De actie van 28 Vlaamse burgemeesters voor de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde haalde uitgebreid de media. Minder persbelangstelling krijgt de vraag naar een eigen gerechtelijk beleid voor Halle-Vilvoorde. Toch is deze eis minstens even pertinent. Want omdat het Brusselse parket de handen vol heeft met de zware criminaliteit in de hoofdstad, blijven te veel zaken in het hinterland onopgelost.
‘Onlangs pakten onze politiemensen Oost-Europeanen op, die in de stationsbuurt in auto’s hadden ingebroken. Op bevel van een parketmagistraat in Brussel werden ze na een paar uur al vrijgelaten.’ Luc Wynants, advocaat en burgemeester (CD&V) van Liedekerke, zucht. ‘De splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel moet er zo snel mogelijk komen, omdat we geen eigen strafrechtelijk beleid kunnen voeren.’
‘De criminaliteit in Brussel verschilt enorm van die op het Vlaams-Brabantse platteland. De Brusselse parketmagistraten en onderzoeksrechters houden daar onvoldoende rekening mee. Omdat feiten die bij ons zwaar wegen, door een Brusselse bril futiel lijken, worden heel wat misdrijven in Halle-Vilvoorde niet vervolgd. Als we kunnen werken met een eigen parket, dat de noden van de streek kent, kunnen we onze problemen veel daadkrachtiger behandelen. De betrokkenheid van de parketmagistraten is dan veel groter. Nu vraagt een meerderheid van de Oost-Europese daders bewust de Franstalige procedure aan, omdat ze menen dat een Franstalige onderzoeksrechter het drukker heeft en minder snel tot een aanhouding overgaat dan een Nederlandstalige.’
In landelijke zones zoals het Pajottenland worden relatief weinig zware misdrijven gepleegd. In de gemeenten nabij de Brusselse ring en de grote verkeersaders klinkt een ander verhaal. ‘Daar hebben de gemeenten last van zware criminaliteit: vooral inbraken in wagens en woningen’, weet Hugo Casaer (CD&V), de burgemeester van Beersel. ‘Wat criminaliteit betreft, spant Brussel in ons land de kroon, maar Halle-Vilvoorde staat zelf ook op de achtste plaats (zie tabel). De hoge criminaliteitscijfers en de typische aard van de misdrijven in onze streek vergen een specifieke aanpak. In de luchthaven van Zaventem, bijvoorbeeld, stellen zich problemen met mensenhandel. Het Brusselse parket verzuipt vandaag in de serieuze criminaliteit van de hoofdstad. Het schenkt veel meer aandacht aan de Brusselse gemeenten en veel te weinig aan Halle-Vilvoorde.’
Als bewijs daarvan, een getuigenis van een politieman uit Vilvoorde die anoniem wil blijven. Het stadscentrum van Vilvoorde wordt geplaagd door een harde kern van ongeveer vijftig, hoofdzakelijk allochtone, jonge vandalen. ‘Een paar weken geleden hebben enkele gedrogeerde en dronken jongeren in de buurt van het internetcafé een bewakingscamera vernietigd. We hebben de daders opgepakt en urenlang ondervraagd, maar de magistraat in Brussel oordeelde dat we hen moesten vrijlaten. Onze korpschef en de burgemeester hadden met de procureur des Konings van Brussel nochtans afspraken gemaakt over een strenge aanpak van dergelijke problemen, maar op het terrein zien we geen verbetering.’ Burgemeester Jean-Luc Dehaene (CD&V) nuanceert dat laatste ietwat. ‘In samenwerking met het parket hebben we onlangs alvast een zeer groot drugscircuit kunnen oprollen, waar die bewuste jongeren in meedraaien.’
Halle is kleinsteeds gebied. ‘Daarom moet criminaliteit hier anders worden aangepakt’, argumenteert burgemeester Dirk Pieters (CD&V). ‘De bestraffing na de daad duurt te lang. De Hallenaren kunnen niet begrijpen dat een kerel die een bejaarde in elkaar heeft geslagen, straffeloos kan rondlopen en misschien pas na drie jaar voor de rechtbank verschijnt.’
