
‘Angst mag ons niet verlammen’
Henriette Reker (59), burgemeester van Keulen, zoekt naar verklaringen voor de massale aanrandingen tijdens oudejaarsnacht, en voor de aanslag op haar leven in de herfst.
Waar hebt u oudejaar gevierd?
HENRIETTE REKER: Thuis.
En wanneer hoorde u voor het eerst over de voorvallen bij het station van Keulen?
REKER: Op 2 januari las ik erover in de krant. In een klein artikel stond dat de trappen naar de Dom ’s nachts ontruimd waren. Kennelijk niets om zich overdreven zorgen over te maken. In de late namiddag werd ik gebrieft door de politiechef. Een compleet beeld hadden we pas de volgende dinsdag.
Kunt u verklaren waarom het zo lang duurde vooraleer de omvang van het drama duidelijk werd?
REKER: Nee, volgens de politie kwam dat omdat de aangiftes zo langzaam binnenliepen. Op de dag zelf zijn er maar drie noodoproepen geweest. En, voor zover ik weet, 19 klachten bij de federale politie aan het station.
Hoe kon de politie op nieuwjaarsdag in een persbericht gewagen van een ‘uitgelaten stemming’?
REKER: Dat wil er bij mij niet in.
Heeft de Keulse politie gefaald, zoals de minister van Binnenlandse Zaken beweert?
REKER: Daar ter plekke heeft ze haar opdracht zeker niet vervuld.
Hoe komt dat? Had men uit angst voor terreuraanslagen geen oog meer voor de straatcriminaliteit?
REKER: Ik ben niet van de politie. Maar als er tussen het station en de Dom groepen mensen samenklitten en vrouwen daar spitsroeden moeten lopen, dan moet dat toch opgevallen zijn. In oktober 2014 is daar al eens een grote demonstratie uit de hand gelopen. Het is een kritieke plek, waar duidelijk niet alleen gefeest wordt. Op een dag als oudejaar moet men in de gaten houden wat daar gebeurt.
Zelfs de bondskanselier meldde zich ongewoon snel bij u. Hoe is de uitbrander uit Berlijn aangekomen?
REKER: Dat was geen uitbrander. Ik vond het goed dat mevrouw Merkel precies wilde weten wat er hier gebeurd was. Het is blijkbaar snel tot haar doorgedrongen dat de incidenten in Keulen geen lokaal probleem zijn, maar tot een uitdaging voor ons allemaal kunnen uitgroeien.
De schuldigen moeten nu snel opgespoord en gestraft worden, eist de federale overheid.
REKER: Dat spreekt voor zich.
Maar hoe realistisch is dat?
REKER: Het is moeilijk.De politie zegt dat de slachtoffers de daders amper kunnen identificeren.
De Duitse politievakbond acht het zelfs hoogst onzeker dat er ook maar één dader veroordeeld zal worden. Ondertussen eisen de politieke leiders een strenge toepassing van de wet.
REKER: Het is frustrerend. Het toont aan hoe machteloos we als samenleving soms staan in zulke gevallen. Nu komt het eropaan te verhinderen dat dit soort incidenten zich opnieuw voordoen.
Het criminele milieu van zakkenrollers en drugsdealers in Keulen is al jaren bekend. We weten waar ze hun slachtoffers zoeken en waar de drugs verstopt worden in de buurt van de Dom. Waarom is er al niet veel vroeger hard opgetreden?
REKER: In de zomer had ik een kantoor tegenover de Dom en kon ik met eigen ogen zien wat daar gebeurde. Die kerels hebben zulke kleine dosissen drugs bij zich, dat ze gewoon niet gearresteerd kunnen worden.
Dus laat men alles maar betijen?
REKER: Nee. We hebben daar meer politie nodig en we moeten er videobewaking installeren die de politie in staat stelt om meteen in te grijpen.
In de kranten is er sprake van een ‘seksbende’ die vrouwen overvalt. Klopt dat volgens u?
REKER: Vrouwen werden massaal seksueel bedreigd. Ik dacht altijd dat zulke situaties alleen in verre landen echt gevaarlijk worden. In Duitsland kon ik me dat niet voorstellen. We mogen dat niet accepteren. Het bedreigt het evenwicht in onze maatschappij.
