De administratieve rompslomp kost de bedrijven 200 miljard frank per jaar. Een concurrentiehandicap bovenop die van de loonkosten.

Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) opende het vuur, de vereniging van zelfstandige ondernemers NCMV nam over en nu zet het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) het offensief in : de administratieve rompslomp die de overheden de ondernemingen opleggen, weegt té zwaar. Wie een bedrijf opstart, moet eerst door 73 formulieren voor de administratie en de sociale zekerheid heen. Dat betekent een lange periode van spitsroeden lopen door de bureaucratie, zonder dat de starter al aan ?werken? toekomt. De federale administratie alleen al schuift het bedrijfsleven 1.251 formulieren voor : over de arbeids- en sociale wetgeving, veiligheid en gezondheid, fiscaliteit, Belgische en Europese statistieken en milieuwetgeving. De regionale en de lokale overheden leggen daar enthousiast hun eigen paperassen bovenop. De Vlaamse overheid geniet bovendien de kwalijke reputatie om naar reglementitis te neigen.

Het VBO is gezien alle beloften om die papierberg in te krimpen loos blijken , die extra concurrentiehandicap grondig beu. De overheid moet de administratieve lasten voor de ondernemingen in de komende drie jaar met dertig procent verlagen. Op de totale jaarkost van 208,5 miljard frank bespaart het bedrijfsleven in dat geval zo’n 60 miljard. Dat is drie keer zoveel als de jaarlijkse korting op de sociale bijdragen die de overheid de werkgevers gunt via Maribel.

Een enquête bij de ondernemingen wees uit dat de werkgevers zwaar tillen aan hun administratieve rompslomp. Vandaar dit manmoedig patronaal optreden, zegt VBO-adviseur Niko Demeester.

NIKO DEMEESTER : De internationale concurrentie verscherpt. Alle kosten tellen. Niet alleen de directe kosten zoals de loonkosten, maar ook de prijs van de regulering. Een vriendelijk ondernemingsklimaat veronderstelt dat de overheid efficiënt bestuurt, dat ze alleen noodzakelijke regels oplegt en zulks met minimale kosten voor de ondernemingen. In België is dat nu niet het geval. Het papierwerk waaraan de overheid het bedrijfsleven onderwerpt, weegt zwaar door. Tegenover de belangrijkste handelspartners komt dat nog eens bovenop de bestaande loonkostenhandicap. De regering moet daar iets aan doen. Het regeerakkoord kondigt weliswaar administratieve vereenvoudigingen aan, maar de regering zet die intentie niet in de praktijk om.

Dus neemt de vloed aan formulieren niet af.

DEMEESTER : Integendeel, de administratieve druk vergroot nog. De ondernemingen ervaren dit als een steeds zwaardere last. Uit ons onderzoek blijkt dat de administratieve rompslomp de afgelopen vijf jaar met zo’n dertig procent is gestegen. Sinds 1990 zijn er tenminste zeventig nieuwe wijzigingen, die het aantal formulieren vermeerderen. Onder andere, de ingewikkelde nieuwe sociale balans, waarin de ondernemingen alle elementen over hun werkgelegenheid moeten bundelen en de statistieken voor het Europese Intrastat. De ondernemingen zijn zeer bekommerd om de duidelijkheid van de juridische taal van wetten en besluiten en om de nauwkeurigheid van de reglementen. Op dat gebied gaan we er nog verder op achteruit.

Welke administratieve lasten zijn het lastigste ?

DEMEESTER : Het aangiftewerk voor de belastingen op de bedrijfsinkomsten in de eerste plaats, daarna de aangifte van de BTW en ten derde de paperassen voor de sociale zekerheid. Deze wetgevingen zijn bovendien zeer onstabiel. De wetten en besluiten in verband met de fiscaliteit en de sociale zekerheid veranderen verscheidene keren per jaar. Van hun kant klagen de middelgrote ondernemingen nogal over het werk voor de maandelijkse statistieken. Grote ondernemingen vinden dan weer de formaliteiten voor de ondernemingsraad omslachtig.