Onbegrip leeft er ook bij de politie van Halle. ‘Als onze mensen een dader ’s morgens naar het parket in Brussel brengen, staat hij soms sneller terug in ons kantoor om zijn in beslag genomen auto terug te vragen, dan de combi die hem heeft weggevoerd’, vertelt korpschef Johan Vanwezer. ‘Bij de politie-inspecteurs leidt dat tot frustraties. Alleen als de feiten zwaar genoeg wegen, houdt het parket de daders aan. Maar ik vind dat de feiten in Brussel nogal vlug als “licht” worden beoordeeld. Ook over welk gevolg verder aan een zaak wordt gegeven, krijgen we weinig feedback.’
‘In andere gerechtelijke arrondissementen in Vlaanderen zijn de contacten tussen de politie-inspecteurs en het parket veel persoonlijker’, aldus Dirk Pieters. ‘Een van de redenen voor het gebrekkige contact met het parket, is dat een aantal magistraten geen Nederlands spreekt.’
‘Als een dader voor het Frans kiest, moet de politie een Franstalige magistraat contacteren, die soms geen woord Nederlands spreekt’, vult Johan Vanwezer aan. ‘Onze politie-inspecteurs moeten dan Frans spreken. Dat veroorzaakt wrijvingen en misverstanden. Dagelijkse opdrachten arriveren in Halle nog vaak in het Frans. Maar de inspecteur die het dossier moet instuderen, moet toch over Nederlandstalige documenten kunnen beschikken. Als het dossier hier in het Frans aankomt, sturen we het ter vertaling terug.’
Het slechte contact met Brussel
Ons land telt 27 gerechtelijke arrondissementen, elk met een eigen parket, een rechtbank van eerste aanleg, een rechtbank van koophandel en een arbeidsrechtbank. Dat van Brussel is het grootste. Het bestrijkt de 19 Brusselse gemeenten en de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde. Halle-Vilvoorde is voor zijn juridische beleid compleet afhankelijk van Brussel. Het Brusselse gerechtelijk arrondissement is een mammoet. De 19 Brusselse gemeenten alleen al (992.041 inwoners) vormen het grootste arrondissement van het land. De 36 gemeenten van Halle-Vilvoorde zouden met 565.759 inwoners de zesde plaats innemen.
Het probleem is dat het gerechtelijk arrondissement Brussel zich uitstrekt over twee taalgebieden. De 19 gemeenten van Brussel-hoofstad zijn volgens de grondwet tweetalig gebied. De 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde, waaronder zes randgemeenten, zijn eentalig Nederlands. Voor hun vervolgingsbeleid en de afhandeling van rechtszaken hangen ze echter af van het tweetalige parket en de tweetalige rechtbanken in Brussel.
Op het niveau van de federale politie heeft elk gerechtelijk arrondissement een gerechtelijke directeur en een directeur voor de coördinatie. Halle-Vilvoorde vormt hierop een uitzondering. Deze regio moet het stellen met adjuncten, die aan de directeurs in Brussel zijn toegevoegd. Nogal wat burgemeesters en korpschefs hebben het er moeilijk mee dat de adjunct-gerechtelijk directeur door zijn chef in Brussel op de vingers wordt gezien. ‘Daarom moet er in Halle-Vilvoorde een volwaardig politiearrondissement komen. Dat kan eenvoudig met een KB worden geregeld’, besluit burgemeester Hugo Casaer.
Dat Halle-Vilvoorde geen volwaardig juridisch arrondissement is, heeft ook financiële gevolgen, bevestigt Jos Colpin, de eerste substituut van de procureur des Konings. Terwijl zelfs het kleinste gerechtelijk arrondissement over een gerechtelijk labo en een verhoorlokaal voor minderjarigen beschikt, moet het ’28e arrondissement’ hier (soms vergeefs) voor lobbyen.
