‘De stijging van de bierprijs is normaal. De prijzen van andere dranken in de horeca zijn zelfs sneller gestegen dan de bierprijs.’ Dat zegt Lian Verhoeven, woordvoerster van InBev.

Volgens Luc De Bauw, secretaris-generaal van Horeca Vlaanderen, ‘mag InBev de bierprijs alleen verhogen om economisch verantwoorde redenen, niet om een monopoliepositie te verwerven’.

Ja

‘Elke producent en elke dienstverlener op de markt past zijn prijs aan de evolutie van de kosten aan. Dat doen wij ook. Als je kijkt naar de laatste jaren, dan zie je dat InBev de prijs gemiddeld met drie procent per jaar heeft verhoogd. Dat is geen opmerkelijke stijging als je rekening houdt met de inflatie en met de hoge energieprijzen. Die energie is voor het brouwproces belangrijk, maar ook voor het transport. De prijs van het bier evolueert zelfs trager dan de prijs van vergelijkbare producten, zoals cola en water.

De prijsverhogingen van een vat bier zijn van hetzelfde niveau als die van een bak bier. Cafés hebben alleen een andere kostenstructuur dan de distributiesector. De horeca heeft tussenstappen die de distributiesector niet heeft. De bierhandelaars en de kosten van het café moeten worden betaald. Bovendien gebruiken warenhuizen een bak bier als lokmiddel voor de klant: die moet de lege bak terugbrengen en doet dan tegelijkertijd andere boodschappen. Daarom nemen de supermarkten waarschijnlijk een beperkte winstmarge op een bak bier.

Dat de cafés het moeilijk hebben, heeft vooral te maken met de veranderende gewoontes van de consument. Mensen gaan de laatste jaren veel minder op café om pintjes te drinken, ze gaan meer op restaurant. Ze vullen hun vrije tijd anders in en het is die maatschappelijke verschuiving die ervoor zorgt dat het minder goed gaat met de cafés.

Sinds de wijziging van de Europese wetgeving in 2000 is het voor InBev niet meer mogelijk om zware verplichtingen op te leggen aan de horeca. Vroeger konden alle brouwers dezelfde verplichtingen opleggen, maar de Europese wet heeft het marktaandeel gelinkt aan de rechten en de plichten van de brouwer. Voor brouwers die een marktaandeel hebben dat groter is dan 30 procent, zoals InBev (57 %), betekent dat dat er contracten kunnen worden afgesloten voor 5 jaar die op elk moment opzegbaar zijn. En die verplichting heeft enkel betrekking op pilsbieren van het vat. De cafés kunnen hun gasten dus een grote variëteit van bieren van collega-brouwers aanbieden.’

Nee

‘InBev verhoogt systematisch de bierprijzen. Het is de tweede keer in amper acht maanden tijd dat InBev de prijzen verhoogt. Door hun dominante positie op de markt, leggen ze hun verkoopsvoorwaarden op aan de cafésector. De meeste cafés hangen door hun huurovereenkomst vast aan exclusieve afnameovereenkomsten. Ze huren een pand van InBev en dat betekent dat ze ook de producten van InBev moeten verkopen. Ze kunnen dus niet zomaar overschakelen naar een andere brouwerij en ze kunnen ook niet zonder bier. De cafés worden gedwongen om met InBev mee te gaan en hun prijzen op te trekken, want ze zitten al met erg krappe winstmarges. Zelf verdienen de caféhouders door die prijsstijging niets extra, terwijl de sector het toch al moeilijk heeft.

Het gaat bovendien niet enkel om verhoogde bierprijzen. Rond de jaarwisseling liet InBev alle glazen van Jupiler vervangen door grotere glazen, met een duidelijke mededeling voor de consument dat die meer krijgt. In elk glas zit 2,5 centiliter meer bier. Dat is op een jaarproductie een hele hap uit de portemonnee van de cafébaas. En dat lokt reacties uit.

Als we de prijsevolutie over een langere periode bekijken, kunnen we een systematische prijsverhoging vaststellen tijdens de laatste 5 jaar, vanaf de overschakeling naar InBev. Als InBev om economisch verantwoorde redenen – de stijging van de grondstoffenprijs bijvoorbeeld – de prijzen moet verhogen, begrijpen wij dat. Maar als de prijsverhoging enkel dient om het eigen marktaandeel nog te vergroten door bierhandelaars over te nemen, of als het de bedoeling is om in de particuliere distributie, in supermarkten en warenhuizen een groter volume te verkopen tegen prijzen die lager zijn dan prijzen die de caféhouder moet betalen, dan zitten wij in de cafésector met een probleem. Want een prijsverhoging van de producent betekent ook een prijsverhoging voor de consument en dat is zowel voor de caféhouder als voor de klant een streep door de rekening.’

stem zelf in de rubriek pro & contra op www.knack.be

Meer koopzondagen? Ja: 33,51% Nee: 66,49%

LIAN VERHOEVEN