Borstcentra bestaan al in ons land, maar een wettelijke regeling is er nog niet. Elk centrum dat wil, kan zich borstcentrum noemen.
In 2003 keurde het Europees Parlement een resolutie goed, waarin de oprichting van borstcentra aanbevolen werd en normen werden voorgesteld over multidisciplinair werken, bijscholing, onderzoek. Er was ook één duidelijke kwantitatieve norm: in een borstcentrum moeten jaarlijks minstens 150 nieuwe patiënten gediagnosticeerd en behandeld worden. Enkele Kamerleden van SP.A-Spirit en PS namen deze norm over in een voorstel tot resolutie in 2004. Maar in de tekst die uiteindelijk in juni 2005 werd goedgekeurd, zijn die ‘150 nieuwe patiënten’ verdwenen. Kamerleden van andere partijen waren tegen de ‘concentratie in supergrote structuren’ en waren bang voor de ‘bereikbaarheid in landelijke gebieden’. En dus kwam in de plaats van die concrete kwantitatieve norm de vage vermelding dat ‘borstklinieken opgericht moesten worden, rekening houdend met het huidige werkveld en met de specifieke situatie in ons land’.
We zijn nu maart 2007. Straks zal het twee jaar geleden zijn dat de resolutie in de Kamer is goedgekeurd en nog is er niets gereglementeerd. Minister van Volksgezondheid Rudy Demotte (PS) heeft een KB voorbereid, dat voor advies naar de Raad van State is – en dat nadien, zo mailt zijn woordvoerster, ‘nog besproken zal worden met de ziekenhuizen om te verzekeren dat het overeenstemt met de realiteit van onze ziekenhuizen’. Hallo? Wat primeert hier, de realiteit van onze ziekenhuizen of de kwaliteit van de zorg? In diezelfde mail citeert de woordvoerster van Demotte de bevindingen van Eusoma, de European Society for Mastology. Daar weten ze dat een centrum voor borstkanker slechts voldoende kwaliteit kan waarborgen als het 150 diagnosen of nieuwe patiënten per jaar heeft. In de tekst van het KB dat de minister heeft voorbereid, staat dat tot 2010 de borstcentra 100 diagnoses per jaar moeten behalen, daarna 150. Maar ‘er zijn afwijkingen mogelijk voor een betere geografische verdeling’.
Hoe zit het nu met die borstcentra, vraag ik tijdens mijn laatste controle op consultatie B, de B van Borst en blauwe pijl. De dokter zucht. ‘Ze zullen zich samenvoegen op papier en ieder zal blijven opereren zoals hij vroeger deed. Dit is België.’ En dan zucht ik, want ik herinner me wat Magda de Meyer (SP.A volksvertegenwoordigster) zei: ‘Patiënten die worden verzorgd door een specialist die meer dan 30 gevallen van borstkanker per jaar behandelt, hebben, afhankelijk van de studie, tussen de 5 tot 20 % meer kans op overleven. Geen enkel geneesmiddel, ook niet die van de nieuwe generatie, geeft een dergelijke verbetering van overlevingskansen.’