De burgemeesters en korpschefs klagen over het moeizame contact met het gerechtelijke apparaat in Brussel, dat bovendien met een ernstige achterstand kampt. Speelt hierbij ook het tekort aan Nederlandssprekende magistraten? Volgens An Kenis, adjunct-auditeur bij de Advies- en Onderzoekscommissie van de Hoge Raad van Justitie, raken vacatures voor Vlaamse parketmagistraten in Brussel momenteel moeilijk ingevuld. Misschien schrikt de grote gerechtelijke achterstand Vlaamse kandidaten af.
Volgens professor emeritus Frans De Pauw (VUB), gespecialiseerd in de taalwetgeving, lijdt het Brusselse gerecht daarnaast ook effectief onder een ernstig gebrek aan kennis van de Nederlandse taal. ‘De taalwetgeving werd in Brussel nooit volledig toegepast. Men heeft er altijd iets op gevonden om justitie te blijven bevolken met mensen uit de traditionele Franstalige milieus. Alle middelen waren daarvoor goed. Zelfs knoeien met het taalexamen. In het verleden werden voor functies die toekwamen aan juris ten met een Nederlandstalig diploma, vaak Franstalige magistraten benoemd, die een taalexamen Nederlands hadden afgelegd.’
‘Aantonen dat er met de taalregeling wordt geknoeid, is niet moeilijk. In de kamers van eerste aanleg spreekt de rechter volgens de wet recht in de taal van zijn diploma. Dezelfde rechter kan dus niet in een Nederlands- én een Franstalige kamer zitting hebben. Vergelijk de samenstelling van de kamers en je merkt dat dit wél het geval is.’
‘In praktijk is het voor een advocaat belangrijk te weten of de rechter de andere taal kent. In plaats van transparantie na te streven, houdt justitie de taal van het diploma en de talenkennis van de rechters geheim. De magistratuur wil geen pottenkijkers. Een maand geleden verklaarde de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie dat geen enkele wettekst verplicht het taalregime van een raadsheer bekend te maken, noch zijn kennis van de andere taal. De eerste voorzitter werd in zijn mening gesteund door de minister van Justitie, Laurette Onkelinx (PS).’
Voor De Pauw hangt de splitsing van het kiesarrondissement samen met die van het gerechtelijk arrondissement. ‘Volgens de grondwet vallen de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde onder het eentalig Nederlandstalig gebied. Als men voor de kieskringen de grondwet wil uitvoeren, moet men dat ook doen voor het gerechtelijk arrondissement. Maar ik ben ervan overtuigd dat er niet gesplitst moet worden, als men bereid zou zijn de taalwetgeving eerlijk en open toe te passen.’
Professor gerechtelijk recht Paul Van Orshoven (KU Leuven) ziet verschillende redenen waarom veel Vlamingen het gerechtelijk arrondissement willen splitsen. ‘Doordat het zich uitstrekt over de taalgrens, ontstaat er in Halle-Vilvoorde een feitelijke tweetaligheid. De Brusselse rechtbanken hebben binnen en buiten de 19 Brusselse gemeenten een andere taalregeling. Binnen het hoofdstedelijke gebied (intra muros) zijn de rechtbanken tweetalig. Daarbuiten (extra muros) zijn het eentalige, Nederlandstalige rechtbanken. Maar de facto gedragen de rechtbanken in Halle-Vilvoorde zich alsof ze tweetalig zijn. In theorie zijn het Vlaamse rechtbanken, in praktijk zijn ze dat alleen als het gaat om Vlamingen die niet in het Frans willen procederen. Vermits Franstaligen hun burgerlijke zaken in Brussel in het Frans kunnen laten behandelen, ontstaat er in de 35 Vlaams-Brabantse gemeenten een feitelijke tweetaligheid, die verder gaat dan wat in de taalwet van 1935 werd toegekend.’
