Han Renard

Noem het ‘collaterale schade’ van de affaire-Dutroux. Acht jaar geleden werd de befaamde Brusselse patissier Edouard Nihoul door TV-Brussel ten onrechte opgevoerd als de net aangehouden Michel Nihoul. Zes maanden later ging zijn luxueuze banketbakkerij op de fles.

Als de speurders van Neufchâteau op 16 augustus 1996 in de loop van de middag laten weten dat in de zaak-Dutroux een zekere Nihoul, Brussels zakenman met goede politieke connecties, is aangehouden, denken de meeste journalisten al snel aan de beroemde Brusselse patissier en lokale PRL-politicus Edouard Nihoul. In de vooravond raakt bekend dat de in Neufchâteau vastgehouden verdachte voluit Michel Nihoul heet. De geruchtenmolen past zich snel aan dit nieuwe feit aan: niet de bakker en voormalige hofleverancier, wel zijn broer zou de vierde verdachte zijn in de zaak-Dutroux.

Wie die canard de wereld heeft ingestuurd, weet Edouard Nihoul na acht jaar nog altijd niet. Mogelijk was Michel Nihoul zelf de bron van het valse bericht. De Brusselse ‘zakenman’ liet zich naar verluidt graag voorstaan op familiebanden met de gerenommeerde banketbakker. ‘Meer dan eens hebben wij in de winkel mensen over de vloer gekregen aan wie hij geld verschuldigd was. Meestal volstond een kop koffie en een gebakje om hen te kalmeren. Een enkele keer moesten wij de politie bellen.’

Als de patissier in die vooravond van 16 augustus 1996 door een bevriend journalist wordt opgebeld, bezweert hij de man dat zelfs het verhaal over de familieverwantschap één grote leugen is. ‘Ik heb maar één broer, en die heet Christian.’ In de daaropvolgende uren hangt de hele Franstalige pers aan zijn telefoon. Edouard Nihoul besteedt zijn verdere avond aan het ontkrachten van het gerucht.

Die moeite had hij zich kunnen besparen, want de kleine, toen nog zeer amateuristische Nederlandstalige regionale zender TV-Brussel stuurt het bericht over de betrokkenheid van de patissier in de affaire-Dutroux alsnog ongecontroleerd de ether in. De bekende banketbakker Nihoul is aangehouden in Neufchâteau, zo luidt het, met op de achtergrond, goed in beeld gebracht, de façade van de luxueuze taartjeszaak aan de Louizalaan. Dubbele pech voor de bakker is dat dit bericht, wegens het verlengde weekend van 15 augustus, maar liefst anderhalve dag lang, om het half uur zal worden uitgezonden. Edouard Nihoul: ‘Ik heb meteen gebeld, maar het was weekend, en bij TV-Brussel was er niemand bereikbaar.’ Pas na het weekend volgt er een korte rechtzetting, maar dan is het kwaad al lang geschied.

Voor Edouard Nihoul had deze journalistieke uitglijder zware gevolgen. ‘Een weekend lang lag mijn naam op ieders lippen in Knokke-le-Zoute, waar veel van mijn klanten hun vakantiedagen doorbrachten.’ En als de roddel eenmaal begint rond te gaan, blijkt er geen kruid tegen gewassen. ‘Klanten bleven weg, we kregen minder bestellingen, we werden niet meer gevraagd om recepties te verzorgen. De wikkels om de taartjes shockeerden de klanten, ( zucht) het was psychologisch, de mensen wilden gewoon geen ‘Nihoul’ meer eten. Onze reputatie was om zeep en onze naam gebrandmerkt.’

DE GESTE VAN fabiola

Het ging van kwaad naar erger. Overnamekandidaten haakten af en de Japanse zakenpartners grepen de affaire aan om hun contract met de banketbakker te verbreken. Bestelwagentjes van de Nihouls werden geregeld beschadigd, terwijl Edouard zelf, net als zijn broer, zijn zus en zijn moeder, regelmatig beledigd, soms zelfs fysiek aangevallen werd in de winkel. Het bezoek van koningin Fabiola, die in die moeilijke periode met een twaalfkoppig gezelschap een hele zondagmiddag ostentatief Nihoultaartjes kwam eten, vermocht daar weinig tegen. ‘Het was een mooie geste, maar het water kwam ons toen al tot de lippen’, zegt de gewezen hofleverancier. Een half jaar na de aanhouding van Michel Nihoul vraagt Edouard Nihoul het faillissement aan.

Een verlies voor gebakminnend Brussel, want patisserie Nihoul was een instituut in de hoofdstad. Eigenlijk was het simpel: wat Wittamer voor de Zavel betekende, was Nihoul voor de Louizalaan – toen die nog de chique bourgeoisallures van de grote dagen had. Grootvader Nihoul was in 1897 in de Nieuwstraat begonnen met een super-de-luxe patisseriezaak. Vervolgens was hij zijn gefortuneerde klanten naar de Brusselse bovenstad gevolgd. Eerst naar de Rue du Bailli (Baljuwstraat), en nadien, in het zog van de wereldtentoonstelling van 1910, naar de Louizalaan. Nihoul leverde aan het koninklijk hof en aan alle bekende families uit de Brusselse hogere kringen. Op het eind, in 1996, toen de zaken al slecht gingen, werkten er toch nog 35 mensen voor het familiebedrijfje.

De teloorgang van de patisserie was niet uitsluitend de schuld van de louche Michel Nihoul, erkent naamgenoot Edouard: ‘Die affaire vormde slechts de spreekwoordelijke druppel. We hadden het al een hele tijd moeilijk. De buurt van de Louizalaan ging al jaren sterk achteruit. Woonruimte werd er systematisch door kantoorruimte vervangen. Onze bemiddelde klandizie was ofwel overleden, of had de stad geruild voor een villa in de Brusselse Rand. Tenslotte verkeerde ook de sector van de patisserie zelf in crisis. Mensen kopen nu eenmaal minder gebakjes dan vroeger.’

Niet alleen de zakelijke, ook de politieke carrière van de nu 59-jarige Edouard Nihoul eindigde in mineur. Ten tijde van de cancan op TV-Brussel was de pasteibakker ook PRL-gemeenteraadslid voor de stad Brussel. De PSC van Paul Van den Boeynants had hij jaren eerder verlaten, omdat ze hem niet rechts genoeg was. ‘Ik heb mijn mandaat als gemeenteraadslid wel uitgezeten, maar dat je met zo’n naam in de politiek niet verder kunt, besefte ik ook wel.’ Uitgespuwd door vroegere politieke medestanders en als een pestlijder gemeden op recepties neemt Edouard Nihoul niet langer deel aan het publieke leven in Brussel. Een groot stuk van zijn tijd brengt hij nu door in zijn buitenhuis in de Provence. Het proces-Dutroux interesseert hem slechts in die mate dat hij het zo snel mogelijk achter de rug wil. Hopend dat het na acht jaar rampspoed nog niet te laat is om eventueel opnieuw met een eigen zaak te beginnen.

Han Renard

‘Dat je met zo’n naam in de politiek niet verder kunt, besefte ik ook wel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise