Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

MA 07 05

Sinds Noël Slangen en Paul Goossens in De Morgen hebben onthuld dat de artikels in Knack worden gedirigeerd en geredigeerd vanuit het hoofdkwartier van CD&V, krijgen de katholieken in dit blad de ene mep na de andere om hun roomse oren.

Aan Noël Slangen besteden wij geen aandacht. Als er iemand de jongste weken bewezen heeft zijn eigen vak niet te beheersen, dan is hij het wel. Paul Goossens is een ander geval. Hij heeft op Knack gewerkt, zij het niet al te hard. Als híj dus beweert dat CD&V de lijn van dit blad bepaalt, dan weet hij waarover hij het heeft. En over wie. Waarom het verzwijgen, er is inderdaad ooit een Knack-redacteur geweest die zich zelfs ongegeneerd liet betalen door de CVP, en niet weinig. Ondanks het feit dat hij bij ons over politiek schreef, zag die kerel er geen graten in om gedurende jaren op de VRT de ‘uitzending door derden’ van de CVP te presenteren. Dat was een grove schending van het in de journalistiek heilige onafhankelijkheidsprincipe, en we kunnen niet anders dan toegeven dat onze chef-Wetstraat veel te lang heeft gewacht met het ontslaan van deze onbetrouwbare figuur, achter wiens kleinste artikel telkens weer een geheime agenda verborgen bleek te zitten.

Paul Goossens kan men van dergelijke praktijken niet verdenken. Akkoord, Paul is wel gedurende jaren hoofdredacteur geweest van De Morgen, een krant die rechtstreeks gefinancierd werd door de SP. Maar verre van hem om aan die partij lippen- of andere diensten te bewijzen. Integendeel, het heeft niet veel gescheeld of hij leidde de SP regelrecht naar het faillissement.

De financiële putten die dankzij zijn ‘goed bestuur’ werden geslagen op de krant, dwongen de SP-leiding er op de duur toe om met de verkoop van hun volkshuizen te beginnen. Het was Karel Van Miert die daar een einde aan stelde. Waarna Paul zijn autonomie nog eens extra bewees door in plaats van De Morgen voor één keer De Moord uit te brengen, en daarin de socialisten als dank voor hun gulle steun uit te schelden voor het vuil van de straat.

Kwam 1991, de eerste Zwarte Zondag. In een pathetische toespraak op de redactie, en in een van dramatiek bol staand commentaarstuk, nam Paul grootmoedig de schuld op zich. De vrije pers, waarvan hij toch de belangrijkste verpersoonlijking was, was er niet in geslaagd het fascisme af te stoppen, en Paul was bereid daaruit zijn conclusies te trekken: in een wolk van heldhaftigheid nam hij ontslag.

Stel nu dat u en ik hetzelfde hadden gedaan, zo wij even moedig zouden zijn geweest. Dan hadden wij er natuurlijk eerst wel voor gezorgd dat wij al ergens anders een contract hadden getekend. Een maand voordien bij Knack, bijvoorbeeld. Niet zo Paul. Die zette zijn eigen bestaan op het spel, want van de uitstapvergoeding waarop hij bij De Morgen recht had, kwam een mens de maand niet door.

Enfin, een week later belandde hij dan toch op Knack, waar sommigen aanvankelijk een beetje bevreesd waren voor een socialistische apparatsjik in de rangen. Om die onterechte angst de kop in te drukken, schaarde Paul zich achter Patsy Sörensen. Die had vroeger wel bij de SP gezeten, maar was overgeschakeld naar haar eigen BSV, Beweging voor Sociale Vernieuwing of iets van die strekking. Paul zette samen met Mieke Vogels de arm-in-armactie op het getouw, en sluisde Patsy zo binnen bij Agalev. Nadat hij voor haar een schepenambt had afgedwongen, ging hij zich persoonlijk bezighouden met het bestuur van Antwerpen. Nam het woord op de gemeenteraad, onderhandelde met intercommunales en grote havenbedrijven, en ging op de duur in Sörensens plaats naar de collegevergaderingen en de bestuursbijeenkomsten van het OCMW.

Mocht Goossens zijn participating journalism hebben beperkt tot Sörensen alleen, dan had een kwaadmenende nog van partijdigheid kunnen spreken. Maar Paul ging ruimer. Begon zich ook tegen Guy Verhofstadt aan te schurken. Haalde met zijn eigen auto een twijfelende Pierre Chevalier thuis in Brugge op, om hem een uur later panklaar als overloper, officieel verruimer geheten, af te leveren op het VLD-congres in Antwerpen. En om ook nu niet van eenkennigheid te kunnen worden verdacht, belde hij van in de hal naar SP-voorzitter Frank Vandenbroucke, bracht die van de overstap van Chevalier op de hoogte, en informeerde langs zijn neus weg of de voorzitter wist waarom de hotelrekeningen van Pierre in Hotel Athéna in Parijs zo hoog waren opgelopen.

