In 1990 kwam de Rus Wladimir Kaminer met zijn vrouw Olga uit Moskou naar Berlijn. Tegenwoordig is hij deeltijds dj, deeltijds verhalenverteller en deeltijds schrijver. In vertaling verschijnt nu ‘De reis naar Verweggistan’, waarin hij mild de spot drijft met de wereld van alledag. Knack zocht de schrijver op in zijn nieuwe thuisstad en sprak met hem over de onbestaande Russische ziel, het nut van clichés en het tirannieke kookboek van zijn moeder.
Wladimir Kaminer, ‘De reis naar Verweggistan’. Vertaald door Froukje Slofstra. Uitgeverij Cossee, 144 blz., euro 16,90
Wladimir Kaminer (° 1967) maakte in Berlijn algauw furore met de verhalen die hij vertelde in Kaffee Burger, een kroeg in de Torstrasse, in het centrum van Berlijn. Die manifestaties resulteerden in de verhalenbundels Russendisco en Soldatenrock, die snel cultstatus genoten. Nu verschijnt De reis naar Verweggistan, een vertaling van Die Reise nach Trulala. Kaminer is voortdurend onderweg en leest over de hele wereld zijn verhalen voor.
Wladimir Kaminer: ‘Dertien jaar lang heb ik in Berlijn de clichés over de Russen bestreden. Al die tijd heb ik erop gehamerd dat de Russische ziel niet bestaat. De mensen in het Westen zijn ervan overtuigd dat wodka en balalaika tot het wezen van de Russische ziel behoren. In de liederen van Iwan Rebrow horen ze de lokroep van de Russische steppe, terwijl Rebrow in werkelijkheid een Duitser uit Spandau is die met zijn voornaam Hans heet. Uiteindelijk heb ik begrepen dat het zinloos is om tegen clichés te vechten. Ik zie nu in dat het instrumenten zijn om de wereld te vatten en te beheersen. Wie er geen gebruik van maakt, verdwaalt in onoverzichtelijke landschappen. Ik heb van de nood een deugd gemaakt en ben begonnen nieuwe en kleurrijke clichés te verzinnen over de Russische ziel. Achter elk cliché steekt een zweempje waarheid. Het is waar dat de Russen meer wodka drinken dan de Duitsers en dat de Duitsers meer bier drinken dan de Russen. Maar als het gaat om de essentie van de mens, maakt het niets uit wat hij drinkt. Ik zie het nu zo: als je de clichés over een volk verzamelt, krijg je geen juister, maar wel een interessanter beeld van dat volk. Want het is waar dat de Russen graag paddestoelen plukken en dat ze verzot zijn op berkensap. Van die beelden maak ik gebruik. Ze stimuleren mijn fantasie.
Onlangs zag ik in een park hier in Berlijn hoe een glas met een touwtje aan een tak was opgehangen. Meteen wist ik dat de Russische landlopers in Berlijn gearriveerd waren. Tot nu toe heb ik Duitse landlopers nooit een glas zien gebruiken om hun bier en jenever in te mengen. Ze doen dat meteen in hun buik. Russische landlopers maken wel gebruik van een glas om hun mengsels te doseren voor ze ze opdrinken. Dat glas aan de tak was voor mij een teken dat de Russische drinkgewoonten, die hier tot dusver onbekend waren, de Berlijnse parken aan het veroveren waren.
U bent natuurlijk schrijver, maar hoe zou u zelf uw activiteiten omschrijven?
wladimir kaminer: Ik zie mezelf als een verteller van verhalen. Ik ben beginnen te vertellen in de Berlijnse kroegen. Het thema deed er niet toe, want voor mij ging het erom met het publiek in gesprek te komen. Het schrijven kwam op de tweede plaats. Maar terwijl ik schreef, merkte ik dat ik het leven van alledag een ongelooflijke diepte kon geven. Bovendien leerde ik uit de reacties van mijn toehoorders dat ze mijn ervaringen in hun eigen emoties projecteerden. Dat prikkelde me. Intussen is schrijven een verslaving geworden.
