Al-Qaeda en de islamitische jihadi’s hebben geen monopolie op de haat tegen het Westen. Meer nog, volgens Ian Buruma en Avishai Margalit, auteurs van het onlangs verschenen boek ‘Occidentalism: The West in the Eyes of Its Enemies’, is die haat ook niet uniek voor het Midden-Oosten.
Info : Zondag 20 juni houdt Avishai Margalit een Nexus-lezing aan de Universiteit van Tilburg. Er zijn nog kaarten beschikbaar (abonnees10 euro, overige 20 euro), maar reserveren is verplicht. Telefoonnummer: 013 466 34 50. E-mail: info@nexus-instituut.nl. Zie voor meer informatie www.nexus-instituut.nl).
Occidentalisme of de dehumanisering en afkeer van het Westen, is een westers exportproduct dat je al bij de Duitse romantici vindt. Het heeft zich kunnen uitzaaien naar de meest uiteenlopende plaatsen zoals Af-ghanistan, Irak, Palestina, China, Korea.
Zuiver occidentalisme wordt gevaarlijk als het samenhangt met revolutie en geweld.
Maar, is occidentalisme meer dan een oppervlakkig etiket? En wat kan het Westen doen om de gedehumaniseerde perceptie van zijn vijanden te veranderen?
Vanuit een stille, sobere studeerkamer in de Universita Ha Ivriet, de Hebrew University van Jeruzalem, kijkt Avishai Margalit uit over het oude Jeruzalem. De stad waar hij geboren en getogen is, en die door Theodor Herzl in zijn Altneuland wordt beschreven als de bloeiende, moderne metropolis waarin joden en Arabieren vreedzaam samenleven. Maar de realiteit is anders, want Jeruzalem is een stad met stille, ommuurde straten; bewapende mannen met machinegeweren; bewakers bij de ingang van cafés en eethuizen; bedelende Palestijnse kinderen en een acht meter hoge afscheidingsmuur aan haar grens.
In de achtertuin van deze stad, zo’n twintig minuten verder, woedt de oorlog. Op het moment van ons gesprek voert het Israëlische leger ‘operatie Regenboog’ uit in het vluchtelingenkamp Rafah, in de Gazastrook. Tijdens deze grootscheepse militaire actie vallen aan beide kanten slachtoffers en worden huizen verwoest. ‘Dit land bevindt zich in een ethisch faillissement en de beelden geven weinig hoop op verbetering’, is Margalits commentaar.
Margalit heeft het de laatste jaren verschrikkelijk druk. Hij reist de hele wereld af om lezingen en interviews te geven, doceert in Jeruzalem filosofie en schrijft daarnaast de ene beschouwing na de andere. Hij houdt zich vooral bezig met politieke filosofie. Margalit onderzoekt concrete situaties waarin mensen vernederd worden, en laat zien dat het betonen van respect ons al een eind op weg helpt naar een fatsoenlijke samenleving. Door gesprekken met Israëlische Arabieren en Palestijnen raakte hij overtuigd van de centrale betekenis van eer en vernedering in een mensenleven. Margalit is een wereldvermaarde filosoof, geroemd om zijn publicaties over het Midden-Oosten, die optreedt als belangrijke internationale spil en richtinggever in zijn vakgebied.
De man is echter ook oprichter van de vredesbeweging Vrede Nu en bestuurslid van B’Tselem, een mensenrechtenorganisatie die zich bekommert om de rechten van de Palestijnen in de bezette gebieden. Dit activistische engagement komt in essentie voort uit een diepe betrokkenheid bij de gevolgen van de bezetting
‘Ik vocht als reservist in de Zesdaagse Oorlog in 1967. Het was een overwinning, want we hadden de oude stad Jeruzalem bevrijd. Maar toen we in onze jeep door de Westoever reden, knapte er iets in mij. Ik zag de Palestijnse bevolking in Hebron en realiseerde me ineens dat ik van een bevrijder in een bezetter was veranderd.’
