Han Renard

Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen stapten Mieke Vogels (Agalev) en Patsy Sörensen (BSV) triomfantelijk ‘Arm in Arm’ naar het stemhokje. Tegenwoordig is de liefde in het rood-groene huwelijk ver te zoeken. Alles wijst er trouwens op dat het van meet af aan om een schijnhuwelijk ging.

‘Patsy is waanzinnig’ zei een verbitterde Tom Lanoye. ‘Agalev knijpt me zachtjes dood’ repliceerde Sörensen. De breuk tussen Agalev en de BSV ging gepaard met weinig verheven scheldpartijen in de media.

Destijds leek het een huzarenstukje. In 1994 konden Tom Lanoye, zijn vriend René Los en het keur van Vlaamse cultuurdragers Mieke Vogels en Patsy Sörensen overtuigen van de noodzaak met een gemeenschappelijke lijst naar de gemeenteraadsverkiezingen te trekken. Maar het mooie liedje duurde niet lang. Zes jaar later ligt het progressieve front aan diggelen. Sörensen heeft haar Beweging voor Sociale Vernieuwing geparkeerd bij Vivant, de partij van de rijke Antwerpse industrieel Roland Duchâtelet.

Maart 1994. Patsy Sörensen, ex SP-gemeenteraadslid en voorzitter van Payoke, het opvanghuis voor prostituees, kondigt aan dat ze met een nieuwe formatie, de Beweging voor Sociale Vernieuwing (BSV), naar de gunst van de kiezer zal dingen. De beweging strijdt rond thema’s als sociale ongelijkheid en kansarmoede. Paul Goossens, die destijds optrad als Sörensens adviseur: ‘Patsy wilde met een aparte lijst meedoen. Ik vond dat onzin, Tom Lanoye ook. Wij hebben toen al het mogelijke gedaan om dat te verhinderen. Dat was een louter politieke overweging: met verdeeldheid bereik je niets tegen de opgang van extreem-rechts.’

Sörensen: ‘Ik had liever met een eigen lijst meegedaan, maar nood breekt wet. De ‘Arm in Arm’-oproep van Lanoye in Humo stemde tot nadenken. Tweehonderd handtekeningen van schrijvers en kunstenaars, en mensen op straat die je smeken om het te doen, dat kun je niet zomaar negeren. Ik voelde mij haast moreel verplicht met Agalev te trouwen. Ik zag er ook geen graten in, zolang de beweging haar eigenheid kon bewaren.’

In 1994 appelleerde de BSV aan de aspiraties van een grote groep politiek daklozen in Antwerpen. René Los, achter de schermen nauw betrokken bij het ‘Arm in Arm’-initiatief: ‘Oorspronkelijk was de BSV een grote beweging waar progressieve krachten uit alle hoeken, SP, VU, en klein links, elkaar vonden. Op de eerste vergaderingen waren meer dan 300 mensen aanwezig.’ Los was een groot voorstander van een rood-groen verbond. ‘Om twee redenen. Enerzijds uit eigenbelang: veel mensen binnen Agalev, waaronder ikzelf, wilden af van ons geitenwollen sokken imago. Wij vonden dat Agalev meer sociale accenten moest leggen. De waarden die Patsy vertegenwoordigde pasten in dit opzicht perfect bij Agalev. Daarnaast kenden wij de mensen die zich toen in de BSV engageerden zeer goed. Zij waren niet bezig met politiek, maar wel stevig verankerd in het gemeenschapsleven door allerhande buurtwerk. Toen ik die bijeenkomsten bijwoonde dacht ik: hier zit iets wat wij, hoogopgeleide salonintellectuelen, missen.’ De BSV boorde voor Agalev, een partij die doorgaans mikt op de intellectuele bovenlaag van het publiek, een onontgonnen kiezerspotentieel aan. En de grote populariteit van Patsy Sörensen, maakte haar tot een gegeerde stemmenmagneet.

Toen de BSV van Agalev voldoende garanties had gekregen dat de onafhankelijkheid van de beweging in het samenwerkingsverband zou worden behouden, hapte ze toe. Voor de kartellijst leverde de BSV zes kandidaten die, vanwege de herkenbaarheid, als één blok onderaan de Agelev-lijst kwamen te staan. De twee boegbeelden van rood-groen, Mieke Vogels en Patsy Sörensen, werden respectievelijk lijsttrekker en lijstduwer. De stembusuitslag was goed: Arm in Arm leverde zeven zetels op, vier voor Agalev en drie voor de BSV.

