Sinds het onheil van 27 februari is Renault-Vilvoorde een ander bedrijf. De directie verloor alle autoriteit, de vakbonden avon- turieren niet in zelfbestuur. Toch rollen er nog auto’s van de band.
Voortdurend vallen de montageband en de deelkettingen stil. Om het kwartier, soms om de vijf minuten. Vóór Renault-topman Louis Schweitzer op 27 februari vanuit Parijs decreteerde dat de assemblagefabriek van Vilvoorde op 31 juli dicht moest, produceerden de 3.100 personeelsleden er 840 wagens per dag. Nu rijden er op de beste dagen 450 Méganes van de band. Eén enkele keer werd een piek bereikt van 608. Maar op dagen van grote sociale commotie kan de productie in tientallen geteld worden. Het zouden er dagelijks 700 moeten zijn : dat kwamen de directie en de vakbonden min of meer overeen bij de werkhervatting.
Maar aan de Schaarbeeklei is Renault Renault niet meer. De machines draaien perfect, maar de mensen die ze leven moeten geven, willen niet meer mee. Driekwart eeuw bijna werkte Renault Industrie Belgique (RIB) voorbeeldig. Toen bereikte het bericht van de sluiting de fabriek : onvoorbereid, asociaal meegedeeld, onrechtvaardig verantwoord. Op dat ogenblik sprongen, als overbelaste zekeringen, drieduizend loyauteiten stuk. De motivatie van de arbeiders was in één klap kapot, en dus was ook de onderneming kapot. Alle personeelsleden, kaders inbegrepen, hebben Renault gebrandmerkt als een onbetrouwbare en ondankbare werkgever. Zelfs nu blijkt dat de gestelde deadline van 31 juli voor de sluiting niet zó noodzakelijk is om de overcapaciteit van de Franse autogroep op te lossen, blijft het voor directie én vakbonden een raadsel hoe ze Vilvoorde nog kunnen doen draaien.
Het absenteïsme van de arbeiders klom op van een normale zes procent tot twintig, soms dertig procent. Eén op vijf tot bijna één op drie werknemers komt niet opdagen. De pendelbussen van Damiaan voeren ’s ochtends nog een behoorlijk aantal arbeiders aan, maar de namiddagploeg is steevast fel onderbemand. In wezen is dat onverklaarbaar, aangezien de ploegen wekelijks wisselen. Maar misschien kunnen de arbeiders het moeilijker opbrengen om op lange lenteavonden tot middernacht in gesloten fabriekshallen te werken.
De Renaultarbeiders hebben huisartsen met veel begrip. Het regent ziektebriefjes ; opvallend veel binnen de marges van het gewaarborgd weekloon. Hoewel : natuurlijk kan niemand ontkennen dat de werknemer van Renault objectieve redenen heeft om zich niet goed te voelen. Andere toekomstige werklozen nemen verletdagen op. Of al gelijk hun zomervakantie, dat hebben ze dan alvast binnen. Anderen blijven gewoon weg als het hen zint, zonder zich iets aan te trekken van werk of loon.
Zo’n 120 arbeiders muisden er al definitief van onder en wilden niet eens wachten op een financiële afscheidsregeling. Zij werken nu bij General Motors in Antwerpen, de chemiegroep BASF, of vonden een onderkomen in metaalbedrijven. Gespecialiseerde arbeiders als pistoolschilders en anderen hebben namelijk nog altijd een streepje voor op de arbeidsmarkt. Maar hun vertrek slaat serieuze gaten in de arbeidsorganisatie van de fabriek in Vilvoorde. Anderen, met weinig Renaultverleden, vonden dat de last van het sociaal drama niet opwoog tegen de financiële vergoeding die zij voor hun geringe anciënniteit verwachten. Nog veel meer arbeiders zoeken te vertrekken. Zij moeten echter vaststellen dat het werkgelegenheidsbeleid van de regering hen dat quasi onmogelijk maakt. Ondernemingen werven alleen werklozen aan, want dat betekent korting op de sociale werkgeversbijdragen. En werkloos zijn die van Renault voorlopig nog niet.
DE LOPENDE BAND STEEKT VOL GATEN
De lopende band vormt het trillend centrum van elk assemblagebedrijf. Daar werkt bij Renault-Vilvoorde ook het meeste volk. De arbeiders kleden haast manueel de naakte carrosserie aan. Post na post wordt dat karkas meer en meer auto. Het handelt om een extreem autoritaire productiestructuur, die op wetenschappelijke wijze elke arbeidsplaats opvult en elke job voorschrijft, tot in de bewegingen van de arbeiders toe. In Vilvoorde stortte die structuur volledig in mekaar. Door de vele afwezigheden vertoont de arbeidsorganisatie aan de band gaten als een Ementhalerkaas.
