Na de oorlog zullen de Irakezen het spoedig beter hebben dan ervoor, zegt Ian Buruma. Maar het land moet wel weer van de grond af worden opgebouwd.
Wat gebeurt er met een land dat gewapenderhand van een kwaadaardig regime bevrijd is, wanneer de stapels lijken geborgen zijn en de inventaris van de grootste wandaden is gemaakt? Er moet een nieuw bestuur komen, nieuwe instellingen misschien, ten dele een nieuw staatsapparaat. De moderne geschiedenis biedt voorbeelden: Duitsland en Japan na de Tweede Wereldoorlog, of onlangs Afghanistan waar het allemaal nog volop bezig is. En het verslagen volk – dat is het toch? – moet het op een of andere manier met de overwinnaars eens worden, hoe dat moet gebeuren. Een niet geringe opdracht en het succes is verre van gegarandeerd.
Ian Buruma, de Nederlands-Engelse schrijver (of omgekeerd: geboren in 1951, vader Nederlander, moeder Engelse) die lang in Japan heeft gewoond, schreef onder meer over de schuldvragen in Japan en Duitsland na de oorlog. We vroegen hem een paar parallellen te trekken.
Wat is het grote verschil tussen wat in Irak voor de deur staat, en wat na de Tweede Wereldoorlog in Japan is gebeurd?
IAN BURUMA: Het grootste verschil met Duitsland en Japan lijkt mij dat die twee al moderne staten waren, waar de democratie natuurlijk in grote moeilijkheden was geraakt. Dat was meer een kwestie van een restauratie dan dat er van de grond af een nieuwe democratie moest worden opgebouwd. Alle instellingen van de regering waren er al. Er was in de jaren twintig een vrije pers, en een parlement, en al dat soort dingen. Die moesten, in een gewijzigde vorm weliswaar en met een nieuwe grondwet, na de oorlog weer worden opgebouwd. Maar er was iets om op te bouwen, en niet een staatje dat met wat los zand aan elkaar hing en altijd door dictators was geregeerd.
Het feit dat Irak naar Arabische normen een moderne staat was, dat telt voor u niet?
BURUMA: Modern, in die zin dat de infrastructuur modern was, en er een vrij hoog onderwijsniveau was, maar het land heeft nooit moderne democratische instellingen gehad.
Dan zal de inspanning daar veel groter moeten zijn?
BURUMA: Veel groter, denk ik, omdat de moeilijkheden ook veel groter zullen zijn. In Duitsland en Japan had je bovendien een elite om op terug te vallen, die het heft in handen kon nemen. Die bestaat in Irak ook wel, maar dat is een elite die al meer dan twintig jaar buiten Irak woont.
En die waarschijnlijk nog veel meer verdeeld is dan toen in Japan het geval was?
BURUMA: Ook dat zal grotere moeilijkheden geven, denk ik.
Moeten de Amerikanen dan zelf de zaak maar in handen nemen?
BURUMA: Nee. Ik denk dat ze het zo snel mogelijk aan Irak moeten overlaten, wellicht met een grotere participatie van de Verenigde Naties dan de Amerikanen zouden willen. Waarom zouden de Amerikanen, na al dat tegenspel van de Verenigde Naties en met name natuurlijk van de Fransen en de Russen, nu ze hun eigen bloed op het spel gezet hebben plotseling het geheel weer aan de VN toevertrouwen? Dat ligt niet voor de hand.
Anderzijds is er in Japan en in Duitsland ook een hoop geld aan te pas gekomen om de zaak weer op poten te krijgen. Dat geld zullen ze nu toch ook ergens moeten vinden?
BURUMA: Ja, en ook dat zal een groot probleem worden. De olie zal niet volstaan, nee. En ook in Japan is de politiek veranderd aan het eind van de jaren veertig. Omdat in Amerika de Republi- keinen niet langer wilden dat Amerikaans belastinggeld in grote hoeveelheden werd overgeheveld om Japan weer op te krikken. In ieder geval is de economische politiek toen gewijzigd, de politieke doelstellingen met andere woorden: vakbonden en democratie en zo kwamen toen op het tweede plan, en het economisch herstel kreeg voorrang.
Bestond er in Japan en ook in Duitsland eensgezindheid onder de overwinnaars over wat ze wilden doen met die landen?
BURUMA: Nee. Zeker niet onder generaal Douglas MacArthur. Er was vaak een grote verdeeldheid tussen de meer conservatieve kant van zijn administratie, die een min of meer autoritair bestel wilde laten bestaan onder de keizer, en de new dealers van de Democratische Partij die met veel meer democratische idealen bezield waren. De Japanse elite stond aan de kant van de conservatieven, maar de meeste Japanse kiezers, en natuurlijk ook de vakbonden en de socialisten, stonden aan de kant van de new dealers. Onder MacArthur is dat een voortdurende spanning gebleven.