Margalit werd actief in verschillende vredesbewegingen en richtte samen met andere reserveofficieren in 1978 de beweging Vrede Nu op, thans de grootste extra-parlementaire beweging in Israël. ‘Alleen door bilaterale onderhandelingen en compromissen met de Palestijnen kunnen we tot een vrede in het Midden-Oosten komen’, vindt Margalit. Het zijn juist de militaire acties en de jarenlange vernedering van de bezetting die aanzetten tot haat tegen Israël en het Westen. Volgens Margalit heeft Israël deze atmosfeer voor een deel aan zichzelf te danken.
‘Israël is in de ogen van zijn vijanden een kankergezwel dat koste wat kost moet worden uitgeroeid. Maar er is nog een andere dimensie in deze strijd. Is-raël is door Bin Laden heel handig gebruikt als het embleem van een meer algemene woede van Arabieren tegen het Westen. Het Westen wordt in deze visie gezien als het symbool van afgoderij, arrogantie, het zielloze kwaad, hoererij, kapitalisme.’
Dat laatste denkspoor vormt het onderwerp van het boek Occidentalism: the West in the Eyes of Its Enemies, dat Margalit samen met de Nederlands-Britse publicist Ian Buruma schreef en onlangs publiceerde.
De andere kant
Volgens Margalit hebben wij ons in het Westen geconcentreerd op de vraag waarom en hoe wij het Oosten stigmatiseren. ‘We zien het Oosten als inferieur, lui, smerig en vreemd – de Palestijnse filosoof Edward Said betitelde dit vijfentwintig jaar geleden als oriëntalisme – en ik vind dat we ons terdege bewust moeten zijn van onze vooroordelen. Maar in ons enthousiasme zijn we totaal voorbijgegaan aan de vraag hoe het Oosten het Westen percipieert. De literatuur vraagt zich met betrekking tot de dekolonisatie bijvoorbeeld af waarom de kolonist acteerde ten opzichte van de gekoloniseerde. Maar niemand onderzocht de ideeën van de andere kant, van de door ons betitelde vijanden in het Oosten. Deze gedachten bleven grotendeels diffuus en onbegrepen’, aldus Margalit.
Occidentalisme – het spiegelbeeld van het oriëntalisme – gaat juist over de denigrerende fantasieën en stereotypen, het gedehumaniseerde beeld dat het Oosten van de westerse wereld heeft. Het is de visie op het Westen als een onmenselijke, mechanische, geldhongerige, decadente samenleving van ontwortelde, hoererende, gevoelloze parasieten zonder menselijke ziel, en zonder begrip voor menselijk lijden. ‘Het is een gedachte, haast een ideologie, die veel verder gaat dan de haat tegen Amerika of Europa’, aldus Margalit. ‘Kijk, je kunt een hekel hebben aan westers voetbal of aan de decadente westerse popmuziek. Dat is op zich ongevaarlijk. Maar als het beeld van het Westen in zijn totaliteit wordt beperkt, is dat een vorm van intellectuele vernietiging.’
Maar waarom bestaan er zoveel walgelijke stereotypen van het Westen?
Het is zeker geen nieuw verschijnsel. De bakermat van het occidentalisme ligt volgens Margalit in het Westen van de negentiende eeuw. Als reactie op de Verlichting uitten de Duitse romantici al hun afkeer tegen het koude, rationele Europa, als een samenleving van machines, die zich manifesteert in imperialisme, urbanisme en kosmopolitisme. Van daaruit ontwikkelde het idee zich in vele varianten en richtingen. En nu heeft de fundamentalistische islam dit Europese exportartikel ontdekt.
‘De eerste ideeën voor ons boek over occidentalisme zijn geboren vanuit dat westerse perspectief. Toen ik samen met mijn goede vriend Ian Buruma het graf van Karl Marx op de begraafplaats van Highgate in Londen bezocht, waar trotse Duitse joden zoals Marx, naast de arme Ostjuden – joden uit Oost Europa – liggen, realiseerden wij ons dat deze laatste groep de Duitse joden als koude, arrogante, goddeloze mensen beschreef, net zoals Bin Laden nu de Amerikanen typeert. De Ostjuden zagen zichzelf, zoals de fundamentalisten, als de handhavers van het ware geloof en tradities. Ook dit is een vorm van occidentalisme’, legt Margalit uit.
Eigenlijk vindt de filosoof Margalit het occidentalisme als een geheel van ideeën maar matig interessant. Overal ter wereld zijn er mensen die elkaar haten en stereotyperen. De Vlamingen hebben ook bepaalde ideeën over de Walen, en omgekeerd, en de Belgen hebben een uitgesproken mening over de Nederlanders. Maar die meningen zijn op zich oninteressant.
