Het gebruik van planten voor energieproductie stuit op obstakels.

Biomassa – of het vergaren van energie uit vooral plantaardig, maar ook een beetje dierlijk, materiaal – wordt door velen gepromoot als een belangrijke oplossing voor ons energieprobleem. In Vlaanderen produceren biomassacentrales méér duurzame energie dan wind of zon. Maar de efficiëntie van het systeem op grote schaal wordt in twijfel getrokken, vooral omdat er zo veel land nodig is om voldoende planten te kweken die biomassa kunnen leveren. Modellen schatten dat op Europees niveau nooit meer dan 7 procent van de hernieuwbare energie uit biomassa kan komen.

De productie van biomassa steunt in essentie op de fotosynthese waarmee planten zonlicht gebruiken om te groeien, en dus materie te maken. Die kan in speciale installaties omgezet worden in energie. Biotechnoloog Erick Vandamme van de Universiteit Gent schreef met een aantal collega’s een rapport over de haalbaarheid van biomassa als hernieuwbare energiebron voor de Koninklijke Vlaamse Academie van België.

Ze vertrokken van de vaststelling dat erover moet worden gewaakt dat de productie van biobrandstof niet ten koste gaat van de voedselbevoorrading. Het heeft in de context van de strijd tegen het broeikaseffect ook geen zin bossen te kappen om op de kaalslag gewassen voor de productie van biomassa te planten, want bossen zijn een fantastische buffer tegen een nóg verdere opwarming van het klimaat. Vandamme en zijn collega’s stellen dat het, bijvoorbeeld, efficiënter is om maïsafval als bron van biobrandstof te gebruiken dan de maïskorrels die ook in de voedingsindustrie nut hebben. Maïsafval is een biobrandstof van de tweede generatie, maïskorrels waren de eerste generatie.

Om de productie van biobrandstof rendabeler, en economisch én ecologisch aanvaardbaarder te maken, zijn biotechnologische ingrepen nodig die moeilijk bruikbare onderdelen van een plant in iets verwerkbaars omzetten. Een van de problemen bij efficiënt gebruik van biomassa is het feit dat de planten niet alleen moeten worden geoogst, maar ook verwerkt voor ze in een biomassa-installatie terechtkunnen. Biomassa afbreken tot een efficiënte brandstof is geen voor de hand liggende opdracht.

Er komt ook steeds meer aandacht voor de derde generatie biobrandstoffen: algen – een sector waarin ons land overigens een voortrekkersrol speelt. Het zal wel nog meer dan twintig jaar duren voor algen een rendabele energiebron zijn. Een simulatie rekende voor dat als vandaag alle diesel gebruikt in de transportsector door biobrandstof van de derde generatie zou moeten worden vervangen, een areaal met de oppervlakte van Portugal nodig zou zijn om voldoende wiertjes te kunnen kweken om aan de vraag te voldoen.

Ook hier moet biotechnologie beduidende verbeteringen aanbrengen. Sommige wetenschappers denken daarbij al héél ver vooruit. Aan een systeem, bijvoorbeeld, waarbij algen eerst grote hoeveelheden afvalwater zuiveren, waarna ze zouden worden geoogst om als biologische brandstof hun leven te eindigen. Dubbelgebruik dus.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content