De tragikomedie is het waarmerk van uw verhalen?
kaminer: Er wordt wel eens beweerd dat mijn verhalen komisch zijn, maar het is niet waar dat ik alleen maar vrolijke anekdoten vertel. Mijn verhalen zijn tragikomisch. Ze gaan vaak over mensen die in hun hoop en verwachtingen teleurgesteld zijn. Ik maak het lachwekkende van de menselijke tragedie zichtbaar. Mijn nieuwe boek heet Ik maak me zorgen, mama. De titel is ontleend aan een dialoog uit een oude Russische film. Het gaat over twee oude vrouwen – een moeder van negentig en haar dochter van zeventig – die met elkaar telefoneren. De moeder is doof. De dochter is ziek. De dochter schreeuwt tot de dove moeder: ‘Mama, waarom neem je nooit de telefoon op? Ik maak me zorgen, mama. Ik bel nu al voor de twintigste keer, mama, en nooit neem je eens op. Ik maak me zorgen, mama.’ Maar als de oude mama het woord neemt, houdt ze ook niet op haar dochter verwijten te maken: ‘Waarom bel je me nooit eens op? Ik zit de hele dag voor de telefoon en nooit bel je me eens op. Je mama maakt zich grote zorgen. Zeg eens, waarom bel je niet?’ In de conversaties met mijn vrouw en kinderen behoort het gezegde ‘Ik maak me zorgen, mama’ inmiddels tot het repertorium van de vaste uitdrukkingen. Als iets niet naar wens verloopt, hoor je ons ‘Ik maak me zorgen, mama’ zeggen. Als ik er goed over nadenk, bestaat de helft van de gesprekken die ik thuis met mijn vrouw en kinderen voer uit citaten.
Wat aantoont dat u een gretig lezer bent?
kaminer: Als nieuwsgierig mens lees ik natuurlijk veel. Ik lees kranten en hedendaagse literatuur, liefst Russen en Duitsers. De Rus Andrej Bitov, auteur van Het Poesjkinhuis, was lange tijd mijn lievelingsschrijver. Bitov heeft me geleerd hoe je ideeën kunt verpakken in boeiend en lezenswaardig proza. Ik bewonder hem voor zijn moed en zijn taaiheid. Enige tijd geleden werd Bitov geveld door een hartaanval. Daarna was hij zijn epische adem kwijt. Noodgedwongen moest hij zich concentreren op het schrijven van korte stukjes. Hij maakte van de nood een deugd. Hij schrijft schitterende verhalen die met elkaar gemeen hebben dat ze de ruimte van maar één velletje innemen. Ik vind dat vertederend. Als oude schrijver eindigt Bitov waar ik begonnen was: met verhalen die op een A4’tje kunnen.
Lezen is natuurlijk fascinerend. Geen andere kunst kan het leven zo geloofwaardig imiteren als de literatuur. Een film duurt zelden langer dan twee uur, maar wie een dik boek leest, onderneemt een reis van drie dagen. Ik ken mensen die zo gegrepen werden door hun eerste lectuur dat ze er niet meer in slaagden naar het echte leven terug te keren. Maar het is natuurlijk een misvatting dat alleen de bellettrie boeiend is. Ik lees geregeld in het boek Sovjetkookkunst uit 1947 dat ik van mijn moeder gekregen heb. In Moskou heb ik mijn moeder wel veel in dit boek zien bladeren, maar echt gebruiken deed ze het niet. Dat was ook niet mogelijk, want in sovjettijden kon je nergens de ingre- diënten vinden waarover in dit kookboek sprake was. Toen ik Sovjetkookkunst in Berlijn begon te lezen, maakte het een sterke indruk op me. Ik merkte dat de recepten heel de geschiedenis van mijn gekwelde land weerspiegelden. Zelfs de toon was stalinistisch, autoritair en tiranniek. Het recept ‘Zure gevogeltesoep met ingewanden’ was geformuleerd als een marsbevel: ‘Haal een vogel! Hak de snavel eraf! Verwijder de ogen! Snijd het hart eruit en laat het bloed er direct uitdruipen! Was de ingewanden grondig, maar zonder zeep!