De ondernemingen klagen haast eensgezind over de zee van tijd die zij aan de administratieve verplichtingen spenderen. Hoeveel tijd is dat ?

DEMEESTER : Gemiddeld besteden de ondernemingen groot en klein door mekaar , 36,5 uur per maand aan dat verplichte formulierenwerk : een week werk voor een voltijds werknemer. Maar grote ondernemingen, met meer dan honderd werknemers, steken er gemiddeld 350 uur per maand in, zowat de arbeidstijd van twee voltijdse medewerkers gedurende een maand. Natuurlijk hebben grotere ondernemingen meer volk in huis waarover ze de papierlast kunnen verdelen zodat, per werknemer verrekend, de administratieve last het meest de kleine en middelgrote ondernemingen treft. Vaak klaart de bedrijfsleider die klussen daar zelf, of hij laat het werk tegen betaling verrichten door een externe dienst zoals een sociaal secretariaat.

Volgens de VBO-enquête vertegenwoordigt de administratieve last op het bedrijfsleven meer dan 200 miljard frank per jaar.

DEMEESTER : Het werk aan formulieren zet zich om in lonen voor de administratieve medewerkers, of in betalingen aan een sociaal secretariaat en honoraria voor belastingadviseurs. Afgelopen jaar beliepen de administratieve kosten in een onderneming gemiddeld 206.209 frank per werknemer. Maar dat is een zeer ruw gemiddelde voor grote en kleine ondernemingen. Een grote onderneming kan de kost over veel werknemers uitsmeren. Ze bedroeg in 1996 gemiddeld 32.816 frank per werknemer. Veel formulieren zijn gelijk voor alle ondernemingen, en hangen niet af van het aantal werknemers. Dat heeft tot gevolg dat de kost per werknemer in een kleine onderneming erg hoog oploopt, verleden jaar tot gemiddeld 226.335 frank. Als men de hele rekening maakt voor het Belgisch bedrijfsleven, blijkt dat de financiële kost voor de administratieve formaliteiten in 1996 opklom tot 208,5 miljard frank. Dat staat voor 2,5 procent van het bruto binnenlands product.

Om de papierberg te bestrijden, heeft de overheid een jaar of vier geleden toch Auditform gelanceerd.

DEMEESTER : Het project Auditform heeft niet meer gedaan dan het inventariseren van het aantal formulieren op federaal niveau. Er werd geen evaluatie gemaakt van hun nut, er kwamen geen voorstellen tot afschaffing.

Hoe moet de overheid dan tewerk gaan ?

DEMMESTER : De vuistregel voor de overheid moet zijn dat er geen nieuw formulier komt als er geen ander verdwijnt. Daarnaast moet zij nieuwe wetten en reglementen voorafgaand op hun administratieve efficiëntie toetsten. In het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, onderwerpt een Compliance Cost Assessment elke nieuwe regelgeving aan een soort bedrijfseffectenrapport. Met de mogelijkheden van de informatica is het onbegrijpelijk dat ondernemingen steeds opnieuw hun standaardgegevens als adres, activiteit, omzet, aantal werknemers enzovoorts , her en der aan administraties en parastatalen moeten meedelen. Frankrijk kent met zijn numéro Sirene één centraal identificatienummer toe aan elke onderneming. Een gelijkaardig systeem in België zou de afschaffing mogelijk maken van formaliteiten die grotendeels bestaan uit het hergroeperen van al bestaande en meegedeelde gegevens, zoals dat voor de sociale balans geldt. Frankrijk heeft ook zijn Centres de formalités des entreprises, een soort loket dat alle administratieve formaliteiten voor de ondernemingen afwerkt. Hier zouden de Kamers voor Handel en Nijverheid en de lokale afdelingen van de sectoriële werkgeversverenigingen als zo’n enig loket kunnen fungeren.

Bij onze zuiderburen tenslotte moeten de ondernemingen zelfs de formulieren niet invullen die niet de goedkeuring kregen van het Centre d’enregistrement et de révision des formulaires administratives.

Guido Despiegelaere

De administratieve last maakt het Belgische ondernemers bijzonder lastig.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content