De moeilijke bestuurbaarheid van het arrondissement Brussel is een ander argument voor splitsing. Van Orshoven: ‘De procureur des Konings moet leiding geven aan 125 substituten. Dat laat zich vooral voelen in strafzaken. De gerechtelijke achterstand bij de Franstalige kamers van de rechtbanken van eerste aanleg loopt op tot meer dan 31 maanden. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat weinig Franstalige magistraten slagen in hun taalexamen Nederlands, waardoor in de Franstalige kamers veel vacatures niet ingevuld raken. Om aan de tweetaligheidsvoorwaarden te ontsnappen, heeft men enkele jaren geleden achterpoortjes bedacht, zoals de benoeming van een aantal toegevoegde rechters die eentalig mogen zijn. Blijkbaar vinden veel Franstalige juristen het Nederlands nog altijd niet belangrijk. Maar als er bijvoorbeeld voor de interessante functie van vrederechter gevochten moet worden, zie je ineens een totaal ander beeld. Dan kennen de Franstaligen plots wel Nederlands.’
Geografisch of functioneel splitsen?
Hoe moet de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde gebeuren? Nogal wat burgemeesters – zoals Dirk Pieters (Halle), Leo Peeters (Kapelle-op-den-Bos), Hugo Casaer (Beersel) – dringen aan op een geografische splitsing. ‘Met het kiesarrondissement moet men ook het gerechtelijk arrondissement volgens de territoriale grenzen splitsen’, vindt burgemeester van Lennik Willy De Waele (VLD). ‘De Vlaamse partijen kunnen de splitsing met eenvoudige meerderheid stemmen. Hier hoeft geen enkele prijs voor te worden betaald. De inwoners van Halle-Vilvoorde hebben recht op eigen, Vlaamse rechtbanken en een eigen parket. Uiteraard mogen we de Brusselse Vlamingen niet in de kou laten staan. We moeten Halle-Vilvoorde ook voor hen bevoegd maken.’
Jos Colpin deelt de mening van de burgemeesters: ‘Men heeft een onafhankelijke, Vlaamse regio gecreëerd. Halle-Vilvoorde behoort tot dat Vlaamse landsgedeelte. Men moet gevolg geven aan de staatshervorming. Binnen de huidige structuur kan een Franstalige onderzoeksrechter werken in een Nederlandstalig gebied. De facto hebben de Franstaligen in heel Halle-Vilvoorde faciliteiten. De huidige situatie leidt zelfs tot procedurefouten. Soms stelt men zich bij een Franstalige onderzoeksrechter burgerlijke partij tegen een persoon die in het Nederlandstalige taalgebied woont. Dat onderzoek dient echter in het Nederlands te gebeuren. Als dat niet het geval is, wordt het nietig verklaard, zelfs als het om ernstige feiten gaat.’
‘Ik ben voorstander van de geografische splitsing, met een aparte rechtbank van eerste aanleg en een apart parket voor Halle-Vilvoorde. Zo is het veel makkelijker om een eigen beleid te voeren, zoals dat binnen de Lokale Politiezones in de lokale veiligheidsraden wordt uitgetekend.’
Veel Vlamingen menen dat de zuiver geografische splitsing van het gerechtelijk arrondissement voor de Brusselse Vlamingen geen goede zaak zou zijn. De Brusselse Vlamingen zouden verdrinken in het overwegend Franstalige Brusselse arrondissement. Daarom opteren ze voor de functionele, of asymmetrische herstructurering. Hugo Vandenberghe (CD&V) diende in mei 2001 én in augustus 2003 een wetsvoorstel in die zin in. ‘In het voorstel wordt het gerechtelijk arrondissement alleen functioneel gesplitst, volgens de taalgemeenschappen’, verklaart Paul Van Orshoven. ‘In Brussel komen er dan Nederlands- én Franstalige rechtbanken en parketten. De Franstalige rechtbanken zijn uitsluitend bevoegd voor de Franstalige zaken van de 19 Brusselse gemeenten, de Nederlandstalige rechtbanken voor de Nederlandstalige zaken in Brussel en alle zaken van Halle-Vilvoorde. Dit laatste is natuurlijk een doorn in het oog van de Franstaligen die hun feitelijke faciliteiten in Halle-Vilvoorde goeddeels verliezen. Zij hebben dan alleen nog faciliteiten in de faciliteitengemeenten in de Brusselse rand en in Bever.’