De op de Engelse begraafplaats ontwikkelde gedachte over occidentalisme zou misschien een stille dood zijn gestorven, ware het niet dat Margalit in New York de Twin Towers zag instorten. ‘Op zich was de wereld na 11 september voor mij niet zo veranderd, maar Buruma en ik realiseerden ons dat er in de islamitische wereld een revolutionaire situatie heerst, die, gevoed door de ideeën van het occidentalisme, de ontmenselijking van het Westen, een directe bedreiging voor de wereldvrede vormt.’
Dat bracht de auteurs op het hoofdthema van hun boek.
Margalit legt uit: ‘Het doel is niet om ammunitie te verzamelen tegen moslimterrorisme – terrorisme is een middel, niet het doel – maar om te begrijpen wat de aanzet tot occidentalisme in de huidige wereld is. We willen aantonen dat zelfmoordterroristen en heilige martelaren niet aan een soort unieke pathologie lijden, maar door dezelfde ideeën gedreven worden als de Duitse romantici bijna twee eeuwen geleden.’
Tempelhoeren
Je moet het islamitische occidentalisme begrijpen, niet vergeven, is Margalits advies. Je moet begrijpen wat aantrekkelijk is in het occidentalisme. Er is sinds 11 september veel gepraat over de redenen van de islamitische razernij . Als je de overeenkomsten tussen het westerse occidentalisme en bijvoorbeeld, Al-Qaeda herkent, wordt die laatste groepering minder verontrustend. Vergelijk het met de haat tegen de losbandigheid versus de zondigheid van de grote stad, of de sterke reactie op het feminisme met aan de andere kant een verheerlijking van heroïsche zelfopoffering en de organische samenleving.
Het moslim-occidentalisme kent nog een extra element en dat is het gevoel van seksuele schaamte, een extreme puriteinsheid. Vijf jaar geleden verklaarde Bin Laden de oorlog aan de Amerikanen, omdat hij vrouwelijke Amerikaanse soldaten bij de ingang van de Heilige plaatsen Mekka en Me-dina zag. Tempelhoeren noemde hij hen. En de recente beelden van de Amerikaanse folteringen in de Abu Ghraib-gevangenis, lokten niet alleen woede uit in de islamitische samenleving, maar vormden koren op de molen van Bin Laden. Omdat het Westen weer eens bevestigde dat het een verdorven samenleving zonder moraal is.
‘De verspreide foto’s vormen symbolen voor het lijden van het islamitische volk onder het Westen’, concludeert Margalit, ‘en zij zullen occidentalisme alleen maar aanwakkeren.’
En daarmee komen we aan de basis van het occidentalisme: de vernedering. Het schrijnende gevoel van vernedering en minderwaardigheid, als het inferieure gevoel van de Arabische landen tegenover het Westen. Het ontstond door een falen van de Arabische landen om te moderniseren en zich aan te sluiten bij de westerse wereld. Maar de occidentalisten van vandaag zijn niet alleen intellectuelen. Ze kunnen net zo goed menselijke bommen zijn.
De reactie van de moslimwereld op de achterstand – de grote werkloosheid, de uitzichtloosheid, de economische malaise – is de verering van de Shahidi’s, de martelaren voor God, de moslimstrijders. Zij verheerlijken geweld en een cultuur van dood en zelfdoding. Bin Laden uit zijn kamikazegeest in satanische uitspraken als: ‘Jij – het Westen – houdt van het leven, maar wij – de Arabische wereld – houden van de dood.’
In zo’n situatie is het zien van een Amerikaanse pin-up in een garage al voldoende om de haat tegen het Westen te doen ontbranden, zelfs als de persoon in kwestie nog nooit in het Westen is geweest.
Een boemerang
Blijft de vraag of we ons niet onnodig druk maken. Misschien is het islamitische occidentalisme net zo vergankelijk als de occidentalistische stromingen uit de negentiende eeuw.
Margalit meent van niet. ‘Het verschil tussen de Duitse romantici en de islamitische extremisten van vandaag is dat het islam-occidentalisme gecombineerd is met revolutionaire actie. Verschillende groepen in de islamitische wereld ondernemen momenteel pogingen tot een islamitische revolutie.’
