De Vlaming is de beste afvalsorteerder ter wereld. En de kostprijs voor recyclage zou nergens ter wereld lager zijn dan bij ons. Toch kan Vlaanderen nóg beter met zijn huisvuil omspringen.
Huishoudelijk afval was de voorbije weken niet uit het nieuws weg te branden. In Ieper werd een referendum gehouden over het gebruik van als te duur en te onhandig beschouwde containers in de plaats van vuilniszakken – de containers werden massaal weggestemd.
In Antwerpen poneerde een woordvoerder van de intercommunale ISVAG, die de verbrandingsoven van Wilrijk uitbaat, dat de Duitse stad Dresden als model kan dienen voor een efficiënte huisvuilverwerking. Daar wordt alleen glas en papier apart opgehaald. De rest wordt gewoon in bulk verzameld, gemalen en gedroogd met hete lucht, waarbij het volume met een derde vermindert. Glas, metalen en mineralen worden gerecupereerd, en het overschot raakt als droge tabletten voor verbranding aan de industrie verkocht.
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) publiceerde onlangs cijfers waaruit bleek dat een klein gezin in Vlaanderen in het jaar 2000 gemiddeld 190 euro aan zijn afvalverwerking uitgaf. In 2002 produceerden de Vlaamse gezinnen samen 3,33 miljoen ton afval, of gemiddeld 555 kilogram per gezin. Dat was per gezin 3,3 kilogram minder dan in 2001. Daarenboven sorteerde elk gezin 8 kilogram meer, zodat nog slechts 4,4 procent van het Vlaamse huishoudelijk afval gestort werd.
De Vlaming is daarmee de beste sorteerder van Europa – een verdienste die zonder twijfel op het conto kan worden geschreven van de vorige Vlaamse minister van Leefmilieu Vera Dua (Agalev). Zij presenteerde in samenwerking met OVAM ook een ‘uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen 2003-2007’. De krachtlijnen daarvan zijn: 1) het niet-gescheiden restafval per gezin – vorig jaar gemiddeld 170 kilogram – moet worden beperkt tot 150 kilogram, 2) het storten moet volledig stoppen en 3) er moet meer aandacht zijn voor de preventie van afval. Inzake selectieve scheiding van afval zou de Vlaming aan zijn limiet zitten.
AARDAPPELSCHIL MET BARCODE
Toch komt er nog kritiek op de geleverde inspanningen. Niet iedereen is ervan overtuigd dat het intensieve sorteren, gekoppeld aan de regelmatige ophaal- en verwerkingsrondes, de meest milieuvriendelijke manier is om van ons afval af te raken. Sommigen vinden dat de burger minder zou moeten betalen als hij zorgvuldig met zijn afval omgaat, en niet meer, zoals nu dikwijls het geval is. Er rijzen ook vragen bij de transparantie van de vzw FOST Plus, een door de verpakkingsindustrie opgezette organisatie die de ophaling en verwerking van het huishoudelijk afval coördineert. Dua vond onder meer dat FOST Plus dringend ‘de onduidelijke scheidingsregel voor PMD-afval’ moest verduidelijken – PMD staat voor de plastic flessen, metalen blikken en drankkartons die in de blauwe vuilniszak terechtkomen.
‘FOST Plus is een belangrijke speler geworden tussen het beleid, de gemeenten en de intercommunales enerzijds en de industrie anderzijds’, zegt afvalexpert Christof Delatter van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). ‘Maar ze stelt helaas niet al haar cijfers beschikbaar. Daarenboven wordt het huishoudelijk afval als het ware met een apothekersweegschaaltje afgewogen en wordt elke aardappelschil bij wijze van spreken van een barcode voorzien tot ze verwerkt is, terwijl er voor de veel grotere markt van het bedrijfsafval minder controle is. Niemand heeft een grondig zicht op waar dat afval naartoe gaat.’
Afval is big business geworden. OVAM en anderen doen hun best om zoveel mogelijk te controleren, maar toch zijn er slechts weinig rechtszaken inzake de ophaling en recyclage van afval. Dat past misschien in de recente vaststelling dat onze parketten sterk de neiging hebben klachten in de milieusfeer te seponeren. ‘De enige zaak die ik ken, is in de bedrijfswereld’, zegt de Gentse rechter Jan Van den Berghe. ‘Een opkoper van autobanden bij garagisten liet zich voor recyclage betalen, maar verkocht de minst slechte banden in Oost-Europa en dumpte de rest in een rivier. Hij kreeg daarvoor anderhalf jaar gevangenisstraf. Wij zitten natuurlijk wel op het einde van de keten. Er kan met een dossier van alles gebeuren vóór het voor de rechter komt.’
