Vlaamse onderzoekers tekenen voor een doorbraak in het alzheimeronderzoek.
Obstakels tussen zenuwcellen in onze hersenen kunnen leiden tot de ziekte van Alzheimer. Korte eiwitfragmenten zijn een belangrijke bron van die obstakels. Ze zijn het resultaat van de activiteit van zogenoemde secretasen, die – als scharen – grote eiwitten in kleine stukken knippen. Een bijzondere rol speelt het gamma-secretase: dat verknipt eiwitten tot iets wat bèta-amyloïde heet. Stukjes daarvan kunnen samenklitten en plaques vormen, waardoor ze de aftakeling van het geheugen en van andere mentale processen in de hand werken.
De ploeg rond Wim Annaert van de Leuvense tak aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie toont nu in het vakblad Cell aan dat er verschillende types van gamma-secretasen bestaan die actief zijn in verschillende delen van een cel. Zo is er een type dat zich uitsluitend ophoudt in de lysosomen, onderdeeltjes van een cel die afvalstoffen afbreken. Daar verknipt het eiwitten die intern de boel in het honderd doen lopen – en die dus niet, zoals andere versies, uit de cel breken. Doordat dat interne knipproduct maar in kleine hoeveelheden voorkomt, wordt het gemakkelijk over het hoofd gezien.
De opstapeling van stukjes bèta-amyloïde-eiwit in cellen (in plaats van ertussen) zou een van de vroegste signalen van alzheimer zijn. Daardoor zou ze een belangrijke rol kunnen spelen bij de diagnose. De vraag is nu: kun je de ziekte uitstellen door de werking van het gamma-secretase in de lysosomen te blokkeren? Dat moet eerst grondig worden onderzocht op muizen. Pas daarna zou ook de medische behandeling van alzheimer een doorbraak kunnen kennen. Maar het blijft verbazend dat er na twintig jaar onderzoek op secretasen nog zulke verrassingen uit de alzheimerhoed worden getoverd.
In het vakblad Alzheimer’s & Dementia presenteren Annemie Van der Linden van het Bio-Imaging Lab (Universiteit Antwerpen) en haar collega’s een soortgelijke ontdekking: oplosbaar amyloïde is dé grote boosdoener bij het uitlokken van alzheimer. Die eiwitstof zou de hersenen aantasten nog voor er vaste plaques verschijnen. Wanneer ze dat doen, is het dus eigenlijk al te laat om de symptomen nog aan te pakken.
In de marge van zijn onderzoek benadrukte Wim Annaert, ten slotte, dat onderzoek naar de aftakeling van de hersenen nog altijd veel minder financiële steun krijgt dan onderzoek naar, bijvoorbeeld, kanker. Dat de strijd tegen alzheimer zoveel trager verloopt, hoeft volgens hem dan ook niet te verbazen.
Onderzoek naar de aftakeling van de hersenen krijgt veel minder financiële steun dan onderzoek naar kanker.