De familie van hormonenboer Daniël De Marez koopt zich een stevige positie in de gezondheidsbranche. Na de apoteken zijn nu de klinische laboratoria aan de beurt. Een rondgang in de sektor.
EEN goed half jaar geleden liep een alarmerend telefoontje binnen op het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (IHE). Een Vlaams klinisch bioloog meldde verontrust dat een aantal laboratoria in het westen van het land op korte tijd van eigenaar was veranderd. Hij stipte aan dat er met de verkoop zwart geld uit de hormonenhandel was gemoeid. “Die aktiviteit moet dringend worden gestopt, ” waarschuwde hij. “Er wordt hormonengeld witgewassen, en de sektor van de klinische biologie zal weer de zondebok zijn. “
Klinische laboratoria voeren onder meer voor huisartsen tests uit op stalen die ze van patiënten nemen om kwalen op te sporen. Het IHE is bevoegd voor de erkenning van laboratoria, en de kontrole op hun kwaliteit. Maar het trad niet op na dat telefoontje. Zwarte transakties zijn moeilijk te bewijzen, en de verkoop van laboratoria is door geen enkele wet geregeld. Er is alleen het onwerkzaam gebleken volmachtenbesluit 143 uit 1980, dat zegt dat een lab geleid moet worden door een klinisch bioloog. De man achter de overnames waarvoor werd gewaarschuwd, is klinisch bioloog.
Zijn naam is Wim De Marez. Hij is de zoon van notoir hormonenhandelaar Daniël De Marez. Die werd op 5 oktober 1993 na een ellenlange juridische procedure veroordeeld voor grootschalige zwendel in verboden hormonen voor gebruik in de vetmesterij. Al in 1986 ontdekte het gerecht een geheim laboratorium onder zijn villa in Roeselare, waar op grote schaal hormonencocktails werden aangemaakt. De Marez wordt beschouwd als een spilfiguur van het hormonennetwerk sommigen zeggen : de hormonenmafia in ons land.
Ondertussen loopt er tegen hem een nieuw proces. Op 22 februari 1992 vond de rijkswacht bij een routinekontrole in zijn wagen honderden flesjes met verboden hormonale produkten, een vertrouwelijke lijst met informatie over akties gepland door de hormonencel van de rijkswacht en grote hoeveelheden niet-geregistreerde geneesmiddelen en scheikundige stoffen voor de illegale aanmaak van geneesmiddelen.
VALSE START.
Vader De Marez heeft niet alleen belangen in de veeteelt, maar ook in de farmaceutische sektor. Op 13 februari van dit jaar precies een week voor de moord op veearts-keurder Karel Van Noppen nam hij ontslag als gedelegeerd bestuurder van zijn vennootschappen. Zijn vrouw en kinderen namen de fakkel over. Zoon Wim is apoteker-bioloog, en bestuurder van de farmaceutische vennootschappen van zijn moeder.