Advocate Isabelle Larmuseau, gespecialiseerd in milieuzaken, heeft geen weet van gerechtelijke dossiers die zich afspelen in de huishoudelijke afvalsector. Zij vertegenwoordigt de verpakkingsindustrie in een discussie met de overheid over een hiërarchie die deze laatste wil invoeren inzake de recyclage van drankverpakkingen – een deel van de PMD-oprisping van Dua. ‘De overheid’, stelt Larmuseau, ‘wil de reglementering zo aanpassen dat drankverpakkingen verplicht in nieuwe drankverpakkingen gerecycleerd worden, en niet in andere producten. Wat niet altijd een haalbare kaart is omwille van de voedselveiligheid.’
Het voorbeeld illustreert dat er inzake de verwerking van afval op het scherp van de snee gedebatteerd wordt. ‘De meeste ontduiking in de afvalverwerking gebeurt helaas legaal’, ervoer Bart Martens van de Bond Beter Leefmilieu (BBL). ‘Er bestaan nogal wat wettelijke pisten die afvaldumping mogelijk maken. Wij vechten voorlopig eerder daartegen dan tegen de illegale praktijken. We weten bijvoorbeeld dat het kwik in afval dat mee wordt verbrand in cementovens voor 50 tot 90 procent vrijkomt in de rookgassen, wat de verspreiding van zware metalen bevordert. Europa ziet deze verbrandingspraktijk echter als een nuttige toepassing, zodat voor de afvalstromen die erin terechtkomen het vrije verkeer van goederen geldt. Ze ontsnappen dus aan de controlerende instanties.’
EEN GSM VAN 75 KILO
Die ontwijkingssystemen kunnen heel ver reiken. ‘Als een bedrijf een boel afval exporteert naar een ander Europees land en er ter plekke al was het maar één fles uithaalt, dan is dat voor Europa ook een nuttige toepassing en geen verwijdering van afvalstoffen’, zegt Delatter van de VVSG. ‘De rest kan dan eventueel ter plaatse gestort worden, want dan is het restafval van een lokaal sorteercentrum geworden. Op de vrije markt wordt altijd naar de laagste prijs gezocht, in casu naar een stortplaats. We vrezen dat zodra Polen bij de Europese Unie komt, dit systeem aan belang zal winnen. België had al in 1981 een afvalstoffendecreet, maar in een land als Albanië bestaat er momenteel nog altijd niks.’
Dat storten niet wenselijk is in vergelijking met andere mogelijkheden wordt alleen door notoire dwarsliggers in twijfel getrokken. Een Duits milieu-instituut lanceerde vorige lente het concept van de ‘ecologische rugzak’: als alle inspanningen voor ontginning en transport van basismaterialen, en voor productie en afvalverwijdering, in rekening worden gebracht, levert een weggegooide plastic emmer in feite 26 kilogram afval op. Een mobiele telefoon weegt in dat concept 75 kilogram, een tandenborstel anderhalve.
‘De meeste studies tonen een voordeel aan voor materiaalrecyclage’, analyseert Delatter. ‘Er is in Vlaanderen trouwens geen ruimte meer voor nieuwe stortplaatsen. Afval moet als een basisgrondstof bekeken worden. Aan de bron selecteren blijft zéér zinvol, zeker wat betreft glas en papier. Inzake groente- en tuinafval (de GFT-fractie) is huisinzameling misschien niet écht efficiënt. Keukenafval geeft weinig hoogwaardige compost, maar het is meestal tuinafval dat in de GFT-zakken terechtkomt. Dat kan misschien beter naar een containerpark gebracht worden, waar het tot hoogwaardige compost wordt omgevormd, of het kan door de mensen thuis gecomposteerd worden, want tuinafval wordt vooral in landelijke gebieden geproduceerd. De enige restfractie waarover ik twijfels heb, zijn de drankverpakkingen die apart worden opgehaald in de PMD-zakken. Daar kruipen verhoudingsgewijs grote inspanningen in voor weinig te recupereren grondstoffen.’
Martens van de BBL twijfelt er evenmin aan dat recyclage momenteel zinvol is: ‘Maar het blijft natuurlijk mogelijk dat er in de toekomst nieuwe methodes komen die maken dat het systeem herdacht moet worden. De intercommunales IOK en IGEMO bouwen in Geel een installatie waarmee per jaar 120.000 ton restafval biologisch gedroogd en gecomposteerd zal worden, waarna het eindproduct mechanisch kan worden gescheiden. Als zoiets op voldoende grote schaal gebeurt, kan selectieve ophaling minder rendabel worden. Dan moeten er misschien geen aparte zakken voor PMD en gewoon huishoudelijk afval meer buitengezet worden.’
De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) vergeleek de efficiëntie van een aantal verwerkingsscenario’s voor huishoudelijk restafval. Zoals dat met wetenschappelijk werk dikwijls het geval is, waren de conclusies genuanceerd. Jan Theunis: ‘Naargelang van de ecologische en economische parameters waarnaar gekeken wordt, is soms de ene en soms de andere methode het meest aangewezen. In het algemeen kan restafvalverwerking met een biologisch-mechanische voorbehandeling, een recuperatie van een metaalfractie en een inerte fractie die onder meer als zandvervanger gebruikt wordt, en een verwerking van een brandbare fractie in een wervelbedoven, de vergelijking door- staan met het verbranden in een roosteroven. Ik denk wel dat het altijd nuttig zal blijven om bijvoorbeeld glas op voorhand uit de restfractie te halen, want anders gaat het verloren. Plastic flessen en drankkartons zullen in het Geelse systeem in de brandbare fractie terechtkomen voor energierecuperatie.’
