ma 26/ 11

‘Miel Dekeyser toont zijn vogel.’ Zo ruwweg afgedrukt, onder een foto in de krant, blijft het een moeilijk te verteren zin, ook al leven we dan in ordinaire tijden waarin schuttingtaal niet langer wordt bestreden maar veeleer aangemoedigd.

Zoals op de openbare omroep, waar een jargon dat ten tijde van Paul Vandenbussche en Cas Goossens radicaal verboden was in de ontspanningsprogramma’s, nu zelfs in de uitzendingen van de nieuwsdienst standaard is geworden. Of zoals in de vorige Knack, waarin onze Wetstraatredacteur Patrick Martens ‘weken praten over een communautaire nota’ droogpoeperij noemde.

Hij had er wel ‘excuseer voor de aangebrande uitdrukking’ bijgevoegd, maar dat verergert alleen de zaak. Het bewijst dat hij zich zeer goed bewust was van de overtreding. Het was ook geen verzachtende omstandigheid dat het woord in kwestie tussen aanhalingstekens stond, omdat het zogezegd was opgetekend uit de mond van een oranje-blauwe onderhandelaar. Wij vragen ons af van wélke. Van de Franstaligen kan het niet zijn, van Karel De Gucht evenmin. Dan blijven er niet veel meer over. Droogpoeperij! Zou Greet Op de Beeck…

Uw dienaar protesteert tegen deze kwalijke evolutie in zijn blad. Sinds wanneer bestaat Knack? Sinds 1971. We zijn aan de 37e jaargang bezig, zo vertelt ons de voorpagina van dit nummer. Hoeveel is 37 x 52? Zakjap erbij: 1924. Zoveel Knacks zijn er dus al ineengeflanst, met wisselend succes. Hoeveel woorden zijn daarbij gebruikt? Dat is moeilijker te berekenen, wij moeten ons beperken tot een weliswaar persoonlijke maar niettemin toch vrij nauwkeurige schatting: 24 miljard.

Zou bij die 24 miljard ooit al het woord droog****erij hebben gestaan? Daarover hoeven wij geen seconde na te denken: nooit. Jamais. Onmogelijk. Welnu, sinds vorige week behoort ook deze loffelijke gewoonte tot het verleden. Droogp… wij krijgen het echt niet geschreven. Wij weten niet eens wat het betekent. Maar dat het géén synoniem is van ‘weken praten over een communautaire nota’, zoals Martens lijkt aan te nemen, dat weten wij wél.

Eerder dit jaar verscheen in het Belang van Limburg een reeks waarin de spots werden gezet op één bepaalde Limburgse gemeente. Voor de aardigheid ging de krant telkens op zoek naar het geografische middelpunt ervan, en ze nam dan een interview af van wie daar woonde. En wie woonde pal in het midden van de gemeente Alken? U raadt het nooit: onze droogp… enfin, Patrick Martens. Dat verklaart veel natuurlijk, zij het niet alles.

Laten we maar snel terugkeren naar ‘Miel Dekeyser toont zijn vogel’. Het is het onderschrift bij een foto waarin het voormalige monument van Actueel een portret in de hoogte steekt van Wiet, zijn ellendige huisparkiet die heel Vlaanderen jarenlang op de zenuwen heeft gewerkt. Miel was vroeger de grote specialist van de Oost-Westverhoudingen in de wereld. Tevens van de Noord-Zuidverhoudingen. En van wat voor verhoudingen ook. Hij liep vrij in en uit in het Witte Huis en als er geen belet was, ging hij graag met de president een koffietje drinken en een sigaartje roken in het Oval Office. Na Bill Clinton omgedoopt in Oral Office. Maar toen stak Miel er, om begrijpelijke redenen, géén sigaar meer op.

Miel had een eigen bureau bij de Verenigde Naties, wie kan dat zeggen? En of hij nu met zijn zware Nagra-bandopnemer over 5th Avenue flaneerde of door de goorste stegen van Harlem sloop, overal werd hij met respect en eerbetoon ontvangen door de gewone en minder gewone Amerikaan.

Precies één dag na zijn oppensioenstelling kreeg hij een slag van de molen. Werd verliefd op zijn eigen vogel. Daar zou op zich nog niet zoveel tegen zijn, en Patrick Martens kent er ongetwijfeld de geijkte vakterm voor, ware het niet dat ‘vogel’ hier in de ornithologische betekenis dient te worden begrepen. Die trouwens minder voor de hand ligt dan velen denken.

