstaligen een klacht in bij de Raad van State. Zij eisen het recht op om in de faciliteitengemeenten tot in lengte van dagen in het Frans te worden geholpen. De zaak zou in oktober eindelijk voorkomen, maar dan kan het nog eens maanden duren voor de Raad van State zich uitspreekt. ‘Waarschijnlijk doelde de premier met zijn voorstel dus veeleer op het betonneren van een bepaalde, de Franstaligen welgevallige interpretatie van de faciliteiten’, denkt professor Van Orshoven.
Dit is slechts één aspect van een bijzonder heikel dossier dat, zolang er geen akkoord is, de rest van de politieke besluitvorming zal blijven verlammen. En dan valt het nog te bezien of de meerderheid van de Vlamingen wel zal begrijpen wat de eventuele splitsing voor Vlaanderen oplevert. De politici doen er goed aan nu al een aantal misvattingen over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde de wereld uit te helpen. Zo zal de verfransing van de Brusselse Rand er niet door worden gestopt, zullen de prijzen van huizen en bouwgronden niet spectaculair dalen, zullen de faciliteiten voor Franstaligen blijven bestaan – misschien zelfs in een versterkte versie – en zullen er in Vlaams-Brabant nog steeds Franstalige politici aan de verkiezingen deelnemen. Paul Van Orshoven: ‘Natuurlijk zijn er ook na de splitsing nog Franstalige kandidaten in Vlaams-Brabant, maar het is natuurlijk veel leuker als die kandidaten tegelijk ook in Brussel kiezers kunnen werven.’
Han Renard
Een vergelijk over de splitsing mag nooit als een ordinaire ruiloperatie overkomen.
De politici doen er goed aan nu al een aantal misvattingen over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te ontkrachten.