Arbitragehoven hebben de voorbije jaren al honderden keren uitspraken gedaan in internationale handels- en investeringsgeschillen. Onderstaande acht cases brengen enige klaarheid in de rol van arbitragehoven in de wereldhandel.
Zaak 1:
Wie: Chinese Ping An tegen België.
waarover: Het Chinese Ping An had 5 procent van de aandelen van bank-verzekeraar Fortis. Toen Fortis in 2008 dreigde failliet te gaan, werd het genationaliseerd door de Belgische overheid. De aandeelhouders verloren zo goed als al hun geld. Ook Ping An voelde zich bekocht. Na een mislukte poging om de zaak in der minne te regelen, stapte Ping An in 2012 naar een internationaal arbitragehof. Ping An beschuldigde België van ‘wangedrag’ en eiste een schadevergoeding voor de 2 miljard euro die het in Fortis verloor.
waarom interessant:
Het was de eerste zaak ooit die voor een arbitragehof tegen België werd aangespannen.
uitspraak: In 2015 werd de claim van Ping An afgewezen. De zaak kostte de Belgische staat wel 3,5 miljoen euro aan advocatenlonen.
Zaak 2:
Wie: Philip Morris tegen Australië.
waarover: In 2011 spande Philip Morris een zaak aan tegen de Australische regering, nadat die had beslist dat op sigarettenverpakkingen gruwelijke foto’s van longkankerpatiënten moesten staan. De sigarettenfabrikant vond dat een handelsbarrière die in strijd was met vrijhandelsakkoorden.
waarom interessant:
De klacht van Philip Morris tegen Australië is jarenlang door tegenstanders aangehaald als hét voorbeeld van waartoe arbitragerecht kan leiden: een multinational vraagt een schadevergoeding omdat de overheid maatregelen neemt die het algemeen belang, de gezondheid van de bevolking, bevorderen.
uitspraak: Eind 2015 verklaarde het arbitragetribunaal zich onbevoegd in deze zaak. Philip Morris kreeg geen vergoeding.
Zaak 3:
Wie: Canadese Pacific Rim Mining Company tegen El Salvador.
waarover: Plannen om een groot goudwinningsproject in El Salvador op te starten, leidden tot protest bij de bevolking. Die vreesde dat het water van de nabijgelegen rivier zou worden vervuild. In 2008 besliste de Salvadoraanse regering om geen toestemming te geven voor de enorme goudmijn. Daarop diende het Canadese bedrijf Pacific Rim Mining Company (sinds 2013 onderdeel van OceanaGold), dat de goudmijn wilde gaan exploiteren, een klacht in tegen El Salvador. Het eiste 315 miljoen dollar schadevergoeding.
waarom interessant:
Een multinational daagt een van de armste landen van Latijns-Amerika voor een arbitragehof.
uitspraak: Vorige maand besliste het arbitragehof dat de klacht van OceanaGold ongegrond was. Het veroordeelde de firma tot het betalen van 8 miljoen dollar aan de overheid van El Salvador als vergoeding voor de gemaakte advocatenkosten.
Zaak 4:
Wie: Zweedse Vattenfall tegen Duitsland.
waarover: Na de kernramp in Fukushima (Japan) op 11 maart 2011 wilde Duitsland niet meer weten van kernenergie. Het Zweedse energiebedrijf Vattenfall had net geïnvesteerd in twee kerncentrales en moest het besluit slikken dat die kerncentrales met onmiddellijke ingang werden gesloten. ‘We trekken het besluit om het gebruik van kernenergie in Duitsland af te bouwen niet in twijfel,’ verklaarde de topman van Vattenfall, ‘maar we eisen schadeloosstelling voor de economische verliezen als gevolg van het besluit.’ Vattenfall eist 4,7 miljard euro van Duitsland.
waarom interessant:
Illustreert dat multinationals niet alleen arme landen aanklagen. Deze zaak leidt in Duitsland tot heftige discussies over het nut van vrijhandel en de rol van arbitragehoven daarbij.
uitspraak: In deze zaak is nog geen uitspraak geveld.
Zaak 5:
Wie: Aandeelhouders Yukos tegen Rusland.
waarover: Oliebedrijf Yukos, geleid door Kremlincriticus Michail Chodorkovski, werd in 2003 ontmanteld. Volgens de aandeelhouders lagen politieke beweegredenen daaraan ten grondslag, volgens de Russische overheid was het noodzakelijk om onbetaalde belastingen te recupereren. De aandeelhouders trokken naar het Permanente Hof van Arbitrage in De Haag en eisten 50 miljard dollar.
waarom interessant:
Het gaat om het grootste bedrag ooit geëist in een investeringsarbitrage.
uitspraak: In juli 2014 werd Rusland veroordeeld tot het betalen van 50 miljard dollar aan de voormalige eigenaars van Yukos. Maar het Russische parlement heeft het Energie Handvest, het internationale verdrag op basis waarvan de klacht bij het Permanente Hof van Arbitrage kon worden ingediend, nooit geratificeerd. Daarom achtte de Russische overheid dat Permanente Hof niet bevoegd in de zaak. Een ‘gewone’ rechtbank van beroepsrechters in Den Haag gaf Rusland gelijk. Er hoeft dus geen schadevergoeding te worden betaald.
Zaak 6:
Wie: Baggerwerken Decloedt tegen de Filipijnen.
waarover: Baggerbedrijf De-cloedt, een filiaal van DEME, haalde een contract van 300 miljoen euro binnen voor het saneren en uitbaggeren van Laguna de Bay in Manila. Het contract leidde tot protest bij sectorgenoot Jan De Nul, die een openbare aanbesteding eiste. Filipijnse politici vroegen zich af of de aanbesteding op een correcte manier was verlopen. Vervolgens werd het project geannuleerd. Daarop trok Decloedt in 2011 naar het arbitragehof en eiste het 65 miljoen euro schadevergoeding.
waarom interessant:
Klassiek handelsconflict dat alleen de gespecialiseerde pers haalde.
uitspraak: In deze zaak is de uitspraak nog hangende.
Zaak 7:
zaak: De Belgen Vladimir en Michael Berschader tegen Rusland.
waarover: Vladimir en Michael Berschader waren aandeelhouders van een Belgische bouwfirma die een contract in de wacht sleepte voor de bouw van het Russisch Hoger Gerechtshof. In 2004 klaagden ze aan dat ze voor hun werk te laat werden betaald en eisten 13,2 miljoen dollar.
waarom interessant:
Nog een voorbeeld van een typisch handelsconflict dat door een arbitragehof wordt behandeld, maar nooit de media haalt.
uitspraak: In 2006 deed het arbitragehof een uitspraak ten gunste van Rusland, de Belgen vingen bot.
Zaak 8:
zaak: De Belg Joseph Houben tegen Burundi.
waarover: In 2013 diende onze landgenoot Joseph Houben een klacht in bij een arbitragetribunaal. Hij had grond verworven in Burundi waarop hij vastgoedprojecten wou opstarten. De grond werd door de Burundische overheid zonder enige vergoeding onteigend. Daarop eiste hij 9,1 miljoen dollar schadevergoeding.
waarom interessant:
Dit is een voorbeeld van de talloze conflicten die nooit de pers halen, maar door een arbitragehof worden behandeld.
uitspraak: Begin dit jaar werd Burundi veroordeeld tot het betalen van een vergoeding van 200.000 dollar aan Houben.