MACHTSGREEP VAN KLEIN-LINKS

De sterke vooruitgang van het Vlaams Blok in Antwerpen dwong de democratische partijen allemaal samen om de tafel te gaan zitten. Na lange en slopende onderhandelingen raakte de bonte coalitie van SP, VLD, Agalev-BSV en Antwerpen 94 (CVP en VU) het eens over een bestuursakkoord. Het moeilijkste moest echter nog komen: de verdeling van de mandaten.

Een Antwerps zakenman met goede connecties in de politieke wereld omschrijft de onderhandelingen in dit stadium als ‘een schandalig gevecht over de verdeling van postjes en functies.’ De leading ladies van rood-groen sleepten uiteindelijk elk een schepenambt uit de brand. Mieke Vogels kreeg onder meer Groenvoorziening, Sörensen, zoals afgesproken, Sociale Zaken.

De eerste ernstige barst in het rood-groene huwelijk werd veroorzaakt door Nadine Peeters, BSV-gekozene namens de trotskisten van de Socialistische Arbeiderspartij (SAP). Zij weigerde het bestuursakkoord te ondertekenen. En Sörensen bleek de klein-linkse pressiegroep binnen haar BSV niet onder controle te hebben. ‘Ik dacht dat ik met kaarters rond de tafel zat, maar het bleken duikers te zijn. Het was een regelrechte machtsgreep van klein-links. Ik vond dat we in het bestuur moesten stappen. De klein-linkse vleugel van de BSV ging niet akkoord en heeft afgehaakt.’

Het ‘probleem-Peeters’ was een indirect gevolg van de lijstvorming. Doordat de BSV haar achterban opriep massaal voor de eigen kandidaten te stemmen, konden mensen als Nadine Peeters dankzij een groot aantal voorkeurstemmen haasje-over springen over hogergeplaatste Agalev-kandidaten. Door de houding van Peeters werd Agalev-BSV de kleinste fractie binnen de meerderheid. Het aantal zetels in de gemeenteraad ging van zeven naar zes. Iets wat Agalev bij de recente lijstsamenstelling in het achterhoofd heeft gehouden.

De samenwerking binnen het rood-groene kartel verliep al moeizaam van bij de aanvang. Sörensen: ‘Na de verkiezingen probeerde Agalev de invloed van de BSV meteen terug te dringen. Agalev wilde de beweging opslorpen, en dat is haar voor een stuk gelukt. Ik kreeg vanuit Agalev nauwelijks aandacht voor mijn thema’s. Het was alsof er met een geheime agenda gewerkt werd. Met Mieke was er in feite geen enkele samenwerking.’ Koen Calliauw, lange tijd politiek coördinator van de BSV, bevestigt: ‘Tussen Mieke en Patsy heeft het nooit geklikt, ondanks de hoop van vele mensen.’ Maar in tegenstelling tot Sörensen vond Calliauw de samenwerking BSV-Agalev bevredigend. ‘Wij hebben samen goede dingen verwezenlijkt, en als BSV-lid konden wij vrij ons ding doen.’

In juni 1999 wordt rood-groen de facto onthoofd. Tot grote verontwaardiging van velen keren de boegbeelden van ‘Arm in Arm’ Antwerpen de rug toe om carrière te maken op een hoger politiek niveau. Mieke Vogels als Vlaams minister, Patsy Sörensen nog verder van huis, als Europees parlementslid.

Goossens: ‘Sörensen had plotseling haar zinnen gezet op Europa en heeft, na zware discussies, haar slag thuis gehaald. Binnen Agalev ondervond die stap veel tegenkanting. Is dit nu echt het beste wat we in voorraad hebben, vroeg men zich af. Onder meer Magda Aelvoet had ernstige bedenkingen.’ Sörensen ziet dat anders: ‘Agalev is mij persoonlijk komen vragen of ik interesse had voor Europa. Ik zag dat wel zitten, ik geloofde toen al dat Europa de toekomst is. En dus heb ik mijn kandidatuur gehandhaafd, ook toen Agalev ineens met eigen kandidaten op de proppen kwam.’ Los volgt Goossens: ‘Haar kandidatuur voor het lijsttrekkerschap lag inderdaad heel gevoelig binnen Agalev, zeker voor iemand als Isabelle Vertriest, die zich jarenlang bezighield met Europa. Het heeft veel overtuigingskracht gevraagd om de keuze voor Patsy verteerbaar te maken voor de achterban en de eigen kandidaten.’ Sörensen haalde de Europese zetel binnen met maar liefst 125.000 voorkeurstemmen. Als tegenprestatie voor de politieke steun beloofde ze lid te worden van Agalev.