GERUZIE OVER PIEPSCHUIM
Nogal wat experts hebben problemen met de PMD-aanpak van FOST Plus: er komen nog altijd recycleerbare verpakkingen, zoals piepschuim en botervlootjes, in het restafval terecht, plastic flessen worden soms verwerkt tot een product (zoals een trui) dat niet meer gerecycleerd kan worden, en voor vele verpakkingen in de PMD-zak bestaan goede herbruikbare alternatieven. ‘Wij begrijpen de kritiek op recyclage niet goed’, reageert Olivier Remels van FOST Plus. ‘Ondanks het feit dat het een nog jonge industrie is, zijn sortering en recyclage snel geëvolueerd tot efficiënte processen. Recyclage is natuurlijk omslachtiger dan verbranden of dumpen, maar ik dacht dat we die opties absoluut wilden vermijden.’
Het gebrek aan transparantie van FOST Plus is volgens Remels een fabeltje: ‘Al onze cijfers zijn beschikbaar. Liefst 90 procent van de verpakkingen die op de Belgische markt komen, zijn recycleerbaar. Recyclage kost elke Belg elk jaar 8 euro – daarmee bieden wij het meest kostefficiënte en minst belastende systeem ter wereld aan. Met die 8 euro zijn alle kosten gedekt, dus moeten de lokale overheden de burger niet nog eens belasten. Het heeft geen zin dat hij twee keer betaalt. Wij hebben financiële reserves aangelegd ten belope van 8 miljoen euro, wat sommigen ons blijkbaar verwijten, maar dat is niet om winst te maken, dat is om onze tarieven stabiel te houden en om te kunnen anticiperen op eventuele periodes met lagere opbrengsten van de materialen die we leveren aan de recycleerders. Er zijn periodes geweest dat er zoveel gerecycleerde materialen op de markt kwamen dat ze niet rendabel waren.’
STATIEGELD OP EEN BLIKJE
Een volledig andere aanpak van huisvuilverwerking wordt gepromoot door de Limburgse intercommunale Regionale Milieuzorg. Zij keert het verhaal van de afvalverwerking naar de burger toe om, maakt er iets positiefs van: de mensen moeten niet langer extra betalen om hun afval te sorteren, ze worden daarentegen beloond als ze goed meewerken. Ze krijgen bijvoorbeeld dertien vuilniszakken gratis (per inwoner en per jaar) en betalen pas als ze meer afval produceren.
In de gemeente Zonhoven worden de kopers van milieuvriendelijke verpakkingen beloond. Hoewel ze de mensen nergens toe verplicht, bereikte de intercommunale in deze proefgemeente in twee jaar tijd een derde van het doelpubliek. Dat wordt als een succes beschouwd.
Voorzitter Theo Schuurmans: ‘Wij beschouwen de PMD-zak als de blauwe excuuszak. Hoe meer men de burger een excuus geeft om afval te produceren, hoe meer hij gaat denken dat hij het goed doet. De mensen kiezen voor de gemakkelijkste oplossing. En de industrie betaalt aflaten. Producenten van niet-gerecycleerde botervlootjes betalen mee voor de recyclage van wegwerpflessen en worden daarom met rust gelaten. FOST Plus is vooral een economisch project en heeft alleen met ecologie en milieu te maken zolang dat nuttig is voor de industrie. Ons project is anders, hoewel we dezelfde recyclageresultaten behalen. Wij hanteren voor PMD-afval de brengmethode: mensen brengen alles voorgesorteerd naar het containerpark. Dat werkt goed: in onze gewone vuilniszakken zitten veel minder verpakkingen dan in die van de klassieke recyclageprojecten.
We denken er ook aan om een systeem van statiegeld voor blikjes in te voeren, bijvoorbeeld via een spaarkaart of een gemeentelijk retributiereglement. De mensen betalen een kleine borg voor een blikje. Ze gooien dan niks weg en zijn voorzichtiger in hun aankopen. Nu worden burgers niet bestraft als ze een blikje weggooien. En als ze het toch zouden weggooien, kunnen kinderen blikjes gaan verzamelen en het statiegeld innen om wat snoep te kopen. Zo lossen we meteen het storende probleem van het zwerfvuil op. En dat men niet zegt dat we dromen, want amper vijftig kilometer hier vandaan, in Duitsland, betalen de mensen nu al statiegeld op een blikje.’
Dirk Draulans
In de toekomst zal selectieve afval-ophaling misschien niet meer rendabel zijn.