Vrede in Noord-Ierland: misschien kan Tony Blair toch deze pluim op zijn hoed steken.
Het Verenigd Koninkrijk houdt nog even de adem in. Maar op 8 mei zou er in Noord-Ierland een regering aantreden met de protestantse Democratic Unionist Party (DUP) van de 80-jarige dominee Ian Paisley en het katholieke Sinn Fein van Gerry Adams als de belangrijkste coalitiepartners. De protestanten vormen in de Noord-Ierse graafschappen een meerderheid van de bevolking. Ze willen de eeuwenoude band met Groot-Brittannië behouden. De katholieken willen aansluiten bij de Ierse Republiek.
De DUP van de fanatieke Paisley en Sinn Fein, de politieke arm van de ondergrondse Irish Republican Army (IRA), kwamen bij verkiezingen eerder dit jaar in hun gemeenschappen als de sterkste partijen uit de stembus. Ze sloten vorige week een principeakkoord om het bestuur van Noord-Ierland weer in eigen handen te nemen.
De Troubles, zoals de Britten de Noord-Ierse burgeroorlog met een eufemisme noemen, begonnen eind jaren zestig. Ze kostten tot nog toe aan bijna vierduizend mensen het leven. In een vergeefse poging om greep te krijgen op de situatie schortte Londen het zelfbestuur van Belfast in 1972 op. Negen jaar geleden leidden voorzichtige gesprekken tot de zogenaamde Goede Vrijdagakkoorden tussen de toen jonge regering van Tony Blair en de gematigde Noord-Ierse politici David Trimble en John Hume. Trimble en Hume kregen voor hun inspanning nog wel de Nobelprijs voor de Vrede, maar de akkoorden zelf bleken een maat voor niets.
Dat het niet lukte, had met de onverzoenlijke houding van dominee Paisley tegen de katholieken te maken. Hij schold op een gegeven moment zelfs de paus bij een bezoek aan het Europees Parlement uit voor ‘antichrist’. Tegelijk weigerde de IRA lange tijd om zijn wapenvoorraden te vernietigen. Adams nam pas onlangs de laatste hinderpaal weg, die een gesprek met Paisley in de weg stond. Hij aanvaardde de legitimiteit van het Noord-Ierse politiekorps, dat door de katholieken tevoren altijd als een Britse bezettingsmacht werd bestempeld. Het liet zich ook regelmatig in het optreden van hardhandige protestantse milities inschakelen.
Een handdruk kon er nog niet af, maar de heren lieten op hun gezamenlijke persconferentie vorige week toch het verleden rusten. De oude Paisley wordt straks premier. Voormalig IRA-militant Martin McGuinness wordt zijn eerste vicepremier. Een explosieve cocktail. Of het echt lukt, is niet zeker: de regering staat nog niet op papier. Het akkoord is in ieder geval een goede zaak voor Tony Blair, die ondanks Irak over enkele maanden toch als vredesstichter afscheid kan nemen.
Maar de grote overwinnaar moet het Noord-Ierse volk worden. Dat ziet al jaren met lede ogen hoe de buren in de republiek met Europese steun snel rijk zijn geworden. Noord-Ierland zelf leeft nog altijd bij de gratie van subsidies uit Londen. Werk is een schaars goed. Banen zijn zo goed als alleen in de publieke sector te krijgen. Paisley en Adams werden vorige week al voorzichtig geprezen voor getoonde politieke moed. Maar voor ze op hun beurt voor de Nobelprijs worden genomineerd, is het misschien ook gewoon tijd dat ze iets voor de Noord-Ieren doen. Of ze nu protestant zijn of katholiek.
Hubert van Humbeeck