BRIEF AAN DE KROONPRINS

Vijf Vlaamse partijvoorzitters geven advies aan de toekomstige koning

Monseigneur, Het heeft geen haar gescheeld of ik had u getutoyeerd. Het bekt en het pent beter. Maar als proletarische plebejer hou ik mij aan de hoofse aanspreektitels. De ondraaglijke lichtheid van uw prinselijk bestaan wens ik niemand toe. Huichelen op de bühne en wegkwijnen op de reservebank. Prins Charles, de eeuwige Britse troonbelofte, heeft nog de vossenjacht en het polospel. U moet zich onledig houden met economische alibireizen, waarbij u dan niet zelden met communautair gekissebis of met spot en hoon overladen wordt. Ik heb met u te doen, eerlijk.

Ik heb u een paar keren ontmoet in mijn vorig leven als judocoach. Op de Olympische Spelen in Atlanta heeft het geen haar gescheeld of u ging mee op stap naar Buckhead om de olympische medailleoogst te vieren. De leiband van het protocol hield u echter in een wurggreep. Uw vleugeladjudant stak er een stokje voor. Toen werd er nog gewonnen door uw landgenoten in de olympische arena. Terwijl u uit adellijke smetvrees olympisch kampioene Ulla Werbrouck kuste met afstandsbediening, sprong uw Nederlandse zielsgenoot prins Willem Alexander beneveld van vreugde met de zegevierende blonde oranjeroeiers in het water. U hield het bij een natje en een droogje. Een protocollaire dwangbuis als levenshouding. Willempie wordt nu koning. U niet. Het moet steken.

Van uw spreekrecht als ‘senator van rechtswege’ heb ik u één keer gebruik weten maken. Het ging over het verbod op pornografie, ik werd er stante pede impotent van. Van uw inaugurale rede als doctor honoris causa aan de KU Leuven heb ik niets begrepen. U vermoedelijk ook niet. Ieder woord dat u uitspreekt, ligt op een bananenschil en met uw Franse accent is het nooit van enige communautaire achterdocht gespeend. Spreken is tafelzilver, zwijgen adellijk goud. Noblesse oblige.

Ik hoor dat u wegkwijnt, Monseigneur. De mantra ‘Ik wil koning worden’ weegt zwaar op uw gemoedsgesteldheid. Om uw leed te verzachten en een doorbraak te forceren, raad ik u aan over te schakelen op een politieke overlevingsstrategie, die van de protocollaire monarchie. Niet dat ik mij wens te bemoeien met uw carrièreplanning – er zullen immers altijd Eskimo’s zijn om aan de negers voor te houden hoe ze zich tegen de zon moeten beschermen -, maar uit zelfbehoud.

Het koningshuis werd in illo tempore erfelijk om te vermijden dat de clans elkaar niet meer zouden uitmoorden telkens als hun koning kwam te overlijden. Nu zijn we een tikkeltje beschaafder, we houden verkiezingen. Het levert een roedel vechtersbazen op die elkaar de kluif in de bek niet gunnen, maar er vloeit geen bloed meer. Hou u maar ver van dit gedoe. Laat de nieuwe familiecratie maar over aan de zoontjes- en dochtertjesfabriek van de oude politieke krokodillen, genre De Croo, De Gucht, Tobback & co.

Het volk heeft nood aan prinsjes en prinsesjes en aan een koninklijke poppenkast. Een houten klaas met een plastieken glimlach past in ieder volkstheater. Met de fratsen van uw broer kan elke scenarist de verzamelde werken van Molière ruim overtreffen. Het volk heeft ook behoefte aan een vuurtoren in tijden van nood. In onze emotionele pampermaatschappij vol koekendozenromantiek kunt u dienen als uitlaatklep, klaagmuur of biechtvader bij de uitwassen van opgekropte volkswoede of volksverdriet. U en uw eega zullen bejubeld worden als een moreel baken in barre tijden, en overal waar Mathilde gaat zullen de revalidatiecentra wel kaalgeplukt worden om een bataljon gehandicapten en dementen aan te voeren om ze over hun bol te aaien. Voer voor de pulpbladen en sympathie van Janneke Modaal.

Ik ben overtuigd republikein, want een republiek hoort bij een democratie als een kalkoen bij de kersttafel. Ik ben daarentegen realistisch genoeg om te beseffen dat onze politieke kaste daar nog niet rijp voor is. Achter de coulissen wel, in het openbaar niet: ‘qui touche au roi, touche à soi’. Daarenboven kwam de Deense onderzoeker Christian Bjornskov na een enquête in 74 landen tot de conclusie dat mensen die in een monarchie leven gelukkiger zijn dan inwoners van andere staatsvormen. Ze zouden tien procent meer vertrouwen hebben in elkaar en in de instellingen dan in andere vergelijkbare landen. Wie ben ik om uw onderdanen in hun ongeluk te storten? In uw koninkrijk, waar Walen en Vlamingen in hetzelfde huis wonen, maar elk op een aparte verdieping, twijfel ik wel aan die wetenschappelijke onzin. De mythe van de monarchie is echter zo sterk dat zelfs intelligente mensen er hun kritisch vermogen bij verliezen.

Geloof me vrij, Monseigneur, ik heb het beste met u voor. Laat de machtskelk aan u voorbijgaan en predik het protocollaire koningschap. De troon zal in uw schoot vallen. Hou de mythe in stand, want koninklijke macht overleeft zichzelf niet als ze te veel wordt ontheiligd.

Met weledelgestrenge hoogachting,

Knack publiceert voortaan elke week een brief aan de kroonprins. Volgende week: Rika Ponnet

JEAN-MARIE DEDECKER, VOORZITTER LDD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content