De financiële crisis doet niet alleen de beleggers in bankaandelen pijn, ze spaart niemand. En terwijl het vertrouwen in de markt helemaal weggesijpeld is, neemt de kritiek op het optreden van de regering fors toe.
Het volk begint te morren. En niet alleen de beleggers, die veel geld hebben verloren toen de beurzen de afgelopen weken kelderden. Het zit veel dieper: ‘De regering brengt een wellicht fatale slag toe aan de cultuur van ondernemerschap die in België na de invoering van de wet Cooreman-De Clercq in 1982 is gegroeid’ zegt Paul Huybrechts, voorzitter van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers.
Honderdduizenden landgenoten bezitten, vaak zonder dat ze het zelf goed beseffen, indirect Fortis-aandelen via een pensioen-spaarfonds, een beleggingsfonds of een levensverzekering. Zij delen in het verlies, maar krijgen geen enkele vergoeding van de regering. Een hele reeks andere beleggers in 2014 wel. Ook verbruikersorganisatie Test-Aankoop vindt dat niet eerlijk. Het vreet niet alleen aan het patrimonium van veel Belgen, maar ook aan het vertrouwen. Huybrechts: ‘De vergrijzingsproblematiek dreigt helemaal onoplosbaar te worden. Het zo broodnodige overschot op de begroting is niet langer haalbaar, in de pensioenspaarfondsen is er de laatste maanden veel waarde verloren, en daarenboven ondermijnt de regering de potentiële economische groei in ons land.’
Heel wat Vlaamse industriële families zijn met de val van Fortis een aanzienlijk deel van hun fortuin kwijtgespeeld. De namen van de families die genoemd worden zijn Van Waeyenberge (melktrading Ecoval), Van Hool (van de gelijknamige busbouwer), Saverys (scheepvaartgroep CMB), Roussis (recyclagebedrijf Ravago), Dossche (veevoeders en meel), Versele (veevoeders), Sabbe (van de textielfamilie), Toye (brouwerij Palm) enzovoorts. En ook heel wat kleine maar belangrijke holdings boeken grote verliezen op hun Fortis-belegging, zoals Cobepa, Brederode, Bois Sauvage en Ackermans & Van Haaren. Luc Bertrand, topman van Ackermans & Van Haaren trok alvast één les: ‘Goedehuisvaderaandelen bestaan niet meer. Uitgezonderd Ackermans & van Haaren, natuurlijk.’
Terwijl kapitaalkrachtige families juridische procedures bestuderen en schadeclaims voorbereiden, werkt de regering zich uit de naad om Dexia te redden. En verleent ze zelfs een staatswaarborg voor alle leningen van de bank. ‘Had men dat ook voor Fortis gedaan, dan had de situatie voor de grootste bank van het land er heel anders uitgezien’, zo klinkt het. Fortis werd door onze overheid gestript en volgens kenners voor een veel te lage prijs verkocht aan Nederland en het Franse BNP Paribas. Dat laatste overigens zeer tegen de zin van de Open VLD, die daarover dwars ging liggen. Daardoor kwam de regering zelfs in gevaar. Uiteindelijk konden de liberalen niet anders dan bakzeil halen, want de regering laten vallen zou totaal onverantwoord zijn geweest.
Niet alleen het ‘bedrog’ door de Fortis-top zit veel Fortis-beleggers dwars. Ze nemen het ook niet dat BNP Paribas en de Belgische overheid (met een participatie van bijna 12 procent in BNP Paribas) zich zonder boe of bah de waardevolste brokken van Fortis toe-eigenden. Op een erg brutale manier: er werd immers volstrekt geen rekening gehouden met de aandeelhouders, ook niet met hen die de bank al zeer lang trouw zijn. Fortis zat dan wel in hoge nood en nood breekt wet, maar toch wordt almaar luider de vraag gesteld of de regering wel wettelijk gehandeld heeft.
Hoe dan ook, alle Fortis-beleggers zitten nu plots met aandelen in een beursgenoteerde schelp, waarin nog enkele verzekeringsactiviteiten zitten, wat geld en vooral heel veel rommelkredieten. Van die rommelkredieten kan niemand in de verste verte ook maar zeggen of ze iets waard zijn. Wel zeker is: het Fortis-aandeel is zo goed als niets meer waard. Voor het personeel is de uiteindelijke afwikkeling ook al niet hoopgevend: de overname van Fortis Bank België door BNP Paribas kan, vooral in de Brusselse hoofdzetel, tot 3000 jobs kosten, zo blijkt uit een raming die de bank zelf bekendmaakte.
VOORKEURSBEHANDELING
Dat ondertussen Dexia van de regering een voorkeursbehandeling krijgt, verbaast weinigen. Dexia is de hoofdbankier van heel wat gemeentes, die er ook aandeelhouder van zijn via de Gemeentelijke Holding. En Arcofin, de financiële poot van de christelijke arbeidersbeweging, is een grote aandeelhouder. Het is dan ook niet verwonderlijk dat oud-premier Jean-Luc Dehaene met zijn ACW-achtergrond vorige week als voorzitter van Dexia werd aangesteld.