Hoe moeilijk was het voor u om van het Russisch naar het Duits over te schakelen?
kaminer: Ik ben geen taalkunstenaar. Voor mij is taal alleen maar een instrument, een werktuig. Taal is voor mij wat een gitaar voor een musicus is. Met dat instrument maak je op een bepaalde manier energie vrij. Misschien is dat stijl. De Sex Pistols speelden gitaar met hun vuist. Al beweerden de criticasters dat ze er niets van terechtbrachten, toch vonden ze geen verklaring voor de power die uitging van die band. In Duitsland wou ik in het Duits schrijven. Ik geloof niet dat ik hier hetzelfde effect zou bereikt hebben als ik mijn teksten eerst in het Russisch had geschreven. Ik vond het Duits ook niet moeilijk. Ik leerde het heel snel.
Hoe anders is het leven in Berlijn?
kaminer: Het is spannend om te leven in Berlijn. Het leven in deze stad verloopt niet zoals in de andere Europese steden omdat de politieke en sociale ontwikkelingen hier andere effecten hebben. De laatste honderd jaar is Berlijn een stad van mislukkingen geweest. De Berlijners weten dat en ze zijn daaraan gewend geraakt. Ze hebben het gevoel dat ze weinig te verliezen hebben. Als je hun zegt dat er een crisis op hen afkomt, dan halen ze de schouders op. Ze zijn het gewoon om op zichzelf terug te vallen of op de kleine gemeenschappen die ze hebben opgericht.
In Berlijn is de staat altijd zwak geweest. De Berlijnse regering richt weinig uit en ze heeft alleen maar een representatieve functie. In andere steden heeft de multiculturele problematiek altijd te maken met de arbeidsverdeling. Maar net zoals in Berlijn de economie niet echt bestaat, bestaat er ook geen multicultureel probleem. Hier trekt iedereen zijn eigen plan. Elk moet er maar zelf voor zorgen dat hij aan werk geraakt, om het even of hij een Berlijner, een Vietnamees, een Turk of een Rus is. Je kunt alleen maar op jezelf en je vrienden rekenen. Daarom noem ik Berlijn een absolute ‘ik-nv’. Het is alsof elk nieuw initiatief hier gedoemd is om te mislukken. Maar wie in Berlijn mislukt, beschouwt dat niet altijd als een ongeluk. Mislukken kan ook een kans inhouden. Je hoeft je niet meer uit te sloven voor de banaliteiten die het leven van andere mensen in andere steden beheersen. Je kunt mislukt en toch gelukkig zijn.
Berlijn is een zwart gat. Het zuigt alles op. Iedereen leeft zich uit zoals hij dat zelf wil. Niemand wijst je met de vinger omdat je iets doet of laat. Wie in Berlijn belandt, vindt hier op de duur altijd de stamkroeg die bij hem past. In andere steden wordt alles meteen tot een discussiepunt opgeblazen. Maar hier interesseert het geen mens of je homo bent of hetero, of je christen-democraat bent of groen. Niemand is pro of contra. Niemand ligt daarvan wakker.
Als in München de bierfeesten ontketend worden, worden alle inwoners daarin betrokken, ook de tegenstanders die zich in hun woningen barricaderen. In Berlijn hebben we een Love Parade. Mij interesseert dat geen barst en niemand maakt me daarover een verwijt. In de dertien jaar dat ik hier woon, heb ik nog geen enkele raver gezien. Zelf ben ik een beroemdheid in Berlijn, maar iedereen laat me met rust. Leonardo DiCaprio mag hier naakt over straat lopen, niemand zal ervan opkijken en niemand zal hem aanspreken. Het is alsof Berlijn alle mensen onzichtbaar maakt, de losers evenzeer als de celebrities.