Na deze kleine dienst zagen ze ook bij de VLD in dat Paul Goossens een onomkoopbaar verslaggever was. Toen ze hem uitnodigden om de verjaardag van de VLD mee te komen vieren in het Thaise restaurant Les larmes du tigre in Brussel, keken ze al niet meer op toen Paul er niet alleen op stond om zijn eigen eten te betalen, maar ook dat van alle anderen. En het jaar nadien weer, en alle volgende jaren ook. Welke journalist doet dat?

En zo gebeurde het dat Verhofstadt premier werd, Paul buiten vloog op Knack omdat hij weigerde elke week een tjeef te interviewen, en België toevallig in dezelfde periode voorzitter werd van de EU. De premier besloot terecht dat in het vooruitzicht van die gebeurtenis het nationale persagentschap Belga een speciale Europadesk moest oprichten. Hij was bereid daar forse overheidssubsidies voor uit te keren, maar dan wel op voorwaarde dat de leiding van deze nieuwe afdeling zou worden toevertrouwd aan een journalist die voldoende gekwalificeerd en vooral voldoende objectief was.

Wat hij nodig had, was een rijpe vijftiger, met een aanstekelijke forever young-look, behorend tot de categorie mannen voor wie het nooit herfst of winter wordt en voor wie de ouderdom één lange nazomer is, een rijzige gestalte met een weelderige grijze haardos, twee tintelende blauwe ogen die je voortdurend vragend en mild aankijken, een warme baritonstem, wohltemperiert, een perfecte dictie en een feilloos taalgebruik, nooit opdringerig maar altijd grappig, alert, voornaam en voorkomend, en met die unieke attitude die de Fransen ‘ le chic négligé‘ noemen.

Vind zo maar eens iemand. Dat alleen Paul Goossens aan dat profiel beantwoordde, besefte de premier ook wel, maar evenzeer was hem bekend hoe fanatiek Goossens afstand wenste te bewaren van de politiek en de politici. Een overduidelijk cadeau als dit, op uw en mijn kosten, zou hij nooit aanvaarden. Het was dan ook uitsluitend om niet van antipaarse vooringenomenheid te worden beschuldigd, dat Paul uiteindelijk toch schoorvoetend toestemde. Na de lucratieve ontbinding van zijn contract bij Knack zou het voor hem een verademing zijn om eindelijk vrij van alle politieke druk en inmenging te kunnen werken.

Paul schreef meteen een paar Europese speeches voor Guy Verhofstadt, die journalistieke vrijheid was hem onder het juk van Rik Van Cauwelaert bij Knack nooit gegund. Wat zeggen wij, onder Van Cauwelaert mocht hij niet eens met de premier gaan fietsen of dineren.

Als er dus één journalist in dit land symbool staat voor onbevooroordeelde berichtgeving, dan is het wel Paul Goossens. Niet voor niets een gewezen seminarist. Wanneer zo iemand Knack een gebrek aan objectiviteit verwijt, dan wordt dat bij ons ernstig genomen. Waren wij inderdaad niet te mild voor allerlei vogels van christelijke pluimage? Wij denken spontaan aan figuren als Theo Kelchtermans, Leo Delcroix, Etienne Schouppe, Karel Vinck, Luc Van den Brande, Johan Van Hecke, Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens.

Het gevolg van die brainstorming was spectaculair. De week nadien al kreeg Yves Leterme ervan langs: ‘Houdbaarheidsdatum verstreken nog vooraleer hij in het uitstalraam ligt. Goed bestuur? Mijn oren goed bestuur.’

Inge Vervotte, bijgenaamd zuster Godelieve: ‘Wachttijden voor zieken en bejaarden vijf keer langer dan toen ze er zelf nog kritiek op gaf.’

Kris Peeters: ‘Mestoverschot weer onrustbarend gegroeid, en door zijn onoordeelkundige openbare werken is het aantal kilometers file verzevenvoudigd. Geen busbaan op de Haachtsesteenweg!’

Pieter De Crem: ‘Jan Klaassen in het parlement, Jozef Stalin in Aalter.’

Jo Vandeurzen: ‘Touwtje niet loslaten of hij vliegt weg.’

Etienne Schouppe: ‘Zou voor een parlementaire onderzoekscommissie gedaagd moeten worden wegens zijn gesjoemel en geknoei bij de NMBS.’

