CD&V en N-VA sloten dit weekend dan toch een kartel voor de regionale en Europese verkiezingen. Dit ‘Vlaams kartel’ kan wel eens de doodssteek betekenen voor de paars-groene regering in Vlaanderen. En dus indirect ook voor de federale paarse meerderheid.
De tijd dat de Brugse bisschop Emiel Jozef De Smedt een stem voor de Volksunie nog ‘zwaar zondig’ noemde, ligt ver achter ons. De Belgischgezinde CVP van toen is vandaag een confederale, en wegens de verschrompeling van haar Franstalige zusterpartij CDH, haast regionale partij geworden. De VU is uiteengespat, de oude Vlaams-nationalisten hebben zich over de andere democratische partijen verspreid. Ook de laatste onafhankelijke Mohikanen, de separatistische hardliners van de Nieuw-Vlaamse Alliantie van Geert Bourgeois, zijn dit weekend tot inkeer gekomen. Het wordt dus een kartel met de christen-democraten, de gezworen tegenstanders van weleer, of om het met de nieuwverloofden te zeggen, het wordt de rechtzetting van een historisch misverstand.
Concrete aanleiding van deze ‘historische’ toenadering was de recente opiniepeiling van De Standaard en de VRT, waarin de N-VA nog slechts 2,7 procent van de stemmen haalde, en dus niet eens meer in de buurt van de kiesdrempel kwam. CD&V werd volgens diezelfde peiling opnieuw de grootste partij in Vlaanderen. Voor de N-VA bleven er niet veel keuzemogelijkheden over. Op eigen kracht doorgaan, stond gelijk met een vrijwel zekere, roemloze ondergang.
Onmiddellijk na de bekendmaking van die voor de N-VA beroerde opiniepeiling, we schrijven donderdagavond vijf februari, werd gewezen Vlaams minister-president Luc Van den Brande door CD&V-voorzitter Yves Leterme op pad gestuurd om opnieuw gesprekken aan te knopen met Geert Bourgeois. Van den Brande, die nog door wijlen koning Boudewijn voor zijn confederale standpunten op de vingers werd getikt, beschikt voor dat soort klusjes in CD&V over de beste geloofsbrieven.
Geert Bourgeois zat kennelijk te wachten op een nieuwe uitnodiging. Hij had in ieder geval maar een heel klein duwtje in de rug nodig om overstag te gaan. Nog geen drie dagen later, zondagavond is het dan, was het akkoord tussen Leterme en Bourgeois in feite al beklonken. Nog eens drie dagen later, vorige week woensdag, lag ook de uitgewerkte tekst van het vergelijk tussen de twee partijen op tafel.
Afspraak is dat CD&V en N-VA een ‘open’ kartel vormen, waarbij de partners hun onafhankelijkheid bewaren, en dat dit ‘Vlaams kartel’ een ‘positief alternatief’ moet vormen voor het, aldus Luc Van den Brande ‘geklungel, gestuntel en getoestand‘ van de huidige paars-groene regering.
CD&V en N-VA bepleiten, uiteraard, ruimere Vlaamse bevoegdheden, te beginnen met de uitvoering van de ‘geactualiseerde resoluties’ van het Vlaams parlement, die onder meer de regionalisering van het mobiliteitsbeleid, het werkgelegenheidsbeleid, de kinderbijslag en de gezondheidszorg, en grotere fiscale autonomie betreffen. Bij een eventuele toetreding van het kartel tot de volgende Vlaamse regering wordt die bevoegdheidsuitbreiding een ‘minimumeis’.
Niet alleen over de inhoud, ook over de postjes werd gepraat. De N-VA hoopt met de kartelformule op vijf verkozenen in het Vlaams parlement, genoeg om een aparte fractie te kunnen vormen. Op de kartellijsten worden in ieder geval drie ‘zekere’ plaatsen gereserveerd voor de N-VA, met name de tweede plaats in West-Vlaanderen (een mogelijkheid voor Geert Bourgeois), de derde plaats in Antwerpen (voor Bart De Wever) en de vierde plaats in Oost-Vlaanderen (voor de advocate Helga Stevens). Daarnaast krijgen de Vlaams-nationalisten nog drie ‘mogelijke’ verkozenen, en wel in Vlaams-Brabant, Limburg en een tweede zetel in Antwerpen, waar Vlaams parlementslid Kris Van Dijck van op een strijdplaats zal moeten knokken. Er wordt ten slotte ook een plaatsje vrijgehouden op de Europese lijst. In dat verband wordt Frieda Brepoels genoemd. Die kan zo in Limburg CD&V-lijsttrekker en oud-partijgenoot Johan Sauwens ontlopen, met wie de verstandhouding getroebleerd is.
AFWACHTEND ACW
Waarom het nu wel is gelukt, en niet in september vorig jaar, toen het aanzoek van de christen-democraten na lange pourparlers uiteindelijk door de N-VA werd afgewezen, ligt aan verschillende factoren. Er was, zoals gezegd, de slechte opiniepeiling, die de N-VA-top een nu-of-nooitgevoel bezorgde. Het politieke klimaat is vandaag ook helemaal anders dan een half jaar geleden. De federale paarse regering rijdt zichzelf in hoog tempo de vernieling in. Een geschikt moment voor de oppositie dus om een tandje bij te steken. Daarnaast hadden de onderhandelaars lessen getrokken uit de mislukking van vorige zomer. Zo werd besloten de kartelformule dit keer te beperken tot de Vlaamse (en Europese) verkiezingen in juni, en het federale niveau even buiten beschouwing te laten. Een ander wezenlijk punt van verschil, zegt medearchitect Luc Van den Brande, is dat de onderhandelaars de gemaakte afspraken dit keer niet alleen aan hun partij-instanties hebben voorgelegd, maar ze ook met hand en tand hebben verdedigd. Van den Brande zat op de persconferentie zaterdag te glimmen van trots. Het deed zichtbaar deugd om na jarenlang verblijf in de marge opnieuw in het centrum van de aandacht te staan.