Via een vennootschapsstruktuur die vertrok bij zijn schoonfamilie, en waarvan zijn vader bestuurder was, begon Wim De Marez vorig jaar een merkwaardige shopping-tocht in de winkel van de klinische biologie. Merkwaardig, omdat de sektor op apegapen ligt. “De overheid nekte een bloeiende sektor die aan tienduizend mensen werk verschafte, ” stelt voorzitter Herman Raes van de Belgische Vereniging van de Apotekers-specialisten in de Klinische Biologie (BVAKB). “Wij gingen er mee akkoord dat het inadekwaat gebruik van de klinische biologie werd weggevijld. Maar in de plaats van vooral de artsen met een onverstandig voorschrijfgedrag aan te pakken, werden maatregelen genomen die vele laboratoria op de rand van het faillissement brachten. Iemand die nu nog in de sektor investeert, is gek. “
Dat is duidelijk niet de mening van Wim De Marez. Zelfs een valse start kon hem niet remmen. Hij kocht een erkenningsnummer van een klinisch bioloog uit Gent nodig omdat de overheid een moratorium op het aantal klinische laboratoria had ingesteld en week daarmee uit naar Lokeren. Op 2 november 1993 begon hij er zijn Labo Biomedische Analyses, maar dat geraakte niet uit de startblokken. De Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv), die verantwoordelijk is voor de werking van de klinische laboratoria, ging dwarsliggen. “We hadden meer dan sterke vermoedens dat het om een filiaal ging van het laboratorium van Paul Nagels, bij wie De Marez een tijdje werkte, ” verklaart het Riziv. “Dat was tegen de wet. “
De Marez had de les begrepen. Hij kocht niet veel later het laboratorium en de bijhorende vastgoedvennootschap van Jacques Duyck uit Aalter over. Op 17 maart 1994 veranderde hij de naam Labo Duyck in Labo voor Medische en Industriële Analyse (Medina). Nog geen drie maanden later slorpte hij het Klinisch Laboratorium Gent van Rik Van Quickenborne op. In de vakantie kocht hij vervolgens de aktiviteiten van het Laboratorium Klinische Analyses uit Eeklo. En vorige week tekende hij met Jacques Tavernier van het Centraal Medisch Labo uit Roeselare een princiepsakkoord voor overname. Labo Medina heeft nu vier poten. Wettelijk is dat in orde, want De Marez registreert die poten als “aktiviteitencentra” van één laboratorium. Een klinisch bioloog mag er namelijk maar één bezitten.
De vier laboratoria die De Marez kocht, hebben één zaak gemeen : ze verkeren alle vier in moeilijkheden. Het Labo Duyck laatste bekende omzetcijfer : 40 miljoen frank in 1992 had meer schulden dan kapitaal, en was verlieslatend. Idem voor het laboratorium in Gent, hoewel Van Quickenborne zijn riante levensstijl niet opgaf : luxewagens en sjieke villa met groot zwembad. De omzet van dit lab wordt op 50 miljoen geschat.
Het Centraal Medisch Labo in Roeselare torst een zware schuldenlast, wat ook het geval is voor de andere ondernemingen van Tavernier, die niet alleen nog mede-zaakvoerder was van het eveneens verlieslatende Klinisch Labo Westhoek in Nieuwpoort, waarmee hij trouwens de wet overtrad, maar tevens belangen had in vastgoed, informatica en textiel. Zijn keten van luxesportwinkels Sporthome stapelde 70 miljoen frank verlies op. Het laboratorium van Roeselare heeft een geschatte jaaromzet van 170 miljoen frank.
MELKKOE.
Met deze laatste overname tilt De Marez zich op tot het niveau van de grote laboratoria. Ingewijden beweren dat hij de ambitie heeft om de nieuwe Rudi Mariën te worden een referentie naar de man achter het grootste klinische lab in ons land. Maar al voor de fusie met de winkel van Tavernier zat Labo Medina in de problemen. Het bedrijf stond in 1994 met 13 miljoen frank in het rood. Een financieel analist die de balansen bestudeerde, is kategoriek : “De onderneming is virtueel failliet. “
Niet iedereen is ervan overtuigd dat De Marez daarvan wakker ligt. “De klinische biologie worstelt al jaren met het probleem dat een aantal mensen haar als melkkoe gebruikt, ” zegt Jozef Jonckheere van de Vlaamse Vereniging van Klinische Laboratoria (VVKL) en belangrijk van het Labo Medische Analyse van Rudi Mariën. “Het is duidelijk wat De Marez hier doet : geld van twijfelachtige herkomst witwassen. Onze sektor kan mensen als hem missen als kiespijn. De Marez profiteert handig van de financiële moeilijkheden waar veel middelgrote laboratoria mee worstelen. Als bekend raakt dat hij bereid is een prijs te betalen die niemand nog op tafel wil leggen, zullen er nog labs te koop komen. “
Een financieel analist bevestigt dat deze situatie ideaal is voor een witwasoperatie : “De ondernemingen in kwestie zijn balansmatig weinig waard. Met wat geleend geld kunnen ze gemakkelijk officieel worden overgenomen. De in deze sektor gangbare som-onder-tafel wordt in zulke omstandigheden relatief belangrijk. Als door een grondige reorganizatie en een goed beheer de onderneming winstgevend zou worden, wat in deze sektor moeilijk maar niet uitgesloten is, wordt de cirkel gesloten. “
Wim De Marez zelf reageert geschokt : “Het is korrekt dat de laboratoria die ik overnam, in moeilijkheden verkeren. De ganse sektor gaat echter door een diep dal, wat overnames relatief gemakkelijk maakt. Zo groeit misschien de indruk dat ik snel opereer. Er gebeuren echter nog overnames, waar niemand over spreekt. Er is een algemene tendens tot schaalvergroting, die nodig is om efficiënt en rendabel te werken. Ik wil geen tweede Mariën worden, alleen een werkzame struktuur creëren.
