Namens het gewestelijk comité Vlaanderen van de federatie van gemeente- en OCMW-ontvangers reageren we op ‘Salomonsoordeel van Paulus’ (Knack nr. 6). Bij het lezen van dit artikel kan de lezer niet anders dan concluderen dat de problemen bij de stad Antwerpen hun oorzaak vinden in ‘de structurele problemen met de rol van de gemeenteontvanger in steden en gemeenten’. De gemeenteontvanger zou te veel (tegenstrijdige) functies hebben en hij zou niet onafhankelijk genoeg zijn ten overstaan van de bestuurlijke elite, de mensen die hij moet controleren. Het ‘ons-kent-ons’-sfeertje zou niet bevorderlijk zijn voor een degelijk beheer van de stadskas’. Deze stelling is nogal simplistisch. Volgens ons hebben de problemen bij de stad Antwerpen andere oorzaken. Heeft hier in het verleden niet een gans systeem gefaald, intern en extern?
De sector van de lokale besturen is in het algemeen vrij goed gespaard gebleven van schandalen en daartoe hebben de gemeente- en OCMW-ontvangers hun bijdrage geleverd, samen met de talrijke correcte plaatselijke mandatarissen en collega’s-ambtenaren. Dat de ontvangers persoonlijk en financieel verantwoordelijk zijn voor hun beheer, heeft hier ongetwijfeld bij geholpen.
Onze federatie heeft inderdaad fel gereageerd tegen het ontwerp van gemeentedecreet, maar niet om de reden aangegeven in het artikel (‘de inperking van hun machtspositie’). Wij waren en zijn het grotendeels eens met de uitgangspunten van minister Paul Van Grembergen (Spirit), maar niet met de wijze waarop deze uitgangspunten werden uitgewerkt, vooral wat de concepten van audit en controle betreft. Wij gaan inderdaad niet akkoord met de wijze waarop de aanpassingen in het decreet worden voorzien, maar ook de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG), vele specialisten terzake en personen uit de academische wereld hebben hierbij heel wat opmerkingen.
In 1995 hebben wij (en niemand anders) ten gevolge van een strategische denkoefening over onze functie het begrip ‘audit’ als aandachtspunt naar voren geschoven. Gaandeweg zijn wij (en niemand anders) de noodzaak van een goede audit in de lokale besturen sterker gaan verdedigen en dit volgens het internationaal erkende COSO-model. Het decretaal deresponsabiliseren van de nieuwe functie van financieel beheerder en het niet goed uitwerken van de eveneens nieuwe functie van gemeentelijk auditor hebben geleid tot ons verzet tegen het decreet. In de schoot van de VVSG, in samenwerking met politieke mandatarissen en gemeentesecretarissen, heeft onze federatie positief meegewerkt aan het ontwikkelen van een aantal alternatieve voorstellen.
Ten slotte wijzen we erop dat onze federatie in tempore non suspecto al beslist had om een studiedag te organiseren rond controle en audit in de lokale besturen. Deze werd uiteindelijk op 6 november 2003 georganiseerd en kende een grote bijval.
Wim Van Huffelen, secretaris en Daniël Verbeken, voorzitter, namens de Koninklijke Federatie van Ge