In het najaar van 1999 raakt de verhouding tussen Agalev en Sörensen steeds meer vertroebeld. Politieke en persoonlijke drijfveren beginnen zich in de eigenzinnige politica tot een onontwarbaar kluwen te verstrengelen. Los: ‘In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen liet Patsy begrijpendat ze opnieuw interesse had voor Antwerpen. Ze begon het contact met haar achterban te verliezen en dat baarde haar zorgen. Wij hebben haar gevraagd kandidaat te zijn voor Agalev. Geheel onverwacht weigerde ze. En toen kwamen er veel demonen boven.’

DE AFFAIRE VERONIQUE GROSSI

Calliauw: ‘De voorbereiding van de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen werd doorkruist door de crisis in Payoke. Veronique Grossi, toenmalig coördinator van Payoke, had het plan opgevat een vormingscursus voor prostituees te organiseren. Dat plan heeft internationaal veel ruchtbaarheid gekregen en is in de media een eigen leven gaan leiden: Payoke sticht hoerenschool. Patsy’s Europese medestanders hebben haar dat kwalijk genomen. Ook het hof, waarmee Patsy nauwe banden heeft, kon het niet waarderen. Gevolg: Patsy ontslaat Grossi. Later is Grossi via een normale examenprocedure op het departement van Mieke Vogels beland. En dat is bij Patsy in het verkeerde keelgat geschoten. Ze wilde niet meer met Agalev onderhandelen zolang Grossi niet ontslagen werd.’

Volgens Calliauw was de echte reden voor het ontslag overigens niet de internationale blamage die Grossi met haar ‘hoerenuniversiteit’ op Payoke had geworpen: ‘Grossi werd gewoon te belangrijk. Patsy zag Grossi als een gevaar en wilde haar daarom broodroven. Zij dreigde met conflicten, de Agalev-top was daar gevoelig voor en heeft geprobeerd de plooien glad te strijken. Maar de kloof die toen ontstond, is steeds breder geworden.’

Sörensen ontkent dat een persoonlijke vete de doorslag heeft gegeven: ‘De hele affaire-Grossi is opgeklopt. De hetze is ontstaan toen ik niet meer bij Agalev op de lijst wilde gaan staan. Vanaf dat moment ben ik door Agalev vakkundig in mootjes gehakt. Agalev had de bladzijde Sörensen omgeslagen, de sloop kon beginnen. De waarheid is dat de BSV gewoon niet betrokken werd bij de voorbereiding van de verkiezingen. Agalev hield geen rekening met de BSV, die mocht alleen stemmen leveren. De meerderheid bij ons was daarom niet te vinden voor een nieuwe samenwerking.’

Volgens Los vroeg de BSV ook gewoon te veel: ‘De eisen van de BSV stonden niet meer in verhouding tot hun politieke sterkte. De BSV was nog slechts een allegaartje klein-linksen met een bedroevend laag politiek niveau. Die BSV vroeg echter drie verkiesbare plaatsen, en wou Patsy in plaats van Mieke als lijstduwer. Maar de hele BSV stelde niets meer voor! De goede krachten stonden trouwens al op onze lijsten. Agalev wilde de BSV er nochtans bijhouden. Maar telkens opnieuw was Grossi het struikelblok. Patsy vroeg eigenlijk dat Agalev zijn politieke macht zou aanwenden om iemand politiek te “ont-benoemen”. Toen bleek dat Grossi niet weg kon, is bij Patsy Het Grote Wantrouwen tegenover Agalev geboren.’

Zo ging het van kwaad tot erger. Calliauw: ‘Eind 1999 was het te laat voor een akkoord. Het was een zeer verwarrende periode. De BSV was eigenlijk een Patsy-show geworden. En Patsy was niet bereid een oplossing op langere termijn te zoeken. Agalev linkser en socialer maken is een werk van lange adem. Patsy heeft het geduld en het inzicht niet om dat te doen.’ Ook Goossens is niet mals in zijn oordeel over het failliet van rood-groen in Antwerpen: ‘Sörensen heeft in de loop der jaren een groot ego aangekweekt, waardoor zij de politieke perspectieven uit het oog verloor. Het hele politieke project werd overschaduwd door persoonlijke toestanden. En dan ben je goed, of liever, slecht weg.’

