Als de politiek te veel naar de islam neigt, grijpt het Turkse leger in.
Vorige week plaatste de Turkse legertop een communiqué op zijn website met de waarschuwing bereid te zijn het seculiere karakter van de Turkse staat te verdedigen. De reden: premier Recep Tayyip Erdogans gematigd islamistische AK-partij had oud-minister van Buitenlandse Zaken Abdullah Gül voorgedragen als presidentskandidaat. Diens vrouw draagt een hoofddoek.
Het leger beschouwt zich als de hoeder van de erfenis van Mustafa Kemal Pasja, alias Atatürk, Turkijes vader des vaderlands. In de jaren twintig schoeide hij Turkije op westerse leest en weerde hij de islam uit het landsbestuur. Sinds de Tweede Wereldoorlog greep het leger vier keer in om de kemalistische seculiere traditie te waarborgen. Het Turkse leger telt meer dan een miljoen man en is na het Amerikaanse het grootste binnen de NAVO.
Het dreigbericht van de legertop is inmiddels van de website gewist en Gül heeft zich teruggetrokken. Leger en AK-partij maken zich op voor een nieuwe krachtmeting met de vervroegde parlementsverkiezingen in juni. Hoe werkt de macht van het leger? En staat Turkije op het punt een tweede Iran te worden?
Ragip Duran, docent media aan de Galatasarai Universiteit van Istanbul: ‘Net als alle Turken ben ik opgevoed met groot respect voor militairen. Mehmetçik is onze mythische kinderheld. Hij vecht tegen Koerden, Armeniërs en Grieken.’ De indoctrinatie begint al vroeg, vertelt de Leidse hoogleraar turkologie Erik Jan Zürcher. ‘In lesboekjes wordt kinderen respect bijgebracht voor Atatürk en het leger. Kinderen zweren een eed op het vaderland en het Turkse bloed. En ze krijgen de mythische Mehmetçik (‘kleine Mehmet’) voorgeschoteld als rolmodel. Hij wordt uiteraard soldaat.’
Het leger geeft het kernkabinet onder leiding van de premier maandelijks ‘adviezen’ in de Nationale Veiligheidsraad. ‘Die adviezen negeren, is gevaarlijk. De officieren hoeven geen tanks de straat op te sturen. Bedekte dreigementen volstaan om zelfs de bijdehandste politicus te doen inbinden.’
En hoe staat het met de Turkse islam? ‘De islam is diep verankerd in onze samenleving’, zegt Duran. ‘Maar de meeste Turken gaan op vrijdag naar de moskee en drinken op zaterdagavond een borrel. Iraanse toestanden staan ver van ons af. De AK-partij wilde hoofddoekjes toelaten op universiteiten en ze beloofden het islamitische onderwijs te bevorderen. Er is niets van terechtgekomen.’ Volgens Zürcher wil hoogstens 10 tot 15 % van de bevolking meer ruimte voor de islam. ‘Dan gaat het niet over de sharia, maar over het dragen van de hoofddoek.’
Onderzoekers van het Turkse onafhankelijke instituut TESEV speurden naar fundamentalisme in het moderne Turkije en vonden het niet. Sinds 1999 daalde het dragen van de hoofddoek van 16 % naar 11 %. In 1999 steunde 41 procent van de Turken islamitische partijen, nu nog maar 25 %. 33 % van de Turken ziet de opkomst van een politieke islam als grote dreiging. Ragip Duran: ‘Het is die angst waar het leger gebruik van maakt om de politiek te intimideren en daarmee zijn machtspositie te behouden.’
Joeri Boom