Ik begrijp wel dat woordvoerders van het Labo Mariën geen kans laten liggen om mij in diskrediet te brengen. Ik wens er in dat verband op te wijzen dat Mariën sterk geïnteresseerd was in de overname van de laboratoria van kollega’s Duyck en Van Quickenborne. De struktuur die hij daartoe voorstelde, zou echter geleid hebben tot het faillissement van beide, zodat hij hun huisartsen kon inpalmen. Precies wat hij in Brussel met het laboratorium CDH-Larem deed. Hier ving hij echter bot. “
Er zijn nog een honderdtal privé-laboratoria in België. In 1994 haalden ze een omzet van 8 miljard frank aan klinische analysen. Een daling met 3 miljard sinds het begin van de jaren ’90. Die was onder meer het gevolg van de impact van een vermanende brief die het Riziv stuurde naar artsen die uitzonderlijk veel analysen voorschreven.
“Maar de financiële problemen in de sektor zijn vooral het gevolg van een schandalige maatregel van de overheid, ” zegt voorzitter Jonckheere van de VVKL. “Als de klinische biologie een door het Riziv vastgelegd budget overschrijdt, moet ze achteraf ristorno’s terugbetalen, hoewel ze geen kontrole heeft op het aantal analysen dat ze moet doen, dus ook niet op het budget. Dat hangt af van het voorschrijfgedrag van de huisartsen. Het bedrag dat met jaren vertraging moet worden teruggestort, werd bovendien afhankelijk gemaakt van de omzet : hoe groter een laboratorium, hoe meer moest worden terugbetaald, ongeacht het aantal uitgevoerde analysen.
De bedoeling van de overheid was natuurlijk duidelijk. Hoe meer privé-laboratoria er over de kop gingen, hoe beter voor de door haar gekontroleerde groepen in de ziekenfondsen. De overheid zal echter niet beseft hebben dat ze op deze manier het pad effende voor een figuur als De Marez. Het valt zelfs te vrezen dat ze deze situatie zal aangrijpen om een nog strengere kontrole op de sektor te eisen, hoewel wij al tot de meest gevizeerde ondernemingen van het land behoren. “
VALIES MET GELD.
Ingewijden beweren dat De Marez 170 miljoen frank te besteden had. “De winstmarge van een gemiddeld laboratorium is gezakt tot vijf procent van de omzet, ” analyseert Jonckheere. “De gangbare regel is dat een investering na vijf jaar moet renderen. De overnameprijs schommelt dus rond een kwart van de omzet. Daar bovenop moet nog eens minstens hetzelfde in het zwart. De Marez kocht het voorbije anderhalf jaar voor ongeveer 300 miljoen frank omzet ; 170 miljoen zou dus kunnen kloppen. Veel geld voor een beginnend bioloog. “
De Marez ontkent met klem dat hij zoveel betaalde, laat staan dat hij ook maar één frank zwart geld uitgaf : “Dan zouden deze investeringen nooit rendabel kunnen worden. Men maakt hier een rekening met cijfers van vijf jaar geleden. Ik heb zwaar moeten lenen om deze inspanningen te betalen : 60 miljoen frank. De financiële problemen van het laboratorium van Tavernier zijn gedeeltelijk het gevolg van moeilijkheden in zijn andere vennootschappen. Er zal van daaruit binnenkort geld naar het laboratorium terugvloeien. Als ik er niet van overtuigd was dat wij door hard en efficiënt werken deze inspanningen kunnen laten renderen, zou ik er nooit aan begonnen zijn. “
