Bloed en gardenia

Te nave nave fuena (Terre délicieuse) 1982 © Ohara Museum of Art, Kurashiki Ahaoe feii? (Eh quoi ! Tu es jalouse ?) 1982 © The Pushkin State Museum of Fine Arts, Moscou

‘Quelques vieux chevaux blancs qui fredonnent Gauguin’, zong Jacques Brel in zijn chanson Les marquises uit 1978. Wat later lag hij begraven vlak bij de Franse kunstenaar Paul Gauguin (1848-1903) op het eiland Hiva Oa in Frans-Polynesië. De negentiende-eeuwse postimpressionist speelde een grote rol in de ontwikkeling van de moderne kunst. Hij bezielde mensen als Picasso en Matisse. De expo Gauguin, l’alchimiste voert u, via 230 werken, doorheen het leven en werk van de autodidact met de onstilbare honger voor het onbekende. Die bracht hem naar exotische oorden met niet-westerse primitieve samenlevingen. Gauguin was er verzot op de inheemse vrouwen, vahines genoemd. Hun geur beschreef hij als half dierlijk, half vegetaal: een zwoel parfum van bloed en gardenia. Ze inspireerden hem tot schilderijen die vandaag tot de duurst verkochte aller tijden behoren.

Gauguin, l’alchimiste, tot 22 januari in het Grand Palais, Parijs.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content