Maart 2000. De breuk tussen Agalev-Antwerpen en de BSV is zo goed als definitief. Officieel heet het dat er geen heruitgave komt van rood-groen. Achter de schermen echter zoekt Agalev nog koortsachtig naar een oplossing. Los: ‘Toen de deur voor Agalev-Antwerpen eigenlijk zo goed als dicht was, hebben Calliauw en ik ons in een ultieme poging uit de onderhandelingen met de BSV teruggetrokken en de zaak overgelaten aan de éminences grises van Agalev, Van Dienderen en Geysels. Die waren bereid heel ver te gaan om toch tot een overeenkomst te komen, maar het was zinloos. BSV deed zelfs geen moeite meer en stuurde één slecht geïnformeerd lid naar de vergaderingen’. Calliauw, Wijns en Los leveren hun BSV-lidkaart in. Zij staan alledrie op de Agalev-lijsten voor de komende gemeenteraadsverkiezingen.

BETER AF ZONDER BSV

Als Patsy Sörensen het been niet stijf had gehouden in de affaire-Grossi hadden we opnieuw een rood-groene kartellijst, beweert Agalev. Maar ‘Grossi’ klinkt als verklaring voor het afspringen van de onderhandelingen nogal mager. Ook al heeft dit ongetwijfeld gespeeld, toch lijkt het hier eerder te gaan om een symboolconflict dat de echte reden verdoezelt, namelijk het feit dat de politieke ambities van Agalev sedert 1994 veranderd zijn.

In 1994 had Agalev, een partij die nog nooit aan de macht was geweest, Patsy Sörensen en haar BSV binnengehaald voor stemmen. Anno 2000 liggen de kaarten enigszins anders. De groene partij blaakt van zelfvertrouwen en is ervan overtuigd dat ze het zonder de BSV nog veel beter zal doen. Wat verklaart waarom de onderhandelingen over het invullen van de kandidatenlijst zo bitsig verliepen. Binnen de groene gelederen staan er voldoende kandidaten te dringen om ook deel te nemen aan het bestuur van de stad. Een ambitieuze schepen lonkt naar verluidt nu al heimelijk naar het voorzitterschap van het OCMW. In dit opzicht is een veeleisende BSV voor Agalev een blok aan het been.

Tegelijkertijd zet Sörensen met haar njet Agalev voor schut. Agalev bood de kiezer in 1994 een rood-groen contract aan dat korte tijd later als een zeepbel uiteen spatte. De verbittering is groot. Als klap op de vuurpijl maakte Sörensen, nadat duidelijk was geworden dat een aparte verkiezingslijst voor de BSV zowel praktisch als financieel niet haalbaar was, begin juli bekend dat de BSV samen met Vivant opkomt. Bij Agalev was het even slikken. In een afgemeten persconferentie eiste Agalev-voorman Jos Geysels dat Sörensen haar Europese parlementszetel teruggeeft, maar Sörensen weigert. ‘Volksbedrog’, zegt Calliauw over de overstap naar Vivant, ‘dit is puur opportunisme.’ ‘Ik kan niet meer volgen, een dwaasheid is het,’ vindt ook Goossens.

Los erkent dat de groenen met de zaak erg verveeld zitten. ‘Het is zeer pijnlijk. Ik moest aan de nationale top gaan uitleggen dat de persoon die wij een jaar tevoren zo warm hadden aanbevolen het voor bekeken houdt. Het is moeilijk om zoiets aan de kiezers duidelijk te maken. Tegelijkertijd begint Patsy zich een slachtofferrol aan te meten. Zij wordt een Marchal-achtige figuur, die boven de partijpolitieke spelletjes staat. Dat is haar imago en haar sterkte.’

Of dit Agalev veel stemmen gaat kosten? ‘Agalev lijdt natuurlijk gezichtsverlies omdat de Arm in Arm-operatie mislukt is. Het risico bestaat dat Sörensen Agalev dezelfde schade toebrengt als Moreels de CVP. Misschien kost dit ons een zetel, maar het maakt mij niets meer uit,’ besluit Los. ‘Onze campagne loopt fantastisch.’

Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content