Het klinkt romantischer dan ik het bedoel, maar ik bewaar warme herinneringen aan uw eerste optreden in primetime. Wij schreven mei 2004 en u was, met het oog op de Vlaamse verkiezingen, te gast bij Bracke & Crabbé. Alleen al in vestimentair opzicht had u mijn hart gestolen: u zat zonder pak en das, in uw doordeweekse plunje, tussen Inge Vervotte en Saïd El Khadraoui, die mij de indruk gaven veeleer fotomodellen dan politici te willen zijn.

Ook verbaal gesproken profileerde u zich meteen als een spookrijder op de snelweg van het infotainment. Toen Siegfried Bracke vroeg wat u vond van BV’s op de kieslijst, zei u: ‘Mensen die op tv met een dweil in hun mond en Tanja Dexters op hun rug over de vloer kruipen, die kunnen we bij de N-VA missen als kiespijn.’ Waarop Bracke: ‘Over wie hebt u het nu?’ Waarop u weer: ‘Ik wil zijn naam niet noemen, maar in het Frans klinkt het als achterwerk.’ Waarop Bracke: ‘Euh, cul, Q… U bedoelt Vincent Van Quickenborne! Waar hebt u dat gezien?’ Waarop u: ‘In Mediamadammen, op VT4.’ Waarop Ben Crabbé: ‘Daar kijken wij niet naar. Maar ik begrijp het: de N-VA is een kleine partij, dus jullie kijken naar kleine zenders.’ Waarop u: ‘Ik moet zeggen: als ik moet kiezen tussen ‘Doe de stemtest’ en ‘ Temptation Island’, dan is mijn keuze snel gemaakt.’

Ik moet zeggen, mocht ik zelfs maar in de állergeringste mate rechts of Vlaams-nationalistisch zijn aangelegd, ik had voor u gestemd. U leek mij een intellectueel autonome en gezond conservatieve politicus die hoe dan ook, als mede- óf tegenstander, een aanwinst betekende voor het levensbeschouwelijke landschap in Vlaanderen. Tijdens een openhartig interview wist u mij daarvan eens te meer te overtuigen. U was er bijna trots op een politicus uit een vorig tijdperk te zijn, niet in staat en niet bereid om zich te laten domesticeren door de media. Zelfs uw afkeer van elke vorm van mediatraining klonk geloofwaardig. Dat u er trots op was een Vlaming te zijn, wilde er bij mij niet in – hoe kún je nu trots zijn op iets waar je geen verdienste aan hebt – maar u had tenminste een antwoord waar ik iets mee kon. Er bestaat zoiets als gemeenschapsbeleving, legde u mij uit, en bovendien moest ik abstractie maken van de bezoedeling door derden: ‘Dat is het drama van de laatste twintig jaar: door de opmars van het Vlaams Belang willen veel mensen niets meer met het Vlaams-nationalisme te maken hebben. Zover is het gekomen. Dat is voor mij natuurlijk een benepen positie om te werken.’

Dat smaakte naar zelfbeklag, maar u kreeg het voordeel van de twijfel. Kréég. Want bij deze wens ik mijn achting voor u tot nader order op te zeggen. Niet omdat u, als was u de eerste de beste televisieomroepster, met uw baby hebt staan pronken in Dag Allemaal. Niet omdat u mediatraining zou krijgen van Jo De Poorter, zoals ik mij door een goede bron heb laten wijsmaken. Wel omdat u, door uw disproportioneel zware gewicht bij de formatie, het land nu al maanden onbestuurbaar helpt maken. U bent een als federaal onderhandelaar vermomd separatist, die al jong leerde dromen van een regimecrisis. Mocht u ooit hebben geloofd dat u het Vlaams-nationalisme van die bezoedeling kon ontdoen, moet ik u teleurstellen: ik kom meer dan ooit handen en voeten te kort om uit te drukken hoezeer ik mij wens te distantiëren van dat Vlaamse Front.

Dat u zich ook nog van een front moet distantiëren, bleek vorige week, toen u de excuses van de Antwerpse burgemeester voor het oorlogsverleden van zijn stad ‘gratuit’ noemde. Dat u hem ervan beschuldigde zo het Vlaams Belang te willen bestrijden, is helemáál te gek voor woorden. U lijkt Siegfried Bracke wel: die wil met betrekking tot het VB ook geen verwijzing naar fascisme of racisme meer horen – Bracke & De Wever, daar zit vast een format in.

Alsof de duivel ermee gemoeid was, viel uw daaropvolgende verontschuldiging bij de Joodse gemeenschap bijna samen met die van Johan ‘bananenboom’ Vermeersch bij de gekleurde gemeenschap. Al neem ik aan dat u diens excuses ook ‘gratuit’ vindt. Hoe zei u dat ooit ook weer? ‘Racisme werd inmiddels door de wetgever gecriminaliseerd en door de samenleving geproblematiseerd op een manier die haar gelijke niet kent in de geschiedenis.’

Inderdaad. Wij noemen dat: vooruitgang.

door Joël De Ceulaer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content