U zult ongetwijfeld opperen: ‘Een vogel is een dier dat kan vliegen.’ Wel, wel, wel, wat een kolossale vergissing. Sta ons een zijstapje toe naar onze studententijd, en naar het enige vak waarin uw academisch weinig onderlegde dienaar een 19 heeft gekregen: logica. Gedoceerd door de vermaarde professor Jans. De Ravenparadox van Hempel! Een van de mooiere paradoxen uit de wondere wereld der paradoxen, genoemd naar de Duitse logicus Carl Gustav Hempel. Die nog in België heeft gewoond, wist u dat? Kort voor hij bij het begin van de Tweede Wereldoorlog naar de Verenigde Staten emigreerde. De Ravenparadox luidt als volgt: ‘Alle raven zijn zwart, dus alles wat niet-zwart is, is geen raaf.’ Die stelling wordt bij inductie geaffirmeerd door elke nieuwe raaf die zwart blijkt te zijn, maar volgens Hempel evenzeer, en zelfs meer, door elke groene appel. Of gele deurklink. Of blauwe vulpen. De stelling zal pas haar rechtsgeldigheid verliezen de dag dat iemand komt aandragen met een raaf die niet zwart is maar, bijvoorbeeld, wit.

Slim gevonden, niet? En daarover heeft die kerel zes dikke boeken en tweeëndertig cursussen volgeschreven. Vier academische onderscheidingen voor gekregen. En leerstoelen aan de universiteiten van Pittsburgh, Berlijn, Wenen, Heidelberg, Jeruzalem en de VUB. Die laatste heeft doctor Hempel overigens geweigerd, omdat naar zijn mening een universiteit een instelling was waar geleerden werkten, en dus een instelling waar niet-geleerden niet werkten geen universiteit kon zijn.

Door op het examen de klemtoon te verleggen van de zwarte raaf naar de groene appel hadden wij op het einde van een voor onszelf onbegrijpelijke redenering blijkbaar de Ravenparadox weerlegd. Vraag ons niet hoe. Maar terwijl wij ons al hadden verzoend met alweer een nul, veerde professor Jans tot onze grote verrassing uit zijn stoel op, begon spontaan in zijn handen te klappen en riep uit, en daar zijn getuigen van: ‘Mijnheer, u bent briljant.’ Tegen ons! Dat heeft nadien nooit nog iemand herhaald.

Passen we de paradox van dokter Hempel nu toe op uw eigen definitie van een vogel – ‘Vogels zijn dieren die kunnen vliegen’ – dan impliceert dit dat alles wat niet kan vliegen geen vogel kan zijn. En dan komt daar politierechter Peter D’Hondt aangestapt. Zijn kippen kunnen niet vliegen, op een paar speciaal getrainde elite-exemplaren na, maar ze zijn niettemin vogels. Voor wie dat zou betwisten: ga naar de Delhaize, en kijk wat er in het rek ‘gevogelte’ ligt.

Uw definitie is, bij toepassing van de Ravenparadox, afgekeurd. We nemen de Van Dale. ‘ Vogel: elk der dieren van de door hun lichaamsvorm scherp afgebakende aldus genoemde klasse (Aves) van gewervelde dieren bij wie de voorste ledematen in vleugels veranderd zijn terwijl het lichaam met veren bedekt is. Zij hebben een snavel en planten zich voort door eieren.‘ Voilà. En het is in die zin, dat wij de vogel van Miel Dekeyser dienen te begrijpen.

Wiet was een dwergpapegaai, zeg maar een parkiet met streken. Volgens Miel een jongetje met een heel eigen wil. In het gezin Dekeyser was Wiets wil wet. Zat mee aan tafel. At uit Miels bord. Plaste in de soep als er bezoek was. Loste mee het kruiswoordraadsel en de sudoku op. En werd bijzonder agressief telkens als Ben Crabbé op het scherm verscheen. Dan moest de televisie uit of er was met Wiet geen huis te houden. Ook op Wim Devilder reageerde hij niet normaal.

Wiet liet als parkiet de Heilige Geest als duif ver achter zich. Miel en zijn vrouw, de schrijfster Lut Ureel, zaten vaak geknield in aanbidding voor de Heilige Wiet. En Miel werd zijn profeet. Ging lezingen over hem geven. Schreef een boek, de ziekte van elke gepensioneerde journalist. Een heuse biografie werd het, denk niet dat wij het verzinnen. Geen interview kon nog van Miel worden afgenomen of het ging drie kwart van de tijd over die rotkanarie. Wij hebben ooit een lezersbrief naar Humo gestuurd met de suggestie die vogel in de pot te steken en op te dienen met een lekkere cognacsaus. De brief is tot onze verbazing nog gepubliceerd ook, onder de kop ‘Wiet flambé’.