Wat later gaf De Marez wel toe dat hij meer dan de helft van die 60 miljoen leende bij de vennootschap Apotheek Dessein van zijn moeder, waarvan hij bestuurder is. Klinisch bioloog Bruno Brouwers, die in het kader van een reorganizatie zijn aktiviteiten in Eeklo aan De Marez overliet, zegt dat hij “niet voor niks verkocht, maar ook niet voor een abnormaal hoog bedrag. ” Na enig aandringen gaf hij aan dat de verkoopprijs in de buurt van de omzet (35 miljoen frank) lag. Hij benadrukte dat hijzelf nooit zoveel voor het lab betaald zou hebben. Maar idioot vond hij de overname niet : “In alle sektoren zijn er jonge mensen die via hun ouders over middelen beschikken om te investeren. Mits goed beheer kan hij binnen vijf jaar een rendabele onderneming hebben. “
De Marez wordt in akademische kringen beschreven als een “beleefd, voorkomend en voorbeeldig student”. Hij praat gedreven over de wetenschappelijke aspekten van zijn vak. De lijfwacht, van wie werd verteld dat hij zich konstant in zijn buurt bevond, was in geen velden of wegen te bespeuren, en ook het voorspelde valies met zwijggeld bleef achterwege. De peperdure BMW was er wel.
Goed beheer was voor De Marez onder meer kwaliteitsbewaking en optimalizering van het gebruik van dure apparatuur. Goed beheer heeft in deze sektor echter niet in de eerste plaats met verhoogde efficiëntie te maken, wel met het binden van huisartsen met een grote praktijk. “Een laboratorium moet een jaaromzet van minstens 70 miljoen frank halen om rendabel te zijn, ” stelt voorzitter Raes van de BVAKB. “Een huisarts brengt gemiddeld tot 700.000 frank per jaar binnen. Een lab moet dus een honderdtal artsen binden. Het is logisch dat De Marez daarop zal spelen om te trachten zijn onderneming uit de rode cijfers te halen. “
Artsenbinding is altijd een delikaat punt geweest. De verhalen over voordelen voor artsen variërend van feestjes en reizen tot gratis software en cadeaus in luxesportwinkels zijn nog altijd niet uit de lucht. De Marez wordt nu al een agressieve werving van huisartsen verweten. Zo kocht hij de hoofdlaborant en vertegenwoordiger van een konkurrerend laboratorium uit. Die laatste benaderde huisartsen uit het Brugse met een voorstel om voor hun analysen naar Aalter over te stappen. Minstens vijf artsen gingen daarop in. Twee artsen die niet volgden, getuigden dat hen een ruime “overstappremie” (in het zwart) werd aangeboden.
“De Marez zal er natuurlijk van profiteren dat hij over meer zwart geld kan beschikken dan zijn konkurrenten, ” zegt Jonckheere van de VVKL. “Hij zal trachten artsen te motiveren om naar zijn laboratorium over te stappen. Dat is jammer. Ik hoop dat de artsen die toehappen, weten wat ze doen. Want eigenlijk werken ze mee aan een witwasoperatie. “
De Marez noemt dit laster : “Dat zijn vuile insinuaties met de bedoeling konkurrentieel voordeel te halen. Er zijn inderdaad artsen naar ons gekomen, maar die zijn niet betaald. Ze waren niet meer tevreden over het laboratorium waar ze mee werkten. Wij hebben zelf artsen verloren aan andere labs, die veel intensiever dan wij prospektie doen op de huisartsenmarkt, en daarbij aktief de naam van mijn familie tegen mij gebruiken. Maar ik weet dat ik mijzelf niets te verwijten heb. En ik zal dat bewijzen door mijn laboratoria werk van topniveau te laten leveren. “
Dirk Draulans
Wim De Marez koopt zich met geld uit de vennootschappen van zijn ouders een belangrijke positie in de sektor van de klinische biologie.
Hormonenhandelaar Daniël De Marez heeft zich na een veroordeling en enkele arrestaties uit de aktiviteiten van zijn familie teruggetrokken.