In ons land sukkelen de wetenschappers hopeloos in het moeras van de politiek.
Het broeikaseffect lokt vele mensen naar conferenties en vergaderingen. Grote organisaties moeien zich met de problematiek. Dat betekent dat er kredieten komen voor wetenschappelijk onderzoek en beleidsvoorbereidend werk. De praktijk wijst echter uit dat de verzoening tussen wetenschap en politiek, zeker in ons land, gekkenwerk is. Een aantal mensen die in ons land ambtshalve met het onderzoek naar en de strijd tegen het broeikaseffect bezig zijn, voelt zich ontgoocheld. Wetenschappers en politici begrijpen elkaar niet.
?België worstelt met een zware communicatiestoornis tussen wetenschappers en mensen van het beleid,? zegt een wetenschapper die in het beleid terechtgekomen is. ?In het kader van de plannen tot invoering van een CO2-taks zijn er vele vergaderingen geweest. Daar bleek hoe moeilijk het is de twee groepen op efficiënte wijze met elkaar te laten praten. De politici willen pasklare antwoorden op duidelijke vragen, die de wetenschappers niet kunnen geven, omdat in zo’n complex dossier als het broeikaseffect geen pasklare antwoorden bestaan. De wetenschappers spuien modellen, maar de politici willen het evangelie. Dat leidt tot een kortsluiting.?
Iedereen wil in ons land zijn zeg doen over het milieu : zowel op federaal als regionaal niveau zitten in allerhande administraties economie, milieu, verkeer, financiën mensen die bij het debat betrokken moeten of willen worden. Dat zorgt dikwijls voor een patstelling. ?Op het niveau van de politiek is er niemand die het dossier voldoende in zijn totaliteit wil zien om er zinvolle dingen over te kunnen zeggen,? zegt een wetenschapper. ?Het wetenschappelijk onderzoek kan bruikbare instrumenten leveren om, bijvoorbeeld, beleidsmaatregelen te toetsen aan efficiëntie en kostprijs. Maar lang niet alle wetenschappelijk verdedigbare maatregelen blijken politiek aanvaardbaar. De weg om een wetenschappelijk resultaat naar de politieke praktijk te loodsen, is onwaarschijnlijk lang en moeilijk.?
Het probleem is dat het broeikaseffect zelfs naar Belgische normen te complex is. Er komt te veel bij kijken en het raakt te veel aan alles. En rond de tafel zitten te weinig mensen die voldoende gewapend zijn om de dure studies en argumenten van de belangenverdedigers die dikwijls uit de administratie komen te weerleggen. ?Niemand durft als wetenschapper krachtig ingaan tegen, bijvoorbeeld, de vertegenwoordigers van de transportsector. Daar zouden drastische maatregelen genomen moeten worden om succes te hebben in de strijd tegen de uitstoot van broeikasgassen. De transportsector wordt echter met fluwelen handschoenen aangepakt. Daar kan geen wetenschapper tegenop.?
KELCHTERMANS-SYNDROOM
De politici tonen zich niet onder de indruk van de wetenschappers. ?Ze komen uit hun ivoren toren met hun cijfers en modellen naar onze vergaderingen, waar dan blijkt dat ze het zelfs onderling niet eens geraken over de waarde van hun werk,? zegt een kabinetsmedewerker. ?Als wetenschappers het al niet eens geraken, hoe willen wij dan een consensus bereiken over zo’n delicaat onderwerp als het broeikaseffect ? De vorsers vertrekken allemaal van verschillende gegevens voor hun modellen, ingegeven door hun economische of ecologische achtergrond om maar die twee te noemen. Als het dan na vele vergaderingen duidelijk wordt dat er gewoon geen toenadering of tussenoplossing mogelijk is, moeten ze niet schrikken dat er geen concrete maatregelen getroffen worden.?
Een kleine rondvraag in de sector leert dat het Belgische beleid inzake het broeikaseffect als schoolvoorbeeld kan dienen van wat stilaan als het ?Kelchtermans-syndroom? bekend geraakt, naar Vlaams minister voor Leefmilieu Theo Kelchtermans (CVP), die het systeem invoerde om geregeld uit te pakken met een prachtig, maar weinig vernieuwend rapport, waarmee na de bekendmaking van het bestaan ervan bij voorkeur niets wordt gedaan. ?In verband met het broeikaseffect is dat niet anders,? vertelt een betrokkene. ?Ineens komt iemand tot de ontzettende vaststelling dat er in het kader van een internationale afspraak een rapport moet worden gemaakt. Dan wordt er gauw een reeks maatregelen uit andere teksten, zoals die over het dijkenbeleid, gelicht en in een verslag gegoten, waar met grote letters STRIJD TEGEN HET BROEIKASEFFECT wordt bovengeschreven. Dit verslag wordt voorgesteld op de internationale vergadering, zodat ons land aan zijn verplichtingen heeft voldaan, en de indruk heeft gewekt de problematiek ernstig te nemen. Waarna we weer enkele jaren rustig kunnen verder vergaderen.?