Wiet, het is met tranen in de pen dat wij het schrijven, is vorig jaar naar de eeuwige jachtvelden gevlogen. Daar zijn we van af, denkt u misschien opgelucht, maar niets is minder waar. Miel heeft namelijk een jaar na het tragische verscheiden van de betreurde aflijvige diens biografie herschreven. ‘Ik zag ertegenop’, verklapt hij aan Katrien Ickx en Kirsten Bosmans, de twee beruchte birdwatchers van Het Laatste Nieuws, ‘maar onder druk van de uitgeverij heb ik mijn luiheid overwonnen en daar ben ik nu blij om. Wiet verdient dit.’

Volgens Miel was er op de Buchmesse van Frankfurt grote buitenlandse belangstelling voor zijn boek, onder meer van Spaanse en Poolse uitgeverijen. Dat moet je toch twee keer lezen om het te geloven? Vanuit Hollywood is er interesse voor een film! Lijst Dedecker overweegt Wiet postuum een plaats te geven op haar lijst bij de volgende verkiezingen. Wiet Fortuyn.

Je hebt soms jongeren die van wiet kierewiet worden, maar dat ook ouderen een groot risico lopen, bewijst het geval-Miel. Schreef een gedicht:

’t En is van u hier neder Wiet,

Geschilderd of geschreven,

Van u min lieve vogelkein,

Geen beeltenis gebleven.

Geen tekening, geen lichtdrukmaal,

Geen beitelwerk van stene,

Tenzij dat beeld in mij,

Dat gij gelaten hebt allene.

O moge ik, onweerdig Miel,

Dat beeld nooit meer bederven,

Laat vogelmin leven in mij,

En eenzaam met mij sterven.

‘Het zijn twintig mooie jaren geweest met Wiet’, zucht Dekeyser verdrietig. ‘Hij laat een groot gat na in ons gezin en in onze familie.’ En blijkbaar ook in Miels hersenpan.

De conclusie is onvermijdelijk: te lang op de VRT werken schaadt uw gezondheid, zeker uw geestelijke. Weinigen stappen het instituut op de in de cao voorziene datum buiten zonder plots blijk te geven van kolder in de kop. De naam Paul Codde hoeft hier niet eens te worden vermeld. Walter Zinzen, wat die allemaal uit zijn nek kletst tegenwoordig. Dirk Tieleman! Op zijn schaatsen. Kwam in De Bedenkers in een rolstoel demonstreren hoe je een onderbroek moet aantrekken als je tijdens de ijsrevue een been hebt gebroken.

Er zijn er op de VRT natuurlijk ook die al vóór hun pensioen van hun anker zijn geslagen.

di 27/ 11

Dat in Gent een ex-premier in de gemeenteraad het cordon sanitaire heeft opgeblazen, schijnt in dit land niemand nog iets te kunnen schelen. Nochtans is dat wat is gebeurd met het hoofddoekenverbod. Open VLD vindt voor haar voorstel geen steun bij de coalitiepartner? Dan drukt ze het door met de steun van het Vlaams Belang. Wat is dit anders dan het doorbreken van het cordon? Dat het stemknopje van de ex-premier net bij dit voorstel dienst weigerde, was nog een waarschuwing van de goden erbovenop, maar Verhofstadt haastte zich om dan maar mondeling te roepen dat hij wel degelijk met het Belang mee stemde.

Dat in Mechelen twee nationale partijvoorzitters, Bart Somers en Caroline Gennez, de gemeenteraad simpelweg afgelasten omdat hun meerderheid voor de derde keer op rij niet voldoende in aantal is, schijnt ook al niemand nog iets te kunnen schelen. De methode-Leterme begint vruchten af te werpen.

vr 30/ 11

Je mag ze dan wel racaille noemen, of schoften, tuig, schorem, janhagel, geteisem, voor ons part droogp…, je mag Mia Doornaert aan je kant hebben, maar daarmee heb je het geweld in de banlieue van Parijs nog niet onder controle. Nicolas Sarkozy zou er dan ook beter aan doen om zijn oor te luisteren te leggen en zijn ogen de kost te geven waar zich de échte specialist van de nultolerantie bevindt: in Leuven.

Daar braken eerder dit jaar vergelijkbare onlusten uit, toen in de Schapenstraat een pand van Opus Dei van zijn krakers werd ontdaan. Dat gebeurde door twee man en een paardenkop: twee wijkagenten en mijnheerke Louis. Die laatste trapte beneden de deur in en bulderde door de gangen: ‘Iedereen buiten of ik schiet.’ Twee minuten later werd de villa door de agenten verzegeld.

Twee uren later begon het de krakers stilaan te dagen dat ze zich wel erg gemakkelijk hadden laten wegjagen door dat kleine opdondertje. Besloten werd om een betoging te houden. Het krantenverslag ligt voor ons: ‘De betoging telde 200 deelnemers. 100 van hen werden aangehouden.’

Dát is de orde handhaven, zie. Sarkozy is wel groter dan mijnheerke Louis, een centimeter of veertig, maar hij kan nog veel van hem leren.

door Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content