Als dat zo zit, kun je dan nog spreken over de alternatieve scène van Berlijn?
kaminer: Hier in Berlijn zijn alle scènes alternatief. Er bestaat niet zoiets als een alternatieve ‘Leitkultur’ waartoe je moet behoren om in te zijn. Als je de echte Berlijnse underground wilt leren kennen, dan moet je de kroegen van de bouwvakkers opzoeken. Dat zijn oorden waar geen normaal mens binnengaat. Daar hokken dan vier mannen en een vrouw en ze spelen rokend dart. Het bier kost er tachtig cent. Op hun manier zijn die mensen niet onvriendelijk, ook al zijn ze vreselijk kortaf. Maar zelfs daar is de sfeer wat ingeslapen. Berlijn is niet Amerika waar de mensen voortdurend gek worden, waar ze de hele tijd op elkaar schieten en hun auto’s tot schroot rijden. Berlijn is second hand-kapitalisme. De scherpste hoeken ervan zijn afgerond. Het is typisch voor Berlijn dat de mensen er niet ten onder gaan, maar er ook nooit echt bovenop komen.
In Rusland is de nieuwe president dezelfde als de oude. Wat gaat er door uw hoofd als ik de naam Vladimir Poetin laat vallen?
kaminer: Op een bepaald tijdstip heeft Poetin een positieve rol gespeeld. Toen de Sovjet-Unie uit elkaar was gevallen, werd Rusland geconfronteerd met een reusachtige golf van corruptie en banditisme. Iedereen die geld genoeg had om een kalasjnikov te kopen, speelde zelf presidentje. De nieuwe rijken en de oligarchen onderhielden hun privé-legers. Wie genoeg poen had, kon een machtwoord spreken. Wie geen geld had, moest gehoorzamen. Toen kwamen Poetin, de KGB en de politie aan de macht. Ze hebben opgeruimd. Ze hebben ervoor gezorgd dat iedereen snel begreep dat Rusland nog maar één president had en dat zijn naam Vladimir Poetin was. Voor de meerderheid van de Russen was dat een opluchting.
Poetin heeft het geweld gemonopoliseerd. Poetin is nu in Rusland de enige man voor wie iedereen schrik moet hebben. Hij is de grootste smeris. Alle andere schurken zijn gevlucht, zitten in de gevangenis of liggen al onder de zoden. Maar de pensioenen komen op tijd en de arbeiders moeten niet langer wachten op hun loon. Voor de Russen zal dat wel een positieve ontwikkeling zijn, hoewel ik zelf alleen maar kan zeggen: in zo’n land zou ik niet willen leven.
De Russen weten dat het oude socialisme een vorm van onderdrukking en tirannie was. Maar ook met het nieuwe kapitalisme hebben ze geen schitterende ervaringen. Ze zijn er niet ontevreden mee, maar het heeft geen spanning in hun leven gebracht. Het kapitalisme heeft de openbare toiletten in Moskou niet zindelijker gemaakt. De potten zijn nog altijd zo onappetijtelijk dat niemand er durft op te gaan zitten. Wie er toch gebruik van maakt, gaat als een eenzame adelaar boven de pot zweven. In tegenstelling tot vroeger kun je nu op elk openbaar toilet reclameboodschappen horen. Ze kunnen niet onderbroken worden. Daarom doen ze toch een beetje denken aan de socialistische propaganda-uitzendingen van weleer.
U bent nu zelf beroemd en rijk. Wat betekent geld voor u?
kaminer: Vroeger had je vaklui. Ze maakten stoelen en tafels die langer bleven bestaan dat zijzelf. Onze voorouders waren boeren die het land zolang bewerkten en zodanig veredelden dat hun dochters en zonen van de vruchten van hun arbeid konden genieten en konden navertellen hoe hun vaders en grootvaders moerassen hadden drooggelegd. Maar in onze generatie blijft alleen nog het geld over als het gesublimeerde product van alle mogelijke bedrijvigheden. Geld is belangrijk. Daar ontsnap je niet aan. Maar het blijft een product van mensen, in tegenstelling tot de tijd, die geregeerd wordt door heel andere instanties. Wij mensen hebben geen macht over de tijd, omdat de tijd in de handen van God ligt. Met het geld ligt het anders. Geld kunnen we zelf drukken, zoveel als we willen.
Door Piet de Moor
‘Wie in Berlijn belandt, vindt altijd de stamkroeg die bij hem past.’
‘Het kapitalisme heeft de openbare toiletten in Moskou niet zindelijker gemaakt.’