DOOR FRANS VERLEYEN

Het goede nieuws verspreidde zich als een heilsboodschap door het land. In Hasselt wordt de stadsbus gratis, voor iedereen. SP-burgemeester Stevaert legde zijn verhaal helder en volksvriendelijk uit. In al zijn eenvoud bleek het zorgvuldig doordacht, deel uitmakend van een hele set bestuurlijke vondsten. De kosten van het witte busplan zijn draaglijk, het geld ervoor werd bij voorbaat gevonden door slim lenen, hulp van buitenaf inroepen en dure bouwwerken voor de particuliere auto schrappen. Zo is iedereen tevreden : de kleine bejaarde man, de middenstand en de groenen. ?Dit is een rode maatregel.?

De kranten wisten geen blijf met hun lof. Hasseltse stadslucht maakt vrij, er werkt daar nog een overheid met een hart in haar lijf, er is nog goedheid in de wereld. Daags nadien kwamen deskundigen en politieke collega’s een somber gezicht opzetten. ?Stevaert is niet goed bezig, rijden zonder betalen lost het vervoersprobleem in binnensteden helemaal niet op. Autorijders bekend om hun hardvochtigheid laten hun machine niet op stal om, in ruil voor een besparing van 28 frank, wat te gaan lopen en ergens op een bus wachten.? Zelfs Mieke Vogels vond namens Agalev dat het zich verplaatsen, zoals alle andere zegeningen van het moderne leven, een prijs moet hebben.

Of het Hasseltse project al dan niet een succes wordt, is zeer te wensen maar niet van wezenlijk belang. Steve Stevaert heeft zijn lauweren nu al verdiend door, met dat vermaarde gezond verstand van hem, iedereen tot een debat van grote maatschappelijke schoonheid te dwingen. Het onderwerp van die discussie heet in vaktermen ?mobiliteit?, een kale benaming voor alles wat gedaan wordt door mensen die niet kunnen of willen blijven waar ze zijn.

Vijftig jaar geleden had het volk geen auto’s en was een gezinsreisje naar zee een belevenis. Vandaag heeft het er miljoenen die, samen met de vrachtwagens, elke dag tijdens een zestal spitsuren met elkaar de strijd aanbinden. In die voertuigen zitten menselijke lichamen die bijna gedachtenloos maar tegen vrijwel ballistische snelheden over asfalt of steen suizen. Zo gaan ze naar hun werk of weer naar huis. Dat de afstand tussen die twee punten niet korter is kunnen worden, of gewoon tot bijna nul herleid, is een van de wonderlijkste organisatiefouten die de moderne maatschappij blijft maken.

Mobiliteit, het systematisch onderweg zijn, is blijkbaar een van de moeilijkst te verzadigen menselijke behoeften, ook al gaat ze gepaard met groot ongemak. Het wegverkeer is, psychisch dan toch, een pas na zonsondergang onderbroken veldslag, een soort derde wereldoorlog met navenante dodencijfers en automerken die klinken als de naam van een generaal. En er wordt helaas met ongelijke wapens gestreden. Trucks zijn zwaarder en sportwagens sneller. Kwieke jongeren zijn in principe beter geschikt voor de survival of the fittest dan oudere weggebruikers met lager reactievermogen. Hoedanook, gesneuvelden worden door goed getrainde ambulanciers opgeraapt en weggebracht. Ook het achtergelaten schroot en versplinterd glas wordt met vakkundige spoed opgeruimd. Zo gaat dat over heel de wereld, dag in dag uit.

?Mijn auto is mijn vrijheid,? zeggen de stickers. Dat klopt niet. Nergens is de mens zo gevangen, bewaakt en electronisch gecontroleerd als op de openbare weg. Ook is hij, in het ontwijken van levensgevaar, permanent en volkomen afhankelijk van onbekende anderen : elke tegenligger is een potentieel projectiel dat uit zijn voorziene baan kan vliegen. Het zelfbeschikkingsrecht, de autonomie van de chauffeur is een verzinsel. Dat geldt in zekere mate trouwens ook voor wie zich aan het openbaar vervoer of de luchtvaart toevertrouwt. Zich verplaatsen is, per definitie, kiezen voor onvrijheid.

De mobiele mens neemt onvermijdelijk deel aan een lastig belangenconflict tussen individu en gemeenschap. Rijden, varen of vliegen in dat complexe netwerk van relaties en processen die we samenvatten onder de rubriek ?hoog ontwikkelde beschaving? komt altijd neer op het koloniseren van andermans leefwereld, beslag leggen op een privé of openbaar domein. In die ruimte (zoals de natuur) doemt het voertuig of luchtschip op : niet alleen visueel maar ook met geluid en energieke stuwkracht. Tussen beide elkaar waarnemende partijen is de mogelijkheid tot een arrangement en dus tot tolerantie beperkt, waardoor het eigentijdse woord ?verkeersagressie? moest worden uitgevonden. Daarom ook is de auto, zelfs wanneer hij roerloos geparkeerd staat, de grootste producent van in processen-verbaal genoteerde gerechtelijke geschillen, straffen en boetes. Hij doet ook de Justitie op volle toeren draaien.

Omdat mobiliteit innig verbonden is met handel, distributie, arbeid, toerisme en migratie, krijgt ze de hele aarde in haar greep. Als instrument voor verplaatsing is het voertuig een onmisbare maatschappelijke hulpbron geworden. Alles wat echter massaal in gebruik wordt genomen, raakt veel van zijn waarde kwijt. Economisch gesproken, gaat in elke file onvoorstelbaar veel geld de mist in. Ooit wordt de hulpbron een absolute verliespost.

DE OUDE ANARCHISTENDROOM

Een begin van die paradox valt nu al te merken. Sociologen zeggen dat, alhoewel het intermenselijke verkeer en de ?sociale interacties? driftig blijft toenemen, de samenleving vereenzaamt. Er is nog een andere reden tot verbazing. De zogenaamde informatiesnelweg zou zogenaamd kunnen dienen als vervangmiddel voor lichamelijke mobiliteit. Mensen met een fax of modem moeten hun gedachten en boodschappen niet meer op vier wielen tot bij de bestemmeling transporteren. Toch doet de exploderende multimediamaatschappij het dichte autowegennet niet krimpen.

Burgemeester Stevaert gelooft, ondanks alle kritiek, dat hij wat orde in zijn lokale verkeerstoestand kan krijgen door iedereen zonder kaartje in het openbaar vervoer te laten stappen. Dat genereuze gebaar doet wat denken aan de oude anarchistendroom : girls for nothing and whisky all free. Of dat, mutatis mutandis, in Hasselt ooit kan lukken, valt voorlopig niet te beoordelen. Dat het bescheiden en plaatsgebonden initiatief zoveel nationale weerklank kreeg, bewijst alleszins hoe diep de samenleving met haar transportproblemen in de knoop zit. Meer nog, het martelt haar en daar lijdt ze onder.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content