In ‘Het verkiezingsprogramma van Knack‘ werd zowaar een lans gebroken voor euthanasie op álle bejaarden en gehandicapten, de legalisering van harddrugs, de uitbreiding van het recht op abortus tot twee maanden na de geboorte, de nationalisering van alle ziekenhuizen en de afschaffing van het vrij onderwijs. Vakbonden met confessionele inslag dienden buiten de wet te worden gesteld, zoals nu eigenlijk. En het opschrift AVV-VVK moest van de IJzertoren worden geschrapt, zoals eerder van de voorpagina van De Standaard.

De week nadien werd de mythe ‘Yves Leterme’ helemaal ontmaskerd als niet meer dan een goedkope marketingstunt van gewezen Censydiambaas Jan Callebaut. Die prompt ontslag moest nemen, waarna CD&V in een VLD-achtige crisis achterbleef. Als we Knack laten doen, zitten we opnieuw vier jaar met Paars-groen opgescheept.

dO 10 05

Scoop is het mediatijdschrift van de Artevelde Hogeschool in Gent, en is een van de betere tijdschriften in Vlaanderen. Niet zo goed als Knack, we mogen niet overdrijven, maar wel beter dan Humo en de Artsenkrant. Het wordt gemaakt door studenten in de journalistiek, en nu en dan komen enkelen van hen stage volgen op onze redactie. Dan vallen wij meestal achterover van wat die jonge collega’s allemaal al kunnen en doen.

Ooit werd een nieuwe stagiair welkom geheten op de redactievergadering, waar even later de vraag werd opgeworpen wanneer de Amerikanen Irak gingen binnenvallen. Waarop die knaap opstond en zei: ‘Wacht, ik zal eens gaan horen.’ Voor wij allemaal uitgelachen waren, kwam hij al terug binnen: ‘Hierover zeggen ze op 20 maart.’

‘Hierover’, dat was op het hoofdkwartier van de NAVO. Op 20 maart vielen de Amerikanen inderdaad Irak binnen. Toen onze chef-Wetstraat informeerde wie van ons kandidaat was om naar het front te vertrekken, stak er maar één zijn vinger op. We hebben hem nooit meer teruggezien. Maar dat was niet erg, één telefoontje naar de Artevelde, en de volgende morgen stonden er al twee anderen. Die stelden zich toen zo kritisch op in een exclusief interview dat ze hadden afgedwongen van Donald Rumsfeld, dat onze chef-Wetstraat het moest gaan uitleggen bij een ontstemde Amerikaanse ambassadeur.

In het laatste nummer van Scoop prijkt Walter Zinzen op de voorpagina. Die heeft eind vorig jaar een boek geschreven met de spitsvondige titel: ‘De wereld is een schouwtoneel.’ Over de wereld in het algemeen, en de politiek en de media in het bijzonder. Walter heeft, net als u, een bloedhekel aan Siegfried Bracke.

Walter in Scoop: ‘ We hebben vandaag regimekranten. Yves Desmet vindt het een grote verdienste dat hij om de week met een machtig politicus uit eten gaat. Dat schept een sfeer van camaraderie, ze spreken elkaar aan met de voornaam. Ik stoor me daar aan. Je kunt als journalist niet tegelijk afstand houden en op vriendschappelijke of zelfs vertrouwelijke voet omgaan met politici. Als ik Karel De Gucht hoor zeggen dat “zijn goede vriend Siegfried Bracke” hem heeft aangeraden om partijvoorzitter te worden, dan word ik niet goed. En ik ben niet de enige. Telkens als ik Bracke nu een interview zie doen met De Gucht, denk ik: “Ja, de vriendjes zijn weer bezig, ze voeren weer een toneeltje op.”Die informele omgang ondermijnt het vertrouwen van het publiek.

Bravo voor Walter. Die indertijd wel vond dat het een privézaak was wanneer een politiek verslaggeefster van de openbare omroep een minister interviewde met wie ze ’s morgens nog in bed had gelegen. Door Scoop om een reactie gevraagd, antwoordt Bracke: ‘ Ik heb Zinzens boek niet gelezen, en ik ben ook niet van plan het te doen.

Beleefde mens. Na de federale verkiezingen, zo heeft men toch beloofd, zou hij van de buis verdwijnen. Om voortaan van achter de schermen de politieke berichtgeving te manipuleren. Wat zou Walter vinden van iemand als Paul Goossens?

vr 11 05

In Dag Allemaal stond ter gelegenheid van moederdag een artikel over BV’s en hun moeder. Uitstekend idee, origineel ook. Oma De Gucht, die het wel zal weten, over haar kleinzoon Jean-Jacques: ‘Hij lijkt meer op zijn vader dan op zijn moeder. Hij heeft een goed hart.’

Dat wordt een couvert minder met Kerstmis.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content