Is dit het topje van de ijsberg, zoals in sommige regeringskringen wordt beweerd?
REKER: Ik kreeg er nog niet eerder mee te maken. Je weet tegenwoordig gewoon niet meer waartegen je je moet wapenen. Ook hier in Keulen. Ik dacht tot nu toe dat de generatie van de gevorderde mannen zulke mensonterende praktijken afwijst.
Pardon, wat zijn ‘gevorderde mannen’?
REKER: Ik zeg niet graag geëmancipeerde mannen. Ik bedoel nieuwe generaties mannen voor wie de gelijkwaardigheid van man en vrouw vanzelfsprekend is.
Welke rol speelt de etnische herkomst van de daders?
REKER: Daarover kun je slechts speculeren. Sommigen zeggen dat alcohol een grote rol heeft gespeeld. Kennelijk komen de mannen uit een culturele omgeving waar alcohol niet zo vaak in het openbaar kan worden verbruikt. Maar we kunnen nu toch geen alcoholverbod voor zeg maar Noord-Afrikaanse mannen instellen? Dat is onzin. Het komt eropaan de veiligheid te garanderen, in de hele stad, met carnaval en oudejaar en het hele jaar door.
Heeft Duitsland een probleem met vluchtelingen?
REKER: We staan voor de uitdaging om mensen die naar ons komen te integreren in onze maatschappij. En dat houdt ook in dat we hen vertrouwd maken met onze cultuur.
De schrijfster en feministe Alice Schwarzer zegt: ‘Deze jonge mannen zijn het trieste product van een mislukte integratie.’
REKER: Hoe stelt ze zich dat dan voor? Dat men een Noord-Afrikaans of een Arabisch uiterlijk heeft, betekent niet veel. Hoelang zijn die mannen hier al? Had men al de gelegenheid om ze te integreren, of niet? Geen idee. Ik ken de groepen daders niet. Maar we moeten ons toch afvragen hoe we voortaan mensen die naar ons komen sneller met onze culturele geplogenheden vertrouwd kunnen maken.
Merkt u de frustratie van de jonge mannen wanneer u in Keulse vluchtelingencentra komt?
REKER: Natuurlijk. Ik heb altijd gezegd dat we de federale integratiecursussen sneller moeten aanbieden. We moeten sneller meer woningen bouwen, zodat die mensen hun leven zelf in handen kunnen nemen. En we mogen er ons niet over beklagen dat die mensen geen Duits spreken zolang we niet snel genoeg zijn om hen de taal te leren.
Wie naar hier vlucht, wil zijn leven graag veranderen, anders was hij niet gekomen. Wij moeten daar resoluut bij helpen.
In dezelfde oudejaarsnacht was er in München terreuralarm en was de politie massaal aanwezig. Zien we hier twee kanten van dezelfde medaille?
REKER: Dat is moeilijk te zeggen. Terreurdreigingen zijn volgens mij van een andere orde. Omdat terreur zich nog bewuster tegen de gemeenschap richt. Maar eigenlijk zijn ook de daden hier in Keulen een aanval op onze vrijheidlievende maatschappelijke orde. De vraag is alleen of er een politieke bedoeling achter schuilt. En dat betwijfel ik.
In welke maatschappij willen we straks leven? Hoeveel orde, hoeveel politie hebben we nodig? En hoeveel risico’s moeten we aankunnen?
REKER: We mogen niet door angst verlamd raken en onze manier van leven ondergeschikt maken aan die angst. Maar we moeten waakzaam zijn. Dat betekent vooreerst dat we hier als stad voor carnaval een veiligheidsconcept uitwerken. Hoewel het een feest is van vele groepen, beschouwen we ons als stad nu als organisator. Het kan niet anders. We moeten vooraf doornemen wat er kan gebeuren en hoe we ermee omgaan.
Wat betekent dat concreet? Wordt de politiemacht verdubbeld?
REKER: Daar beslist de minister van Binnenlandse Zaken van Noord-Rijnland-Westfalen over. Ik kan me alleen informeren en vragen hoe de betrokkenen de zaak denken aan te pakken. En ze misschien ook een beetje aanporren, wat naar het schijnt nodig is. Maar ik kan de taken van de politie niet overnemen.