Maar of hij Dexia kan redden? ‘Zelfs dit Brabants trekpaard kan Dexia niet uit het moeras trekken’, aldus professor Paul De Grauwe (K.U.Leuven). Het voornaamste probleem van Dexia is immers nog steeds niet opgelost: de Amerikaanse dochter FSA zit opgezadeld met heel wat rommelkredieten en de vraag is wie daarvoor zal opdraaien, de Franse of de Belgische aandeelhouders van Dexia. Misschien hoopt men dat het Amerikaanse noodfonds van president Bush vlug gelanceerd wordt, zodat FSA die rommelkredieten daar aan kan slijten. Het aandeel Dexia jojode vorige week elke dag op en neer, soms zelfs elk uur: dan ging er 15 procent af, dan was er plots 10 procent winst. Slotsom was toch dat het aandeel Dexia in één week tijd 11 procent had verloren.
De beurs kende vorige week zowat haar slechtste week ooit. Er was sprake van een echte verkooppaniek en beurzen overal ter wereld kleurden bloedrood. De Bel20, de index met de twintig belangrijkste aandelen van ons land, ging in een week tijd 23 procent achteruit. Ook de industriële bedrijven, zoals Bekaert en Umicore, kregen forse klappen. De verliezen op aandelen en beleggingsfondsen bedragen volgens berekeningen van zakenkrant De Tijd in ons land nu zo’n 102 miljard euro of gemiddeld 9600 euro per Belg of 22.300 euro per gezin.
Dus ook de bedrijven delen duidelijk in de malaise. Het was Karel Vinck, de afscheidnemende voorzitter van Umicore, die het begin oktober als eerste klaar en duidelijk zei: ‘De financiële sector heeft er een boeltje van gemaakt, en daar moeten de industriële bedrijven nu de gevolgen van dragen.’ Voka-voorzitter Urbain Vandeurzen liet er vorige week in Knack geen twijfel over bestaan: ‘Nu de financiële meltdown Europa bereikt heeft, zullen álle bedrijven daarvan negatieve gevolgen ondergaan.’ Investeringen worden uitgesteld, het vertrouwen van de consument smelt en de Belgische economie zal volgens het IMF in 2009 slechts met 0,2 procent groeien (tegenover de 1,2 procent groei die het Planbureau en dus de regering nog steeds aanhoudt bij het opstellen van de begroting). Het laat zich raden dat er banen zullen sneuvelen.
Toch was er vrijdag opmerkelijk goed nieuws van materialengroep Umicore: topman Thomas Leysen verklaarde dat de groep voor 2008 vasthoudt aan de hoge winstverwachtingen en dat dit ondanks de kredietcrisis een recordjaar wordt. De beleggers wilden het evenwel niet horen: de koers daalde vrijdag met meer dan 4 procent.
Nog een ander aspect dat in deze barre tijden vaak vergeten wordt: de voorbije weken werden er grote bedragen versast tussen de banken. Heel wat spaarders, rekeninghouders en vennootschappen brachten hun geld over naar banken die wat in de luwte stonden, zoals KBC en ING. Dat betekent dat die steeds meer kapitaal vergaren. Tel daarbij op de aflossingen van leningen, die hun gewone gang gaan, en het wordt duidelijk dat sommige banken op een berg geld zitten, waarmee ze ooit gouden zaken kunnen doen. Huybrechts zegt het zo: ‘De kelders van de banken zitten ondertussen vol met vaten bier, het wordt tijd dat ze weer beginnen te tappen.’
Dat zal natuurlijk pas gebeuren als het ergste leed geleden is, misschien ergens eind 2009, denken de meeste analisten. Want nu overheerst nog het pessimisme en het Europese politieke vertoon zal dat niet snel veranderen. Van een eensgezind optreden was op de eurotop in Parijs afgelopen weekend nauwelijks sprake. De Franse president Nicolas Sarkozy steeg wel weer boven zichzelf uit met ronkende verklaringen, maar dat verheelde niet dat het nog steeds elk land voor zich is. De 15 eurolanden hebben weliswaar gezamenlijk beslist dat ze garant zullen staan voor leningen tussen banken onderling, maar daar zal ieder land maatregelen voor moeten uitwerken die aan het eigen banksysteem zijn aangepast.
Dat wringt ook bij premier Yves Leterme, die zijn ongenoegen over de afloop van de eurotop hardop liet blijken. Hij pleitte voor gezamenlijke Europese oplossingen, bijvoorbeeld via een Europees interventiefonds of een meer eengemaakt toezicht in de eurozone. En hij waarschuwde: ‘Voor Europa is deze crisis bijna existentieel en ze zal duur betaald worden.’ Dat moet niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk begrepen worden. En toen moest de premier de maatregelen die genomen werden om de begroting van 2009 te laten kloppen nog bekendmaken.
DOOR EWALD PIRONET