Er gaan stemmen op om anorexia niet langer te beschouwen als een cultuurgebonden aandoening. Anoxeria is van alle tijden en komt niet alleen voor in het Westen.
Anorexia nervosa en boulimie worden vaak beschouwd als moderne, cultuurgebonden aandoeningen, die alleen voorkomen in het Westen. Elke cultuur heeft zijn eigen opvattingen over eten, gewicht en lichaamsbeeld. Het perfecte slankheidsideaal dat door de westerse media en de reclame wordt verspreid, zou verantwoordelijk zijn voor de golf van ernstige eetstoornissen in de ontwikkelde landen. Heel wat onderzoekers betwijfelen echter of anorexia en boulimie uitsluitend een culturele achtergrond hebben.
Pamela Keel van de Harvard University en Kelly Klump van de Michigan State University verzamelden jarenlang beschrijvingen en onderzoeken over eetstoornissen van over de hele wereld. De bundeling van die gegevens leidde tot verrassende inzichten. Eetstoornissen komen inderdaad meer voor in de geïndustrialiseerde landen, en het aantal gevallen nam sterk toe in de tweede helft van de 20e eeuw. In die periode werden de vrouwen op de Amerikaanse schoonheidswedstrijden en in mannentijdschriften steeds magerder, en publiceerden vrouwenbladen almaar meer artikelen over diëten. Tot daar lijkt het verband tussen cultuur en eetstoornissen te kloppen, maar Keel en Klump keken verder.
VRIJWILLIG VERSLAAFD
De onderzoekers concentreerden zich allereerst op mogelijke beschrijvingen van anorexia uit de geschiedenis. Ze vonden een massa gevallen. Zo werden veertig casussen van anorexia aangetroffen in Engelse ziekenhuisdossiers uit de periode tussen 1812 en 1917. Ze vertellen onder meer over een vrouw die werd opgenomen omdat ze voedsel weigerde, en die twaalf dagen later overleed. Een andere vrouw met dezelfde symptomen bleef leven, maar had zeven maanden nodig om opnieuw aan te sterken.
Sarah Jacob werd in de 19e eeuw bekend als de ‘ Welsh fasting girl‘. Haar dood in 1869 bracht een pelgrimage op gang. Het verhaal van Jacob doet denken aan de zogenaamde heilige anorexia van de vastende heiligen uit de middeleeuwen. Onderzoekers stellen altijd dezelfde paradox vast: mensen beslissen vrijwillig te stoppen met eten, maar hun vasten draait uit op een verslaving. Zelfs met de dood voor ogen kunnen ze niet eten.
Het klopt dus niet dat alleen het moderne slankheidsideaal verantwoordelijk is voor anorexia nervosa. Geen enkele van de hier beschreven patiënten keek televisie, had een barbiepop of las glossy magazines. Een catwalk met superslanke modellen hebben ze nooit gezien. Anorexia is geen ziekte van deze tijd.
De bevindingen van Keel en Klump spreken ook tegen dat anorexia een ziekte van blanke vrouwen zou zijn. In de victoriaanse tijd dweepten Latijns-Amerikaanse meisjes met de biografie van de middeleeuwse heilige Catherina van Siena, die vastte om zuiver te worden. Catherina schreef dat ze tot God bad dat hij haar zou laten eten, zodat ze kon leven zoals andere mensen. Ze wilde dus wel eten, maar kon het niet.
Eind jaren tachtig trok de onderzoeksgroep van dr. Hans Wijbrand Hoek uit Den Haag naar Curaçao om er meer dan 40.000 ziekenhuisrapporten te bestuderen. Het team had zeer bewust gekozen voor Curaçao, omdat dikke achterwerken en volle billen er geaccepteerd zijn. Ze vonden zes gevallen van anorexia, in verhouding evenveel als in het Westen.
Keel en Klump verzamelden beschrijvingen van anorexia uit alle culturen, ook uit China, Zuid-Korea, India, Nigeria en Zimbabwe. In landen waarin de westerse invloed weinig is doorgedrongen, zijn de patiënten minder bezorgd over hun gewicht, maar de overige symptomen komen overal voor.