Welke verschillen ziet u dan tussen de wederopbouw van Japan en die van Duitsland?
BURUMA: Het grootste verschil is toch de grondwet, die in Duitsland min of meer ongewijzigd is gebleven. Voor zover de Weimar-grondwet is gewijzigd, is dat door Duitse juristen gedaan. In Japan is de grondwet min of meer geschreven door Amerikanen. Met name artikel 9, waaronder Japan niet meer het soevereine recht had om een eigen leger te onderhouden, en oorlog te voeren. Dat is in Duitsland niet gebeurd.
Zullen de Amerikanen in Irak nu hun eigen ideeën opleggen?
BURUMA: Dat is nog maar de vraag. Dat hangt ervan af met welke Irakezen ze in zee gaan. Hun eigen ideeën… De Amerikanen zijn ook gespleten. Dezelfde verdeeldheid heerst nu in Washington als in Japan destijds, en ik denk dat die steeds meer naar voren zal komen. Dat je nu ook idealisten hebt die echt willen democratiseren. En zogenaamde realisten die een meer autoritair regime zien als meer haalbaar en misschien wenselijker. Het enige verschil is dat de new dealers nu de neoconservatieven zijn.
Wie gaat dat eigenlijk in handen nemen in Washington? Het State Department? Het Pentagon?
BURUMA: Ze zullen er allemaal iets mee te maken hebben, denk ik. Het Pentagon ook, zolang er sprake is van een Amerikaanse militaire bezetting.
Hoelang kan die bezetting duren? Drie maanden? Drie jaar?
BURUMA: Sommige neoconservatieven praten over misschien tien jaar. Dat valt allemaal nog af te wachten.
Zij hebben natuurlijk ook plannen om de pot te laten overkoken naar Syrië en Iran.
BURUMA: Ja, dat is onvoorspelbaar. Ik zie dat als iets zorgwekkends. Want in de geschiedenis hebben zulke revolutionaire projecten meestal niet geleid tot de resultaten die de idealisten voor ogen hadden.
Wat ziet u dan op korte termijn in Irak gebeuren?
BURUMA: Op korte termijn, denk ik, zullen de dingen voor de Irakezen wel beter worden. Alles is beter dan Saddam. De sancties zullen nu natuurlijk verdwijnen. Dus economisch zal het vrij snel beter gaan. Hoe het met de politieke instellingen zal gaan in Irak, of dat zal leiden tot werkelijke democratisering of tot chaos en burgeroorlog, dat moet ook allemaal afgewacht worden.
Veel Arabieren zeggen dat de VS die oorlog gevoerd hebben om de olie te pakken, of toch om ze te controleren en de Iraakse economie in handen te nemen. Gelooft u dat?
BURUMA: Dat is veel te simplistisch, denk ik. Werkelijk ideologische overwegingen spelen ook een grote rol. Uit die vermenging van ideologische en economische motieven losraken, zal problematisch zijn.
Opnieuw parallel met de voorbeelden Japan en Duitsland: ziet u problemen van schuld en oorlogsmisdaden komen, met oorlogstribunalen en dergelijke?
BURUMA: Dat denk ik wel. De aanwijzingen zijn dat er een combinatie zal komen van internationale tribunalen voor de voormalige Iraakse topleiders – in zoverre die nog in leven zijn. En dat de kleine beulen en de kampcommandanten en zo door de Irakezen zelf zullen moeten worden berecht.
Zonder te willen zeggen dat deze mensen niets op hun kerfstok hebben, wat kan de aanklacht tegen hen eigenlijk zijn? Ten slotte zijn zij aangevallen door de Verenigde Staten, niet omgekeerd…
BURUMA: De aanklacht betreft natuurlijk niet alleen de laatste vier weken. De aanklacht zal gaan over het vergassen van de Koerden, het op grote schaal martelen van mensen en dat soort dingen. En die zal niet worden geformuleerd in Amerikaanse krijgstribunalen, maar door de Irakezen zelf. Of in internationale tribunalen.
De internationale tribunalen waar de Amerikanen altijd tegen gestemd hebben?
BURUMA: U hebt het over het Internationaal Strafhof. Maar zij hebben niet tegen het Joegoslavië-tribunaal gestemd.
Krijgen we een soort Nurenbergtribunaal?
BURUMA: Ik denk dat zoiets wel mogelijk is, en ook wel wenselijk.
Daar zullen de andere Arabische dictators ook zonder veel geestdrift op zitten te kijken.
BURUMA: Ja, dat is natuurlijk ook ten dele de bedoeling geweest. Om ook hen een beetje de stuipen op het lijf te jagen, zodat we hopelijk ook daar hervormingen krijgen.
Sus van Elzen