Baby-urine als bron van stamcellen

PREMATURE BABY In de urine van premature baby's zitten nog grote aantallen embryonale stamcellen. © iStock

Er zijn stapjes gezet om nieren bij te spijkeren en te genezen.

Stamcellen zijn de basis van ons leven. De embryonale cellen hebben de capaciteit om uit te groeien tot om het even welke andere lichaamscel, afhankelijk van welke genen uit hun genoom op welk ogenblik op gang worden gezwengeld. Ook volwassenen beschikken over stamcellen, maar die zijn doorgaans minder kneedbaar dan de embryonale cellen, zodat er veel meer technische ingrepen nodig zijn om ze te kunnen sturen in de richting waar artsen of onderzoekers ze willen hebben. Stamcellen worden beschouwd als de goudhaantjes van de geneeskunde van morgen: ze zouden onder meer verouderende en slecht functionerende weefsels bij kunnen spijkeren.

Het is helaas niet evident om aan embryonale stamcellen te komen: de procedure omvat meestal het doden van een embryo. Maar nefroloog Elena Levtchenko van het UZ Leuven meldt met haar collega’s in The Journal of the American Society of Nephrology dat ze erin geslaagd zijn beduidende aantallen embryonale stamcellen te isoleren uit de urine van prematuur geboren baby’s. Het lukte hen ook om die cellen te laten functioneren als niercellen. Door ze een bad te geven in vloeistoffen met een licht verschillende samenstelling konden ze er verschillende types niercellen van maken.

Met die cellen kunnen ze beschadigd nierweefsel in een laboratoriumcultuur herstellen. Gehoopt wordt dat de bijgestuurde stamcellen gebruikt kunnen worden om nieren die te oud of te beschadigd zijn om getransplanteerd te worden een boost te geven, zodat ze alsnog in een patiënt kunnen worden ingeplant. Er is een schrijnend tekort aan nieren voor transplantatie, zodat elke techniek die het aanbod aan organen kan verhogen met grote aandacht bestudeerd wordt. Maar het zal nog een tijdje duren voor de procedure klaar is om op mensen te worden getest.

Eén ziekte die schade aan de nieren veroorzaakt is diabetes – wereldwijd krijgen 400 miljoen mensen ermee te maken. Hoewel de ziekte klassiek wordt toegeschreven aan vooral een ongezonde levensstijl (zoals overgewicht door een te vetrijke voeding) spelen er ook genetische componenten mee, die maken dat sommige mensen er gevoeliger voor zijn dan andere.

Adrian Liston van de Leuvense tak aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie rapporteert met zijn collega’s in Nature Genetics dat ze een genetische fout hebben gevonden die ervoor zorgt dat de betacellen in de pancreas te fragiel en stressgevoelig zijn om adequaat te reageren op problemen in het lichaam. Mensen met de fout kunnen gemakkelijker diabetes krijgen. Betacellen maken de insuline aan die nodig is om het suikergehalte in het lichaam onder controle te houden. Een chronisch teveel aan suiker in het bloed kan leiden tot allerhande problemen, waaronder nierfalen.

DOOR DIRK DRAULANS

Een genetische fout maakt sommige mensen gevoeliger voor diabetes dan andere.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content