?Grote technische problemen voor de productie stellen zich niet, maar menselijke organisatieproblemen des te meer,? zegt Karel Gacoms, de federale secretaris van het ABVV-metaal, die in de Renaultaffaire een hoofdrol speelt. God weet hoe ze het redden om in Vilvoorde de posten aan de ketting te vullen, en wie daarover beslist. Het ziet er allemaal nogal spontaan en fantasierijk uit : het soort werkoverleg van mensen die aan hun lot zijn overgelaten en die toch nog auto’s willen bouwen. Iedereen moet plotseling alles kunnen. Arbeiders springen in jobs die zij nooit eerder hebben gedaan en waartoe zij niet zijn opgeleid. Meestergasten en directe oversten stappen mee in het productiewerk. Afwezige arbeiders worden telefonisch aangemaand snel te komen helpen. De herstellers van de finishing hall in Machelen spelen op verplaatsing. De meesten verrichten twee, zelfs drie taken ; anderhalve job is nu het gemiddelde.
Het gevolg is vanzelfsprekend dat de assemblageband niet langer de snelheid van het werk dicteert. Voortdurend moet de ketting wachten op de afwerking van taken. De productie lijkt nog slechts van verre op de procedures zoals die in de werkboeken beschreven staan. Geregeld laaien bovendien hoge discussies op en knallen voetzoekers in het rond. Een kwart van de arbeiders stemde tegen de werkhervatting en voor de staking tot de finish het beginnen van onderhandelingen over een sociaal plan houdt in hun ogen een knieval voor Louis Schweitzer in. Een deel van die mensen zet in de fabriek de staking ook effectief voort. Ze kaarten of lezen de krant, zeer ongebruikelijke werkhandelingen in een autobedrijf. Al zijn dat er maar veertig of vijftig, hun actie smeert de productie niet. Bovendien kunnen zij, tot op de montageband, rekenen op de enthousiaste steun van de radicaal-linkse militanten van de Partij van de Arbeid, die nu op het etterende Vilvoorde zijn neergestreken.
Honderd tot tweehonderd andere arbeiders hebben zicht op een nieuwe job, maar willen eerst de vertrekpremie meegrabbelen. Zij liggen geketend aan de sociale onderhandelingen. Renault is al verleden tijd voor hen, maar ze kunnen er (nog) niet weg. Dus melden ze zich aanwezig, maar voeren voor de rest nauwelijks een slag uit. Gacoms maakt zich zenuwachtig. ?Waarom laat de directie die mensen niet vertrekken met een premie ? Wij hebben dat twee maanden geleden al gevraagd. Dat is een bewuste sabotage van de directie. Zo laat ze de sociale agressie toenemen zodat de onderneming oncontroleerbaar wordt.?
Tussen de arbeiders die werken en zij die de handen liefst in de broekzak steken, stijgt de spanning. De mensen die auto’s bouwen, staan onder zware arbeidsdruk. Zij raken bijzonder gefrustreerd door de collega’s die zich niet meer moe wensen te maken. Als Vilvoorde geen auto’s meer produceert, is het snel afgelopen met de fabriek en het sociaal plan, vrezen zij. Daar is dan iedereen de dupe van. Dat in de fabriek gegokt wordt over onwaarschijnlijk hoge afscheidsvergoedingen, van zelfs enkele miljoenen, strijkt natuurlijk geen zalf aan de verstandhouding tussen de duiven en de haviken. De mensen die zich pro sociaal plan opstellen en de mensen die voor Vilvoorde blijft open zijn, staan meer en meer lijnrecht tegenover elkaar.
DE LEVERANCIERS BLIJVEN LEVEREN
Ondanks die hele chaos blijft de Renaultgroep vanuit Frankrijk, Spanje en zelfs Tunesië onderdelen leveren de grondstof voor de productie als het ware , in ruil voor het afleveren van de afgewerkte wagens aan de verkoopmaatschappij. De blokkade door de vakbonden van de 5.300 auto’s van vóór 27 februari, als een oorlogsbuit van goed 2,5 miljard frank, is geen punt van discussie meer. (Die buit blijkt ’s avonds nog stilletjes met nieuwe wagens aan te groeien, vermoedelijk nu al tot een zesduizend. De zetelbouwer Joroca en de andere onderaannemers leveren just-in-time de bestelde onderdelen. Damiaan stuurt elke dag zijn pendelbussen. Fabriek en machines worden volgens voorschrift onderhouden. ?Ongelooflijk hoe dat allemaal kan blijven functioneren,? mijmert Gacoms.
