Jan Delvaux
Jan Delvaux Belpopkenner

De zielenbranden van Shawn Smith.

Het maken van vakkundige rockplaten is op korte tijd een oud ambacht geworden. De woestijn rukt trouwens snel op. Loop de rij maar langs : Soundgarden is niet meer, R.E.M. en Red Hot Chili Peppers wachten op het bericht van hun split en de naweeën van Nirvana kijken uit op een blinde muur.

Uitbraakpogingen worden onmiddellijk afgestraft. Zo maakt U2 nadrukkelijk kennis met de neerwaartse spiraal en evolueert Smashing Pumpkins naar de vorm van kerstgebak. De Britten blazen ondertussen van hoge torens, maar pal naast Supergrass en Radiohead gaapt het ravijn al. Goed zo, de weeromstuit kan alleen maar beter zijn.

In een lege doos wordt makkelijk veel plaats ingenomen. Het beste wat Shawn Smith dan ook kan overkomen, is meer competitie. Met wat weerwerk zou zijn magistrale stem er nog hoger bovenuit torenen. Standaard zit er een soort van snik op die nog eens wordt uitvergroot als ze het falset van spannende leren broeken meekrijgt. Blaffen kan ze ook wel, maar pas in die klaaggezangen springen de emotionele zekeringen.

Alleen krijgt die stem zoveel aandacht dat we er haast over kijken. Zoals je de Grand Canyon ook al beu bent zonder hem ooit te hebben gezien. Smith is allerminst vrij van schuld. Als een Romeinse veldheer verdeelt hij zijn talent in de hoop dat het vanzelf gaat regeren. De verschillen tussen zijn neringen Brad, Pigeonhed en Satchel zijn echter zo minimaal, dat er spanningsverlies optreedt. De zes albums die hij op korte tijd heeft gemaakt, had hij tot twee monumenten kunnen reduceren.

Het oordeel over het nieuwe ?Interiors? van Brad is dan ook snel geveld. Na het schrappen van de overlappingen en herhalingen blijft alweer een handvol nummers over voor die imaginaire ?Greatest hits?. In ?The day brings? en ?Some never come home? veroorzaakt de rattenvanger voor de zoveelste keer zielenbranden met wat simpel pianospel. ?Upon my shoulders? en ?Funeral song? zijn moerassen van treurnis die herinneren aan de experimentele beginjaren van Patti Smith, en ?Lift? mag een ronde verder omdat het zo ferm Pearl Jam in z’n hemd zet. Aangezien haar gitarist deel uitmaakt van Brad is dat bijzonder slecht nieuws voor die groep. Kwaliteit dus, met als enig voorbehoud dat Smith maar eens dringend zijn kunst moet analyseren.

Jan Delvaux

Brad, ?Interiors?, (487921 2/Epic).

Shawn Smith : rattenvanger.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content