EEN NIEUWE EETSTOORNIS
Van boulimie vinden Keel en Klump weinig sporen in het verleden. Romeinen braakten om extra lang te kunnen feesten, dat wel. Hier en daar was sprake van mensen die extreme vreetpartijen afwisselden met periodes van vasten, maar hun gedrag kaderde veeleer in een zuiveringsritueel. De eerste vermeldingen van jongeren die nauwelijks kunnen stoppen als ze aan het eten slaan, dateren van het begin van de 20e eeuw. Toch is ook daar de ziekelijke combinatie met braken of laxeren amper aanwezig.
Boulimie lijkt een nieuwe eetstoornis te zijn, die voor het eerst opduikt in de tweede helft van de vorige eeuw. Al het onderzoek dat tussen 1980 en 1990 in Denemarken, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Nieuw-Zeeland, Minnesota en Japan werd gedaan, wijst uit dat het aantal gevallen van boulimie sneller stijgt dan het aantal gevallen van anorexia. Anorexia wordt aangetroffen in alle delen van de wereld, maar boulimie komt niet voor in India en Afrika. Nergens in de studie van Keel en Klump is een patiënt te vinden die niet in contact kwam met de westerse cultuur en die toch boulimie heeft ontwikkeld. De onderzoekers besluiten dat het wel degelijk gaat om een cultuurgebonden stoornis, of op zijn minst om een oude ziekte die opduikt in een nieuwe, cultureel bepaalde gedaante.
Een studie van Anne Becker van het Harvard Eating Disorder Center is het vermelden waard. Becker reisde in 1998 naar het afgelegen Fiji-eiland Nadroga, drie jaar nadat daar voor het eerst televisie werd geïntroduceerd. De eilandbewoners hadden traditioneel een speciale omgang met voedsel: iemands sociale positie hing er af van de mate waarin hij of zij anderen kon voeden. Een gast at daarom zoveel mogelijk, om de gastvrouw te behagen. Mensen zonder overwicht werden te mager bevonden, en kregen kruiden toegediend om te kunnen eten.
Het was een schok voor de eilandbewoners, toen ze via het Amerikaanse TV Channel kennismaakten met televisieseries zoals Melrose Place, ER en Xena: Warrior Princess. Volgens Becker ontwikkelden de meisjes op het eiland in korte tijd een negatieve kijk op hun lichaam. De onderzoekster registreerde een scherpe toename van het aantal eetstoornissen. Vijftien procent van de meisjes van gemiddeld zeventien jaar zei dat ze geregeld de vinger in de keel staken. Voor de komst van de televisie was dat maar drie procent.
GENEN EN CULTUUR
De bovenstaande onderzoeken tonen aan dat er een gevarieerder onderzoek nodig is naar anorexia en boulimie. Eetstoornissen hebben niet alleen psychologische en culturele oorzaken. Onderzoek naar tweelingen wees al uit dat anorexia een erfelijke achtergrond kan hebben. Vorsers van de Universiteit Utrecht hebben vastgesteld dat mensen in wier familie anorexia voorkomt zes keer meer risico lopen om zelf anorexia te ontwikkelen. Ze vonden bij elf procent van de anorexiapatiënten ook een genetische mutatie, die leidt tot een lagere productie van neuropeptide, een stof die in de hersenen de eetlust stimuleert. Craig Johnson van de Amerikaanse National Eating Disorder Association zegt het zo: ‘De genen laden het geweer, en de cultuur haalt de trekker over.’
Andere onderzoekers bestuderen de invloed van een teveel aan oestrogenen, of zoeken uit welk deel van de hersenen een rol speelt bij het verslavingsgedrag. Eetstoornissen hebben hun laatste geheimen nog niet prijsgegeven.
PAMELA KEEL EN KELLY KLUMP, ‘ARE EATING DISORDERS CULTURE BOUND SYNDROMES? IMPLICATIONS FOR CONCEPTUALIZING THEIR ETIOLOGY’, IN: PSYCHOLOGICAL BULLETIN, 2003, P. 747-769.
DOOR GRETEL VAN DEN BROEK