Marc Dubois (KU Leuven)
Marc Dubois (KU Leuven) Docent architectuur aan de KU Leuven en architectuurcriticus

Eerbied voor geschiedenis en drang naar experiment bij architekt Renzo Piano.

PARIJS ZINDERT nog na van mei ’68 wanneer in 1971 de stad een wedstrijd organizeert voor een nieuw kunstcentrum. Uit de 680 inzendingen kiest de jury het provocerend ontwerp van de Engelsman Richard Rogers en de Italiaan Renzo Piano. Nog voor de bouw van start, krijgt het duo wereldfaam met zijn voorstel voor dit Centre Georges Pompidou. Een interieur met een zo groot mogelijke flexibiliteit en het naar buiten brengen en expliciet tonen van de technische infrastruktuur, dat zijn de hoofdkenmerken van dit complex.

Te vaak wordt het gebouw omschreven als het schoolvoorbeeld van hightech-architektuur, terwijl er geen bestaande industrieel vervaardigde komponenten aan te pas kwamen. Het is een unieke kreatie die in feite een parodie is op een hightech-produkt. Rogers omschreef de kreatie als een “anti-monument”, terwijl Piano bleef herhalen dat het koncept is ontstaan als kulturele provokatie om de institutionele wereld te prikkelen. Terwijl bijna elke deelnemer voorstelde om het volledig bouwblok in te palmen, bedachten zij een grote piazza. Zij gaven Parijs niet enkel een spraakmakend gebouw, maar ook een unieke publieke ruimte.

Nadien gingen Rogers en Piano ieder hun eigen weg. Beiden werkten aan een indrukwekkend oeuvre dat tot de wereldtop behoort. Piano’s meest spraakmakende prestatie is de nieuwe luchthaven van Osaka : een gigantisch bouwwerk op een kunstmatig eiland. Alleen al de oplossingen voor het beheersen van de gevolgen van grote verzakkingen en aardbevingen is een bouwprestatie zonder weerga.

Maar ook in historische stadcentra zoals Genua bewijst hij zijn meesterschap. De verbouwing van de oude Fiat-fabrieken in Turijn is exemplarisch voor de manier waarop een afgedankt industrieel complex op een intelligente manier een nieuw leven kan krijgen. Het Parijse winkelcentrum Bercy en het museum voor de Menil-kollektie in Huston zijn kompleet anders qua uiterlijk, maar de benadering om tot het eindresultaat te komen is gelijklopend. Dat Piano de zoon is van een konstrukteur en ambachtsman verloochent hij nooit : struktuur en konstruktie krijgen altijd de volle aandacht.

Voor zijn fundamentele bijdrage aan de moderne bouwkunst kreeg Piano onlangs de prestigieuze Erasmusprijs. Voor die jaarlijkse onderscheiding komen personen of instellingen in aanmerking die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan Europa op kultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk vlak. Het is geen specifieke architektuurprijs, in het verleden kregen Henry Moore en Bernard Haitink de onderscheiding. Niet de gebouwen op zichzelf, maar de humanistische dimensie die aan de basis ligt van zijn permanent zoeken, krijgt de prijs.

SCHEEPSROMP.

Piano kombineert zowel zijn eerbied voor geschiedenis als zijn drang naar experiment. Zijn diep respekt voor wat er is, staat toekomstgerichte oplossingen niet in de weg. Zijn bureaus in Genua, Parijs en Osaka zijn dan ook echte researchcentra. Voor de UNESCO werkt hij aan oplossingen om, bijvoorbeeld, bamboe als bouwmateriaal te optimalizeren. Gelijktijdig geeft hij vorm aan grote cruiseschepen en designprodukten.

Piano kreeg ook zijn eerste opdracht in Nederland. Nabij het Amsterdams Centraal Station is het IMPULS Science & Technology Center in aanbouw. De bouwlokatie in het Oosterdok is uniek, een site bovenop de bestaande IJ-tunnel. Als antwoord op de neerwaartse beweging van de tunnel krijgt het gebouw een opwaarts profiel. Hoewel we op het eerste gezicht het beeld van een scheepsromp herkennen, is de bouwmassa de resultante van het geheel van eisen en fysieke beperkingen van de bouwplaats. Via een hellingsbaan bereik je een grote piazza boven op het dak, de plaats waar de inkom is gelegen en met een groots uitzicht op de stad.

Als gevelbekleding kiest Piano voor groen koper, dit om het beeld van het schip te neutralizeren. Het wordt geen museum, wel een centrum waar de bezoeker op een interaktieve manier de diverse aspekten van de technologie kan ontdekken. Het wordt ongetwijfeld een toeristische trekpleister en dit in een gebouw met grote architektonische kwaliteiten.

De Erasmusprijs en de start van de bouwwerf zijn aanleiding voor een boeiende expositie in het NAi in Rotterdam. Als metafoor voor de inrichting koos Piano zijn atelier. Op de lange tafels bevinden zich foto’s, maquettes en tekeningen, zowel van de eerste ontwerpschetsen als van detailoplossingen.

De bezoeker kan rustig aan de tafels zitten om het werk te bekijken, de vele publikaties te raadplegen en via een computer binnen te treden in een verbazingwekkende wereld. Hij verplicht de bezoeker om tijd te nemen, een inspanning te leveren om een beeld te krijgen van de mentale attitude die nodig is om tot deze architektuur te komen. Met dit koncept probeert Piano het proces te tonen en niet enkel de gebouwde eindprodukten.

Piano kiest bewust voor een architektuur zonder eigen formeel referentiekader. Zijn architektuur laat zich leiden door de geografie, de plaatselijke kontekst en omstandigheden. Al zijn werkstukken zijn uniek, ga dus niet op zoek naar een “Piano Stijl”.

Marc Dubois

Nederlands Architektuurinstituut Rotterdam, tot 25 februari, di. t/m za. 10-17 uur, zon- en feestdagen 11-17 uur.

Expositie Piano in het NAI Rotterdam : struktuur en konstruktie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content