Alleen weigeren de bonden verhoudingsgewijs meer Méganes Coupé dan vroeger te bouwen, hoewel de directie niets liever zou zien. Vilvoorde is namelijk de enige fabriek van de groep die dit model kan produceren. Er zijn nu coupés tekort op de internationale markt, maar Vilvoorde brengt niet meer de liefde op om de marktproblemen van Renault op te lossen.
Het management van RIB verloor bij de werknemers tegelijk zijn moreel gezag en zijn autoriteit. Directieleden wagen zich nog nauwelijks op de vloer. In het begin lokten hun bezoeken aan de fabriek stormen van verontwaardiging uit, nu worden ze door de arbeiders straal genegeerd. Woordvoerder Martin Baert kreeg bedreigingen en dook een tijdje onder. De arbeiders pikten het niet dat hij standpunten formuleerde. Volgens hen kwam dat alleen hun vakbondsleiders toe. De Franse directeur Bernard Garsmeur loopt met een bodyguard rond. Sommige meestergasten, departementshoofden en directe oversten aan de band krijgen niets meer gedaan. De arbeiders nemen revanche, ze rekenen af. Karel Gacoms begrijpt dat wel. De mensen zijn kwaad. Ze kunnen Schweitzer niet pakken, dus richten ze zich tot zijn plaatsvervangers, de bazen van Vilvoorde. Bijwijlen deelden de vakbonden zelf in die woede. Voor drie maanden actie zonder oplossing hebben niet alle arbeiders applaus over.
De directie van Renault Industrie Belgique voelt zich van elke mogelijkheid tot communicatie afgesneden. Geen wonder, geen verklaring kan goed zijn. Ofwel roept het hoofdkwartier van Boulogne-Billancourt waar ze voor alle beslissingen terecht moet , ze op het matje. Ofwel stoten ze de arbeiders voor het hoofd. De bonden maanden de directie trouwens al tot terughoudendheid aan. Naar verluidt, werkt het management in de afgesloten directiekamers bikkelhard, ?voor het goed van de arbeiders?, om de best mogelijke regeling voor Vilvoorde uit de brand te slepen. Een frusterende opdracht, waarvoor ze van de arbeiders geen spatje waardering krijgen. Integendeel, hoon is hun loon.
DE BEZETTERS ONTVANGEN HUN LOON
Personeelsdirecteur Ronald Breyne kan met zijn human resources-boekjes deze republiek van de arbeiders niet aan. Om serieuze problemen op te lossen moet hij nu zelf bij de syndicale delegatie aankloppen. Tot nog toe koos hij voor de zachte aanpak. Renault staat snel met de lonen klaar sedert 27 februari hoefden de vakbonden niet meer dan dertien stakingsdagen uit te keren. De onderneming betaalt zelfs het salaris van de zestig bezetters van het parkeerterrein met de afgewerkte wagens. De discipline in de fabriek ontsnapt aan de bedrijfsleiding. Bazen die een laatkomer, een wilde staker of een luie werknemer een reprimande gaven, ondervonden snel dat zij daarmee het werk van de hele ploeg stillegden. Toch lijkt de aanpak wat te verstrengen. Wie niet werkt, vliegt van de loonlijst. Een maatregel die de syndicale delegatie in de fabriek niet contesteert. Wel integendeel : de spanning tussen de niet-werkers en de werkers dreigt té groot te worden.
?Ik kan niet zeggen dat de kaderleden tegen ons zijn,? zegt Karel Gacoms. ?Renault rolde ze op dezelfde manier als de arbeiders. Ze worden ook werkloos, ze kwamen even zeer in opstand. Dat de kaders met de syndicale actie meedoen, is veel gezegd, maar in ieder geval laten ze ze oogluikend toe. Een objectieve bondgenoot ? ?Daar kan ik de directie niet van verdenken,? antwoordt Gacoms schamper. ?Ze hadden het nog anders kunnen doen.? De vakbonden verteren het niet dat het management, dat één dag eerder dan de arbeiders door Parijs over de sluiting was ingelicht, van die voorsprong gebruik maakte om halsoverkop duizenden afgewerkte wagens af te voeren. En in de plaats van de waarheid op te dissen, smoesde ze dat die operatie met de dreigende staking van de Franse vrachtwagenchauffeurs te maken had. Van algemene achting geniet wel de bedrijfsarts Dirk Delaruelle. Bij elke betoging had hij zijn verplegers ingeschakeld.
