door Samira Bendadi

Soms komt Darfur nog even in het nieuws. We weten al lang dat er in de zuidelijke provincie van Sudan een verschrikkelijke burgeroorlog woedt. Het christelijke zuiden, zo weten we, is in opstand gekomen tegen de centrale macht in Khartoem. De Sudanese regering zet Arabische milities in, zo wordt ons verteld, om de rebellie de kop in te drukken. Het resultaat van dit aanslepende conflict is een humanitaire ramp, met tienduizenden burgerdoden en miljoenen vluchtelingen. De berichtgeving beperkt zich vaak tot beelden van vluchtelingenkampen en uitgehongerde gezichten. Duiding is schaars.

Begin maart kwam Darfur opnieuw in het nieuws. Het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft namelijk een arrestatiebevel tegen Omar Al-Bashir uitgevaardigd. De Sudanese president wordt beschuldigd van misdaden tegen de mensheid. Het is de eerste keer sinds zijn oprichting in 2002 dat het Strafhof een arrestatiebevel uitvaardigt tegen een president in functie. Zoals te verwachten was, lokte dat grote verontwaardiging uit in tal van Afrikaanse en Arabische landen. De Afrikaanse Unie heeft al laten weten zich niets van het arrestatiebevel te zullen aantrekken. En de Arabische Liga heeft eind maart in naam van haar secretaris-generaal Amr Musa steun aan Sudan betuigd. De Sudanese president blijft dan ook ongestoord rondreizen in Afrika en het Midden-Oosten. Onder meer Eritrea, Qatar en Egypte hebben hem met de nodige egards ontvangen. En als we de nationale media mogen geloven, zijn de Sudanezen nu meer dan ooit solidair met hun president.

Die reacties waren te voorzien. En ze komen niet alleen van regeringsleiders, maar ook van intellectuelen en opiniemakers. Hoe kan het dat het Internationaal Strafhof in Den Haag alleen Afrikaanse landen aanpakt, vragen de commentatoren zich af. Uganda, Congo en nu Sudan. Waarom buigt het tribunaal zich niet over misdaden die gepleegd zijn door machtige landen? George W. Bush komt wegens Abu Ghraib en Guantanamo zeker in aanmerking voor een arrestatiebevel, net zoals Israëlische leiders wegens hun optreden in de Palestijnse bezette gebieden. Het gaat om ‘justitie van de blanken’, luidt dan de conclusie. Een nieuwe vorm van imperialisme om – na de confrontatie met de eigen militaire inefficiëntie in Irak en in Afghanistan – toch controle te hebben over de rijkdommen in ontwikkelingslanden.

De kritiek mag overdreven zijn, het is een feit dat het conflict draait rond grondstoffen. Want dat is de paradox van Afrika: het rijkste continent heeft de armste bevolking, die wordt geteisterd door interne conflicten en oorlogen. Dat er ook derden op die bodemrijkdommen azen, maakt het alleen maar erger.

Maar het arrestatiebevel tegen Omar Al-Bashir heeft niet alleen verontwaardiging uitgelokt. In heel wat analyses wijst men erop dat de zaak-Bashir een mes is dat aan twee kanten snijdt: als we beslissingen van het Internationaal Strafhof negeren omdat ze tot nu toe altijd betrekking hebben op Afrikaanse leiders, hoe kunnen we dan in de toekomst misdaden aanklagen waarbij de verantwoordelijkheid bij westerse leiders ligt, zo vraagt men zich af. Misschien moeten we door deze fase om tot een tribunaal te komen dat niet alleen de zwaksten maar ook de mach- tigsten ter verantwoording roept.

Hoe dan ook, het arrestatiebevel heeft opnieuw de interesse van de publieke opinie voor Darfur gewekt. Behalve veel kritiek lezen we in de commentaren ook de oproep aan Sudan om zo snel mogelijk een einde te maken aan het lijden van de burgerbevolking en voor een duurzame vrede te zorgen.

Het wordt tijd dat de oplossing voor dit conflict uit de regio zelf komt.

Samira Bendadi is redacteur van Mo*-magazine.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content