Wij weten meer over u dan goed voor ons is. U werd groot met de dagboeken van Anaïs Nin. U hebt een blauwe libel laten tatoeëren ter hoogte van de enkel. U hebt, net zoals Carla Bruni, de gewoonte om bekende mannen aan de haak te slaan. Toen u De zevende dag presenteerde, droeg u tijdens de uitzending altijd hetzelfde slipje. Ik stip het allemaal maar even aan om de aandacht te trekken, hoor. Ik schrijf u in een heel ander verband.

Wij nemen het hier namelijk sterk in overweging om u toe te voegen aan onze lijst met invloedrijkste intellectuelen van Vlaanderen. Dat lijkt misschien nogal veel eer voor de presentatrice van een bescheiden consumentenprogramma op Radio 1, en toch verdient u het. U hebt ons vorige week in Peeters & Pichal twee cruciale lessen geleerd, de ultieme leugendetector uitgevonden en in één moeite door het fundament gelegd voor een revolutionair televisieprogramma.

Dat ging zo. Het was donderdagochtend 24 januari, iets over negenen, en u had – live in de ether – Bart De Geest aan de lijn, de directeur van Yakult Belgium. De Geest was een beetje ontstemd omdat nogal wat kranten een foto van Yakult hadden gepubliceerd bij het bericht dat in Nederland 24 patiënten waren overleden tijdens een medisch experiment met probiotica – in Yakult zit ook een probioticum, vandaar. De vraag van de dag luidde: is dat spul nu gevaarlijk of niet?

Naar goede gewoonte sprak u de brave man aan op een toon waarin wantrouwen en minachting om voorrang streden. Toch bleef De Geest, vermoedelijk op last van zijn communicatieadviseur, relatief ontspannen. Hij legde uit dat hij met die affaire in Nederland niets te maken had. Dat Yakult een andere bacteriestam gebruikt. Dat die al 70 jaar op de markt is. Dat 25 miljoen mensen zijn product dagelijks gebruiken. En dat er nog nooit één enkel veiligheidsriciso is geweest.

Een normale presentator zou hier de volgende plaat hebben aangekondigd, maar u was niet bevredigd. Ik zal u letterlijk citeren: ‘Zeg het nu eens klaar en duidelijk: Yakult is niet gevaarlijk, ik zweer het op het hoofd van mijn kinderen, bijvoorbeeld.’ Alsof u schrok van de impact van uw vraag – u hebt zelf kinderen – voegde u er snel aan toe: ‘Enfin, ú moet dat zeggen.’ De Geest lachte nerveus, alsof hij er de lol van probeerde in te zien, en zei: ‘Ik kan dat zeggen, ik kan heel duidelijk zeggen…’ Waarop u hem onderbrak: ‘Zég het dan.’ Waarop hij weer, aarzelend: ‘Dat ik voor Yakult weet… met de informatie waarover ik nu beschik… dat er geen gevaar is voor de mensen… en ik kan dat zweren op het hoofd van mijn kleine dochtertje.’ Waarop u besloot: ‘O ja, dan geloven we het allemaal. Mijnheer De Geest, dankuwel, hoor.’

Les 1, logica: men kan niet bewijzen dat iets niet bestaat. Marsmannetjes? God? Een gevaarlijk neveneffect van Yakult? Zelfs als alles erop wijst dat iets niet bestaat, is er altijd een kans dat het alsnog, ooit, ergens, opduikt. Vandaar ook dat De Geest een slag om de arm hield: ‘Met de informatie waarover ik nu beschik.’

Les 2, psychologie: iedereen is bijgelovig, en niet alleen qua ondergoed. Men kan zich immers afvragen: wat is er zo dwingend aan het zweren op het hoofd van je kinderen? Wat gebeurt er als je in zo’n geval liegt? Word je dan gestraft door een opperwezen? Welnee. Toch nemen we het zekere voor het onzekere, in de wetenschap dat we (les 1) nooit zéker zijn dat zo’n wezen niet bestaat.

Tot zover de wetenschap. Het vermaak, nu. Ik raad u aan, mevrouw Peeters, om rond deze nieuwe vorm van leugendetectie een hele realityshow op te trekken. In Op het hoofd van mijn kinderen confronteert u politici, managers, groene jongens en andere potentiële deugnieten met de vragen die er echt toe doen. Om het geheel de nodige emotionele punch te geven, worden hun kinderen op het moment suprême gekneveld de studio binnengebracht, zodat de geïnterviewden niet alleen figuurlijk, maar letterlijk kunnen zweren op het respectieve nageslacht. Bij een aperte leugen wordt overgegaan tot onmiddellijke onthoofding, tenzij het publiek daar bij middel van opgestoken duimen anders over beslist. Wie geen kinderen heeft, kan de ogen van zijn ouders of een orgaan naar keuze van zijn levenspartner inzetten.

Wat denkt u? Hmm?

Hartelijke groet.

door Joël De Ceulaer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content