De wereld na elf september is er niet mooier op geworden: we zijn duidelijk een nieuw soort postmoderniteit ingetreden.
De moderne internationale orde was gegrondvest op afspraken tussen autonome staten. Dankzij die akkoorden konden de soevereine landen op grond van gelijkheid met elkaar omgaan. Die wederzijdse verbintenis was een kernelement van de moderne democratie.
Elf september heeft een proces versneld dat al een tijdje aan de gang was, namelijk de geleidelijke opheffing van die internationale (en nationale) spelregels. De lijst van inbreuken op die afspraken begint schrikwekkende proporties aan te nemen. Merkwaardig is bovendien hoe vaak zulke overtredingen worden verantwoord precies vanuit de waarde die alle afspraken samenhield: de democratie. Dat woord is een eigen leven gaan leiden en daardoor een absurde term geworden. Democratie lijkt nu immers de sluitsteen te worden van een systeem dat berust op barbaarsheid.
De foltering van Iraakse krijgsgevangenen door Amerikaanse soldaten is de meest recente uitwas van een nieuw oorlogsmodel dat al enkele jaren op volle toeren draait. In dat nieuwe model is – zoals Donald Rumsfeld na 9/11 heeft aangekondigd – de Conventie van Genève gewoon afgeschaft. De VS kunnen bijgevolg probleemloos mensen opsluiten op een legerbasis in Guantanamo, zonder dat ze aan de regels en rechten van de Amerikaanse justitie onderworpen zijn. Daardoor ontzeggen ze ‘de vijand’ zijn menselijke waardigheid en integriteit. Kan het ons dan verbazen dat soldaten hun gevangenen als dieren behandelen? Zij handelen immers gewoon volgens het denkpatroon van het nieuwe systeem. Zij zijn geen rotte appels in de mand, de mand zelf is rot.
Ariel Sharon maakt dankbaar gebruik van de bewegingsvrijheid die de VS, door de internationaal geldende regels te doorbreken, hebben gecreëerd. Tegenstanders worden zonder vorm van proces afgemaakt – een door de staat bevolen politieke moord die alweer wordt gelegitimeerd als een daad van zelfverdediging van een democratie. De Palestijnse vijand wordt voorgesteld als lid van een wereldwijd terreurnetwerk en onder goedkeurend Amerikaans gemompel geliquideerd. Ook hier zijn alle regels van oorlogvoering en alle internationale akkoorden overboord gegooid.
In beide gevallen schreeuwen de overtreders luidkeels dat het gaat om de strijd van de democratie tegen haar vijanden. Bush en Sharon bedoelen evenwel hun democratie, het privilege van hun individuele landen. Het democratische beginsel dat aan de basis ligt van de moderne internationale relaties is vervangen door een nieuwe doctrine van zelfverdediging die stelt dat de verdediging van de eigen democratie meteen ook een strijd is voor de democratie. ‘De democratie’ staat dan enkel nog voor een netwerk van geprivilegieerde landen. Democratie is geen mensenrecht meer, maar een privilege.
Landen die zichzelf democratieën vinden sluiten hun grenzen, trekken muren op tegen de vijandige buitenwereld en gedragen zich als nieuwe barbaren om hun privileges te beschermen. En daarmee is het moderne ideaal van de exporteerbaarheid van democratie voorgoed begraven.
Jan Blommaert