We lazen dat u mensen uit andere culturen ons carnaval beter wilt doen begrijpen. Wat bent u van plan?
REKER: Voor vluchtelingen bestaan er nu al pictogrammen die het openbare leven in Duitsland toelichten en tonen hoe men zich in deze samenleving beweegt. Wij overwegen om hetzelfde te doen voor carnaval.
Hoe wilt u immigranten uit zeg maar Noord-Afrika het verschil uitleggen tussen een kusje en seksueel geweld?
REKER: We moeten daar nu snel iets op vinden, en wel met vertalers die uit die regio komen en ons kunnen adviseren. Of het iets uithaalt, weet ik niet. Maar we moeten alles doen wat kan verhinderen dat de zaken uit de hand lopen. En in Keulen wordt wild carnaval gevierd.
Ook dit jaar weer?
REKER: De mensen van Keulen laten zich daar helemaal niet door afschrikken.
En u viert mee?
REKER: Ja, zoals elk jaar. Al zal mijn kostuum er deze keer niet zo spectaculair uitzien als anders.
Hoe zag het er vorig jaar dan uit?
REKER: Velen vonden het politiek niet correct dat ik er als een Chinese bijliep. Ik ben wel meestal zo gemaskerd dat ik amper te herkennen ben. Dat vind ik altijd zo mooi. Maar wat ik ga aantrekken weet ik nog niet.
U raadde vrouwen aan om bij massabijeenkomsten minstens een armlengte afstand te houden tegenover vreemden…
REKER: … en ik oogstte daarvoor veel spot en kritiek.
Op sociale netwerken werd uw raad geïllustreerd met de Hitlergroet. Zelfs The New York Times berichtte er online prominent over.
REKER: Op een anderhalf uur durende persconferentie werd me gevraagd wat er in de preventietips staat. En dan heb ik dat voorbeeld genoemd. Dat was misschien een beetje onbeholpen. Het is van belang dat de politie haar werk doet en dat het niet opnieuw tot zulke voorvallen kan komen. Dat gaat in deze discussie natuurlijk volledig verloren. Daar valt niets aan te doen. De mensen zijn vaak niet in staat om wat je zegt juist te interpreteren.
U blijft bij uw aanbeveling?
REKER: Het spijt me dat die uitspraak door vele vrouwen zo begrepen is alsof ik hen voor het geweld verantwoordelijk acht. Maar ik hoef me er ook niet voor te verontschuldigen dat ik een voorbeeld geef dat in de adviezen van de stad Keulen staat. En misschien is het u ook opgevallen: niemand doet constructieve voorstellen. Ik heb nog nergens gelezen dat iemand zegt: ‘Het armlengtevoorstel is onzin, in plaats daarvan is dit of dat de oplossing.’ De federale minister van Justitie, de gerechtelijke autoriteiten, ze hebben allemaal een grote expertise in risicobestrijding. Maar uit die hoek komen alleen maar verwijten en weinig constructieve voorstellen.
Bent u in een groot genderdebat beland?
REKER: Ik denk het wel. En dat is helemaal niet mijn ding. Ik kom uit een tijd waarin vrouwen voor hun gelijkberechtiging gestreden hebben. Ik heb altijd problemen met jonge vrouwen die de kansen, waarvoor ik mee gestreden heb, opgeven.
Ruim twee maanden geleden werd er tijdens de lokale verkiezingscampagne een aanslag op u gepleegd. De dader had xenofobe motieven en wilde u doden met een mes. Hoe gaat het nu met uw gezondheid?
REKER: Ach, ik mag niet klagen. Men vraagt me altijd hoe het aanvoelt wanneer zo’n mes door je hals snijdt. Maar je onthoudt dat je in volle straat neergestoken wordt, en dat is ongelofelijk vernederend. Dat is misschien hetzelfde gevoel als bij een verkrachting, ik weet het niet, ik heb het godzijdank nooit meegemaakt. Maar je ervaart dat je niet meer veilig bent.