Nog een beproefde techniek waarvan de onderhandelaars gebruik maakten: de knelpunten omzeilen, in plaats van ze mordicus te willen uitpraten. Knelpunten, zoals de situatie in Brussel, waar de plaatselijke N-VA-afdeling onder geen beding op één lijst wil met de in hun ogen veel te francofiele Brusselse CD&V-minister Jos Chabert. Omgekeerd is de liefde ook niet groot te noemen. Maar N-VA-nationaal besloot dit keer de eventuele goedkeuring van het kartel niet van ‘een 71-jarige’ te laten afhangen.
Cruciaal voor het welslagen van de karteloperatie was de discretie waarmee de gesprekken gevoerd werden. Zeker de gevoelige N-VA-achterban mocht niet via lekken in de media vernemen wat de top met de partij van plan was. Dankzij de burgeroorlog bij de liberalen kon het kartelakkoord met succes uit de publiciteit gehouden worden tot de partij-instanties aan beide kanten er hun goedkeuring aan hadden verleend.
Bij CD&V wist voorzitter Leterme zich van ruime steun verzekerd, aangezien een interne bevraging had uitgewezen dat meer dan tachtig procent van de partijleden vóór een kartel met de N-VA gewonnen was. Ook besteedden de CD&V-onderhandelaars ditmaal meer zorg aan het geruststellen van de ACW-vleugel in de partij. De Christelijke Arbeidersbeweging, bevreesd voor een ruk naar rechts, staat bijzonder argwanend tegenover een communautair verbond met radicale flaminganten als Geert Bourgeois, die bovendien sociaal-economisch meestal in de rechtse hoek zijn terug te vinden, al zullen de betrokkenen dat laatste wellicht ontkennen.
Binnenskamers vragen sommige CD&V’ers zich ook af of de partij, gezien de gunstige peilingen van de laatste weken, Geert Bourgeois wel nodig heeft om de paarse meerderheid te breken. Publiekelijk valt echter nog geen dissonant te horen. Zelfs ACW-baas Jan Renders, die in september nog scherp was uitgevaren tegen een mogelijk kartel, neemt nu een neutrale, afwachtende houding aan. Renders werd door Van den Brande en Leterme dan ook goed geïnformeerd over de vorderende gesprekken met de N-VA, en de karteltekst bevat heel wat sussende passages ten behoeve van het ACW, over de rol van het middenveld bijvoorbeeld, of het streven naar een ‘warme, menselijke’ samenleving. Ook mag Geert Bourgeois niet meer herhalen dat hij een coalitie met de socialisten uitsluit.
NARIGHEID
Geen woorden maar daden, meer Vlaamse bevoegdheden, de Vlamingen moeten krijgen waar ze recht op hebben. Dat klinkt als de klassieke retoriek uit het klassieke communautaire opbod in de aanloop naar klassieke Vlaamse verkiezingen. Vraag is hoe het CD&V/ N-VA-kartel zijn Vlaamse eisen denkt hard te maken, als het geen deel uitmaakt van de federale regering, tot dusver de enige plek waar echte nieuwe doorbraken in de staatshervorming geforceerd kunnen worden. Wil het kartel ook inbreken op federaal niveau? Het mag, maar het hoeft niet per se. ‘Onze afspraken gaan op de eerste plaats over Vlaanderen. Maar er is het overlegcomité, er zijn de interministeriële conferenties, er is het communautaire forum dat de federale regering na de verkiezingen wil oprichten. Dat zijn evenzoveel instrumenten waarmee de deelstaten de federale regering onder druk kunnen zetten’, zegt Van den Brande.
Als daar maar geen narigheid van komt, want het is een groot vraagteken of kartelpartner Geert Bourgeois, die van Vlaams-nationale rechtlijnigheid zijn handelsmerk heeft gemaakt, ook de nodige compromisbereidheid in huis heeft om delicate communautaire onderhandelingen tot een goed einde te brengen. Al bewijst Bourgeois met het inslikken van zijn – nog maar enkele weken oude – veto tegen de socialisten, dat zelfs hij talent heeft voor het betere politieke bochtenwerk. Bovendien, dat zijn zorgen voor overmorgen. Morgen kan het kartel misschien de grootste partij in Vlaanderen worden, en zodoende het initiatiefrecht voor de vorming van een nieuwe Vlaamse regering in handen krijgen.
Terug naar Valentijnsdag, de dag waarop de verloving van CD&V en N-VA officieel bekend gemaakt werd. De gemoedstoestand van de talrijk aanwezige CD&V’ers was zonder meer euforisch te noemen, en er werd nauwelijks moeite gedaan om dat voor de buitenwacht te verbergen. Dat mag ook niet verbazen, want voor het eerst sinds 1999 lijkt voor de christen-democraten het tij echt aan het keren.
Han Renard Patrick Martens