Margalit onderscheidt twee hoofdstromingen, die vergelijkbaar zijn met Rusland aan het einde van de negentiende eeuw. Je hebt de aanhangers van ayatollah Khomeiny, vergelijkbaar met stalinisten, die een revolutie in eigen land willen. Al-Qaeda streeft, zoals de trotskisten, naar een wereldwijde, globale omwenteling en wil de revolutie exporteren. Deze laatste groepering is compromisloos, zeer revolutionair en kent een grote bereidheid tot zelfopoffering voor de revolutie. De aanslagen van New York en Madrid fungeren voor deze trotskisten als een zeer succesvolle vorm van propaganda. Ze werken als een boemerang in de moslimwereld en dat levert weer aanhangers voor Al-Qaeda op.
‘Deze groep, die een onduidelijk netwerk in de wereld heeft, is voor ons diffuus. We weten niet precies met wie we te maken hebben. Maar dat neemt niet weg’, aldus Margalit, ‘dat het gevaarlijke propaganda- en rekruteringsmiddel van deze groepen, het terrorisme, moet worden bestreden.’
De methode van de Amerikaanse president George W. Bush, waarbij de VS het rechtstreeks op Irak hadden gemunt, zonder het terrorisme te onderzoeken, vindt Margalit niet effectief. ‘Bush neemt de bedreiging en de uitdaging van Al-Qaeda onvoldoende serieus. Om tot een snel resultaat te komen en succes te boeken bij het Amerikaanse electoraat, heeft hij Irak om de oren geslagen en doet hij grootscheepse razzia’s in eigen land tegen mogelijke terroristen, maar hij tackelt het werkelijke probleem niet.’
Terrorisme zweemt naar de maffia, maar ook naar oorlog, vindt Margalit. Je zult beide moeten bestrijden en dat vergt een lange weg.
Compromissen
Maar de bestrijding van het middel, de terreur, leidt nog niet tot een oplossing van het probleem van de zieke en onmenselijke perceptie van het Westen. Kan het Westen zelf wat doen om die perceptie te veranderen?
Dat is volgens Margalit de essentie van het probleem. ‘Als je weet dat occidentalisme wordt gevoed door vernedering, dan zal het Westen zich menselijker en tactvoller, maar ook toleranter moeten gedragen. De intolerantie van de Amerikaanse conservatieven is een gevaarlijke ontwikkeling. Er moet meer aandacht komen voor de moslims in onze eigen gemeenschappen. België zal bijvoorbeeld een eigen Belgisch-islamitische cultuur moeten ontwikkelen. Het gaat niet om een strijd tussen civilisaties. Je moet geen vuur met vuur bestrijden. De noodzaak om compromissen te sluiten, is groter dan ooit. We moeten de verspreiding van slechte ideeën voorkomen. Als moslims een gevoel van zelfrespect hebben, zullen ze minder ontvankelijk zijn voor extremistische ideeën.’
Margalit waarschuwt voor de besmettelijkheid van deze slechte ideeën binnen eigen gelederen. Er is een toenemend anti-Amerikanisme in Europa, dat voor een deel bestaat uit gefundeerde kritiek op de Amerikaanse politiek. Maar we moeten erover waken dat het niet omslaat naar een occidentalistisch beeld van onmenselijke Amerikanen. Het is de taak van de intellectuelen deze discrepantie aan te geven.
Is er op korte termijn een oplossing voor het moslim-occidentalisme te verwachten? Margalit meent van niet. De standpunten in de wereld zijn verscherpt. Na de ervaring in Irak is het Westen minder bereid om tot de actie over te gaan en zullen de VS niet als peacekeeper worden aangewezen. Compromissen lijken steeds moeilijker tot stand te komen.
‘Maar ach. Wij westerlingen zijn niet erg goed in het doen van voorspellingen. Misschien mis ik iets. Dat hoop ik oprecht.’
Door Simonne Korkus
Het occidentalisme is een Europees exportartikel.
We zijn voorbij-gegaan aan de vraag hoe het Oosten het Westen percipieert.
België zal een Belgisch-islamitische cultuur moeten ontwikkelen.