‘Een sterk argument voor de asymmetrische splitsing is dat ze verloopt conform de succesvolle splitsing van de Brusselse unitaire Orde van Advocaten. De balie van Brussel Frans is uitsluitend bevoegd voor de Franstalige advocaten in de 19 Brusselse gemeenten, de balie van Brussel Nederlands is territoriaal bevoegd voor de Vlaamse advocaten in Brussel én alle advocaten in de rand.’
Parket-shopping
Maar er zijn ook tegenstanders van een splitsing, of hooguit voorvechters van een slechts gedeeltelijke splitsing. Jean-Luc Dehaene is alleen gewonnen voor een splitsing op het niveau van het parket: ‘Er zijn problemen wat betreft de vervolging. Het Brusselse parket verdrinkt in de zware, hoofdstedelijke criminaliteit. We moeten echter twee keer nadenken vooraleer we de volledige splitsing eisen van het juridische arrondissement. Er moeten voldoende Vlaamse advocaten en rechters in de hoofdstad aanwezig zijn. Ik ben daarom voor het behoud van het gerechtelijk arrondissement. Ook voor de advocatuur is dat beter. Men zou bepaalde kamers in eerste aanleg wel kunnen decentraliseren en bijvoorbeeld een Vlaamse kamer in Vilvoorde zitting kunnen laten hebben.’
Onder de advocaten van de balie van Brussel Nederlands zijn de meningen verdeeld. De Vlaamse Juristenvereniging sprak zich in het verleden uit voor de functionele splitsing, de balie zelf neemt over de splitsing geen officieel standpunt in. De nieuwe stafhouder, meester Edgar Boydens ziet zelf vooral nadelen: ‘Als de splitsing niet asymmetrisch zou zijn, komt er een aparte balie voor de advocaten die in de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde hun kantoor hebben. De groep Nederlandstalige advocaten in Brussel wordt in dat geval veel kleiner, het probleem van de tweetaligheid in Brussel wordt groter. De splitsing vergt ook bijkomende budgetten voor Justitie, terwijl er nu al middelen te kort zijn om de grote achterstand weg te werken. Ik voorzie ook praktische problemen voor de advocaten, die zich via de overvolle Brusselse Ring van de rechtbanken in Halle-Vilvoorde naar het paleis in Brussel moeten reppen. Misschien is het daarom beter de splitsing te beperken tot het niveau van de parketten.’
De vorige stafhouder, meester Dirk Lindemans, gelooft dat de succesvolle splitsing van de unitaire balie aantoont dat de asymmetrische splitsing geen probleem vormt. We evolueren dan naar een complete ontdubbeling van de instellingen. Dirk Lindemans: ‘Heeft iemand ooit de volledige balans opgemaakt van de effecten van de splitsing en de resultaten vergeleken met de effecten van het behoud van de huidige toestand? Die oefening zou eerst moeten worden gemaakt.’
‘Ik ben geen groot voorstander van de splitsing’, zegt voormalig lid van de raad van de Orde, meester Fernand Keuleneer. ‘Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een Nederlands- én een Franstalig parket bevoegd zijn voor de 19 Brusselse gemeenten? Loop je dan niet het gevaar dat men aan “parket-shopping” gaat doen?’
Opmerkelijk is wel de zeer positieve houding van FDF-voorzitter Olivier Maingain tegenover de functionele splitsing van het arrondissement. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de wijze waarop het FDF de taalwetgeving als bijna enige boosdoener voor de gerechtelijke achterstand naar voren schuift. Allicht is de uitschakeling van de taalvereisten voor het FDF de voornaamste drijfveer om de splitsing te promoten. Uit betrouwbare bron verneemt Knack dat enkele Franstalige academici intussen de mogelijke gevolgen van de verschillende scenario’s bestuderen. Misschien kunnen de Vlaamse politieke partijen na de goedkeuring van de principes van de splitsing, de modaliteiten ervan ook voorafgaandelijk via gespecialiseerde audits nagaan.
Door Marleen Teugels
‘In Brussel worden criminele feiten nogal vlug als licht beoordeeld.’