JA
‘Waar auto’s geweerd worden, is het veel aangenamer om te lopen, te fietsen of te wandelen. Mensen geraken er weer met elkaar in gesprek, blijven op een terras zitten, gaan meer op restaurant, naar de winkel, er is minder lawaai en minder agressie. Kortom, het leven in de straten van een autoluwe zone wordt aangenamer, de mensen socialer.
Van de centrale lanen die Brussel doorkruisen, zouden we brede wandel- en winkelboulevards met terrasjes kunnen maken, een beetje zoals de Ramblas in Barcelona. Je moet daarvoor die lanen niet eens volledig afsluiten. Gewoon van vier naar twee rijstroken kan volstaan om het drukke doorgaande verkeer weg te houden. Het kan de middenstand alleen ten goede komen.
De auto volledig bannen, kan natuurlijk niet. Maar er moeten zeker zones zijn waar zware vrachtwagens niet meer welkom zijn. Ik denk dan aan het historisch centrum van Brussel, de omgeving van de Grote Markt. Voor het personenvervoer moeten we voldoende parkeergelegenheid en openbaar vervoer creëren.
De mensen zullen dan wel in de stad geraken. Ze zullen het bovendien veel meer wíllen. Want nu blijven sommigen nog weg, precies omdat er te veel geur- en lawaaihinder is door het overmatige autoverkeer.
Jonge koppels met kinderen zullen daarom ook liever in de stad blijven wonen. En die mensen verdienen meer, spenderen meer, wat meer inkomsten betekent voor zowel gemeentebesturen als handelszaken. Als overheid kan je zo op lange termijn het totale uitzicht van de stad veranderen, de algemene sfeer verbeteren.
Brussel probeert zijn centrum opnieuw leefbaar te maken. Overleg hoort daarbij, maar de mensen moeten mee durven dromen. Nu reageren sommige ondernemers conservatief omdat ze alleen naar hun eigen winkel kijken. Ze willen alleen halfslachtige maatregelen tolereren, die uiteindelijk tot niets leiden. Om de auto weer op zijn plaats te zetten, is een algemene visie nodig, met ingrepen die best gedurfd mogen zijn. Want vandaag is de auto echt nog veel te veel baas in de stad.’
NEE
‘De centrale lanen in Brussel afgrendelen voor het autoverkeer, is voor ons veel te drastisch. Als je autoluwe straten wilt, moet je veeleer selectief te werk gaan. Het verkeer overal lamleggen, is regelrechte nonsens. Je moet altijd goed kijken wáár wát nodig is.
Als middenstandsorganisatie is Unizo niet automatisch tegen autoluwe stadscentra. Een herschikking van het verkeer kan positief zijn. Wij hebben bijvoorbeeld geen problemen met een verkeersluwe Meir in Antwerpen. Alleen mag het zeker niet de algemene regel worden, en moet de overheid vooraf haar oor goed te luisteren leggen bij de betrokken handelaars.
Sommige handelszaken doen voordeel bij zo een maatregel, andere dan weer veel minder. Daarom is het essentieel dat áls er autoluwe zones vooropgesteld worden, er van in het begin overleg is met de handelaars in de omgeving. Zo kunnen die mensen tijdig hun noden kenbaar maken en weten ze alleszins waar ze aan toe zijn.
Autoluwe stadscentra kunnen ook alleen maar als ze deel uitmaken van een totaal mobiliteitsbeleid voor de stad. Het idee om de auto weg te toveren, klinkt attractief, maar je moet, voor je begint te dromen, in volwaardige alternatieven voorzien. Er is nu eenmaal vervoer dat elke dag tot in het centrum móet geraken, op welke manier dan ook. Als je daarvoor geen oplossin- gen in petto hebt, doodt een autoluw stadscentrum het maatschappelijk en economisch leven in de stad. Een algemene maximumsnelheid van 30 kilometer per uur invoeren, zoals onlangs gesuggereerd werd, is in onze ogen evenzeer absurd. Alleen rond scholen en op plaatsen waar veel functies gecombineerd worden, zoals in een winkelstraat, kan een zone-30 nuttig zijn, omdat ze daar de verkeersveiligheid ten goede komt.
Voor Unizo is het onontbeerlijk om de bereikbaarheid van onze stadscentra te blijven garanderen. Daar heeft iedereen baat bij. Want als er niemand meer in de stad geraakt, verplaatsen veel activiteiten zich noodgedwongen naar zones buiten de stad. En dat is waarschijnlijk ook niet de bedoeling.’
Opgetekend door Gerry MeeuwssenRookverbod op de trein? Ja: 83,19% Nee: 16,81%
‘Het leven wordt aangenamer, de mensen socialer.’
‘Activiteiten verplaatsen zich misschien naar zones buiten de stad.’