Toen u midden december uw ambt opnam, kon u uw burgemeestersketting nog niet dragen omdat hij te zwaar was. Nu wel?
REKER: Nee, mijn tweede borstwervel was namelijk gespleten. Nu hij weer aaneengegroeid is, zal ik hem binnenkort om de hals kunnen dragen.
Heeft de aanslag u veranderd?
REKER: Ik ben geen ander mens geworden. Misschien ben ik wel sterker geworden. Zo ben ik nog meer gesteld op mijn onafhankelijkheid. Daarom valt de spot in het armlengtedebat me minder zwaar. Het komt eropaan een veilige situatie te creëren. Het gaat niet om mij. Ik treed hierbij helemaal naar de achtergrond. Zo ervaar ik dat, en daarom maakt het me niet zoveel uit.
Hoe valt het mee als u zich nu in een mensenmassa begeeft?
REKER: Helemaal geen probleem. Niemand werd al slachtoffer van een tweede aanslag. Daarom ben ik niet bang.
Kort geleden werd u tijdens het winkelen omhelsd door een wildvreemde man die blij was dat het u zo goed gaat. Bent u toen geschrokken?
REKER: Nee, maar ik ben telkens weer verbaasd over het grote medeleven dat zich uit in zeer fysieke gebaren. Ik weet niet of er al ooit een burgemeester geweest is die zo veel gekust en omhelsd werd.
De aanslag op u was ook een aanslag op de maatschappij. Hij had een xenofobe achtergrond en richtte zich kennelijk tegen uw vluchtelingenbeleid. Toch was de verkiezingsdeelname de volgende dag zeer laag.
REKER: Met of zonder aanslag moet men zich zorgen maken over de democratie. Een verkiezingsdeelname van 40 procent is niet overweldigend. Ik kan nu niet zeggen dat de mensen van Keulen mij verkozen hebben. Dat doe ik ook niet. Alleen heeft het grootste deel van de kiezers zich voor mij uitgesproken. Het ware me liever geweest, als ik met een grotere rugwind mijn ambt had kunnen opnemen.
Na de aanslag had men kunnen denken dat er meer burgers zouden gaan stemmen, onder het motto: nu meer dan ooit.
REKER: Dat had men kunnen denken. De schrijfster Herta Müller zei op mijn eerste werkdag dat ze niet alleen mij maar ook de democratie een voorspoedig herstel wenste. Dat vond ik perfect passend. Anderzijds ontheft het mij van de verdenking dat ik de verkiezingsoverwinning uit medelijden behaald had. Het resultaat week slechts een procentpunt af van de peilingen.
U maakte de verkiezing niet mee omdat u in een kunstmatige coma lag. Kunt u zich herinneren hoe het was toen u weer ontwaakte?
REKER: Ja. Ik hoorde op een bepaald ogenblik van mijn man dat ik gewonnen had, maar het was niet het eerste wat hij zei. Ik vond dat toen ook niet zo belangrijk. Sommigen vonden dat ik meteen mijn kiezers en steungevers had moeten bedanken. Maar ik moest eerst mijn lichaam opnieuw leren functioneren.
Als men op het voorbije jaar terugkijkt, was Duitsland verdeelder dan ooit. U hebt dat aan den lijve ondervonden. Wat verwacht u in het nieuwe jaar?
REKER: Ik denk dat veel mensen het globaliseringsproces nog niet echt verwerkt hebben. Ik zag dat al lang op mijn bijeenkomsten. Maar ik heb altijd gezegd: de vluchtelingen komen, of ik daar nu voor insta bij de stad of iemand anders. We moeten af van dat gedweep met alles wat Duits is. We moeten iets zoeken wat de mensen met elkaar verbindt. En we moeten beseffen dat we een ouder wordende maatschappij zijn en dat immigranten ook een grote kans betekenen.
© Der Spiegel
‘We moeten af van dat gedweep met alles wat Duits is. We moeten iets zoeken wat de mensen met elkaar verbindt.’
‘Men vraagt me altijd hoe het aanvoelt wanneer zo’n mes door je hals snijdt. Maar je onthoudt dat je in volle straat neergestoken wordt, en dat is ongelofelijk vernederend.’