Bevindt Renault-Vilvoorde zich nu in een toestand van zelfbestuur, zoals de beroemde sociale voorbeelden van het keukengereibedrijf Prestige in Tessenderlo en het jeansatelier Salik in Quaregnon in de bewogen tweede helft van de jaren zeventig ? ABVV-secretaris Karel Gacoms ontkent krachtig. ?Nee, dit is geen arbeiderszelfbestuur. De bonden en de arbeiders van Renault produceren niet in eigen beheer, noch voor eigen rekening. Hier bestaat een toestand van dubbele macht. De directie heeft niet alles meer te vertellen. De vakbonden hebben een grote invloed, maar evenmin alle macht. Bovendien wordt tegelijkertijd in de fabriek gewerkt en de parking afgewerkte wagens bezet.?
De vakbonden weigeren de verantwoordelijkheid voor de productie op te nemen. De schuld voor het niet bereiken van het productievolume van zevenhonderd wagens per dag willen ze niet in hun schoenen geschoven zien. Productie, dat is zaak van het management. Al vinden de bonden dat het management zich wel heel weinig om het reilen en zeilen van de fabriek bekommert. Op de vloer nemen de délégués evenmin de plaats in van het meestergastpersoneel, hoewel het er soms wel de schijn van heeft. ?Het is niet de taak van de syndicale delegatie om de arbeiders te motiveren,? leert Gacoms. ?Daar hebben we van afgezien. Al het ongenoegen zou zich tegen onze mensen keren. Ze zijn geen managers en ze hebben het zo al moeilijk genoeg.?
DE HOGE KWALITEIT IS EEN WONDER
De verkoop van Renault in België kon zich de jongste tijd herstellen. Tot een echte georganiseerde en volgehouden boycot is het niet gekomen. Renault blijft uit de reclame, maar de individuele dealers proberen plaatselijk wel een en ander te fiksen. Zij botsen daarbij op de wijdverspreide mening dat de wagens die Vilvoorde in organisatorisch en sociaal chaotische omstandigheden bouwt, wel uit mekaar moeten vallen. Mirakel : die Méganes blijken van hoge kwaliteit. De AQR-kwaliteitsmeting noteert 155 tot 157 punten, op een maximum van 162. In gewone tijden gold 150 als normaal. Dat schijnt een gevolg van het zachte werkritme te zijn en de relatieve rust waarmee de arbeiders werken. In normale tijden moest de kwaliteit het al eens afleggen tegen de productiesnelheid.
Nochtans wordt er soms uitgesproken fantasierijk geassembleerd. Meer en meer trouwens, omdat ongeschoolde krachten op de montageband de gaten moeten stoppen. Daarentegen doet er zich minder sabotage voor dan direct na de beslissing van 27 februari. Maar stukken in de motor, bommetjes in de cassetterecorder en zonder ogenschijnlijke redenen stilvallende machines, het valt allemaal nog voor. De retoucheafdeling beleeft een hoogjunctuur.
De directie bekreunt er zich over dat de op zichzelf draaiende fabriek het productievolume van zevenhonderd wagens per dag niet bereikt. Renault-Vilvoorde geraakt niet weg uit de knalrode cijfers. Het lage productiecijfer kost miljoenen. Per gemiste werkdag gaat 45 miljoen frank verloren. Vakbondsman Gacoms klaagt : ?Dat die productie niet wordt gehaald, is normaal. In de voorbije drie maanden kwam er geen enkel positief signaal uit Parijs. Na de beslissing om te sluiten, is dit de tweede blunder van Louis Schweitzer. Het hoeft toch niet te verwonderen dat de mensen niet vooruit te branden zijn, dat het absenteïsme hoog ligt en er vele discussies zijn en zelfs agressie, en dat de band geregeld stilvalt.?
Volgens de bonden blijft er in deze sociale omstandigheden maar een mogelijkheid over om fatsoenlijk verder te produceren : van twee ploegen naar één ploeg overstappen. Slechts op die manier kan de assemblageband op een verantwoorde manier worden bemand. De directie weigert dat. De vakbonden vermoeden om de toestand te laten rotten en Vilvoorde zo snel mogelijk te sluiten wegens niet langer in staat nog auto’s te produceren.
Vakbondsleider Karel Gacoms besluit : ?Het is historisch een uitzonderlijke situatie dat een bedrijf voor een stuk wordt bezet, en aan de andere kant functioneert. Uitzonderlijk ook dat de directie haar autoriteit verloor en wij een partner zijn zonder wie het niet zou kunnen functioneren. Maar dat is geen grote syndicale overwinning. Het is geen mooie boel, zo.?
Guido Despiegelaere
Renault-Vilvoorde : het werk valt voortdurend stil.
Dehaene bezocht vorige zaterdag Jospin : beloften ingeslikt.